Titel: | Wij wilden Hitler vermoorden |
Auteur: | Philipp baron von Boeselager |
Uitgever: | Balans |
Uitgebracht: | 2008 |
Pagina's: | 216 |
ISBN: | 9789050189484 |
Omschrijving: |
Over het Duitse verzet en dan in het bijzonder de aanslag van 20 juli 1944 – ook wel bekend als Operatie Walküre – zijn al vele boeken geschreven. Meestal vormde daarin Claus Schenk Graf von Stauffenberg de centrale figuur. Dit boek wijkt daarin af doordat de auteur, Philipp Freiherr von Boeselager (1917-2008), een prominent lid van de Tresckow-verzetsgroep, zichzelf centraal heeft gesteld. Daarbij ruimt hij ook plaats in voor zijn twee jaar oudere broer, Georg Freiherr von Boeselager, voor wie hij veel respect had en tegen wie hij op keek. Aan de hand van het regiment waarin zij beiden dienden, gunt hij ons een kijkje achter de schermen van een cavalerie-eenheid van de Wehrmacht. Von Boeselager maakt ons duidelijk dat bij de Wehrmacht vooral de aandacht uitging naar de vorming van de mannen tot een goed militair met de nadruk op kameraadschap. Politiek kwam nauwelijks aan de orde, zo vertelt hij, terwijl het patriottistische gevoel wel erg belangrijk was. Het verlangen naar een Duitsland dat weer een grote natie zou moeten zijn. Een gevoel dat Von Boeselager al van huis uit had meegekregen en waar hij ook heel open over is in dit boek. Die openhartigheid is ook terug te vinden in zijn menig over hoe er in die tijd tegen de annexatie van Oostenrijk werd aangekeken. Het werd namelijk in het begin niet als echt negatief beschouwd, aangezien dat land het economisch nog slechter had en met de komst van Hitler hoopte iedereen dat het beter zou gaan worden. Van het drastisch veranderde klimaat werd in de kazernes in het begin weinig gemerkt. Zo ging de Kristallnacht bijna volledig aan Von Boeselager en zijn kameraden voorbij en dacht iedereen dat het slechts om een incident ging. Dat besef zou weldra gaan veranderen. Von Boeselager weet ondertussen een intrigerend beeld te schetsen van de ontberingen waaraan de Wehrmacht bloot gesteld werd. Eerst neemt hij de lezer mee in zijn ervaringen op de campagne in Noord Frankrijk en later naar het oostfront, Rusland. Bij deze veldtocht is er gebrek aan goede kaarten, voedsel en warme kleding met een aanzienlijke stijging van het aantal doden als gevolg. Door het hoge aantal gesneuvelden daalde de moraal snel, zeker ook bij Von Boeselager. Deze ervaringen vormden nu de voorbode tot datgene wat hem zijn uiteindelijke roem zal verschaffen: zijn betrokkenheid bij het verzet. De echte beslissing om verzet te plegen liet nog even op zich wachten. Immers, verzet geboden door Duitsers zelf werd gezien als landverraad. Het zou een dolksteek in de rug van de gehele natie zijn. Dat besefte ook Von Boeselager terdege. Toch gaf Von Boeselager uiteindelijk gehoor aan zijn drang en wel na een indrukwekkende ontmoeting met SS-Obergruppenführer Erich von dem Bach-Zelewski, opperbevelhebber van de SS en de politie in de sector Centraal Rusland en belast met de strijd tegen de partizanen. Von Boeselager stond ondertussen onder het commando van maarschalk Von Kluge. Bach-Zelewski moest regelmatig verslag uitbrengen aan de maarschalk en bij één van die gesprekken werd duidelijk dat Joden en zigeuners inmiddels gefusilleerd werden in het kader van de uitroeiingdoctrine. Von Kluge en Von Boeselager waren diep geschokt door deze onthullingen. Het opende de ogen van de beiden militairen. Von Boeselager zag toen in waar zijn plicht lag. Toen hij ook nog een ontmoeting had met Kolonel Hans Oster van de inlichtingendienst, die vol bewondering sprak over Monseigneur Von Galen, wist hij wat hem te doen stond. De bisschop had een vurige preek gehouden tegen de euthanasie van onder meer gehandicapten, wat vooral bij de soldaten ook schrik aan joeg. Er waren er inmiddels al velen die door de oorlog ledematen hadden moeten missen. Het besluit om dan toch echt verzet te plegen, bracht Von Boeselager vervolgens in aanraking met Henning von Treskow, een officier die zich tot doel had gesteld een kruistocht tegen Hitler te beginnen met als resultaat de eliminatie van de Führer. Deze onderneming begon met de voorbereiding van een aanslag met een pistool tijdens een lunch. Op het laatste moment werd daar van afgezien, op aanraden van Von Kluge. SS-leider Heinrich Himmler zou niet bij de lunch aanwezig zijn en ze wilden ook hem ombrengen. De kruistocht eindigde met de befaamde aanslag op 20 juli 1944. Von Boeselager, als explosievenexpert, mocht het materiaal leveren dat Von Stauffenberg zou gaan gebruiken… De aanslag mislukte en represaille bleef niet uit. Een flink aantal samenzweerders werd vrij snel opgepakt. Enkele anderen pleegden zelfmoord, waaronder Henning von Tresckow. Als door een wonder wist Von Boeselager de jacht op de samenzweerders te overleven, deels door de snelle berechting van de andere betrokkenen, deels door de zwijgzaamheid van diegenen die gevangen zaten. Het einde van de oorlog hield hem uiteindelijk buiten schot. “Wij wilden Hitler vermoorden” is een vlot geschreven boek met in het begin enkele interessante anekdotes die het relaas verlevendigen en uitnodigen tot verder lezen. Een goed voorbeeld hiervan is het conflict dat Von Boeselager had met luitenant-kolonel Doege. De aanleiding was een staakt-het-vuren met de Fransen dat Von Boeselager voor elkaar had weten te krijgen. Doege wilde niet van deze gevechtspauze weten. Waarschijnlijk zag hij duidelijk een goede kans het Franse leger te vernietigen. Om toch zijn afspraak met de Fransen na te komen, besloot Von Boeselager zijn pistool op Doege te richten. Het boek is een echt persoonlijk relaas en daardoor voelt de lezer direct een betrokkenheid. Toch weet Von Boeselager zijn eigen familieachtergrond goed beperkt te houden, omdat dit niet echt van belang is voor het boek. Hij vertelt wel hoe de jacht op wild van onmiskenbare invloed was op zijn latere militaire carrière en op die van zijn broer. De nadruk blijft verder vooral op het leger liggen. Hij maakt daarbij de lezer deelgenoot van het gevoel van vernedering waaronder Duitsland gebukt ging in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog. Deze gevoelens die hij weet te omschrijven doen beseffen dat het voor sommige Duitsers een vanzelfsprekende stap was om dienst te nemen bij de Wehrmacht. Echter wanneer het enkele van de officieren duidelijk wordt wat Hitlers politiek werkelijk tot gevolg heeft, zagen ze geen andere keus dan in het verzet te gaan. Dat dwingt zonder meer respect af bij de lezer. Von Boeselager schreef een leerzaam boek voor iedereen die meer wil weten over de beweegredenen van enkele officieren van de Wehrmacht om in verzet te komen tegen de tirannie van het nazisme en de eed van gehoorzaamheid te verloochenen. Wat deed hen besluiten om tot een aanslag op Hitler over te gaan? Daarvan geeft hij een duidelijk beeld. Toch is het beeld dat hij schetst af en toe iets te beperkt. Zo stelt hij dat de Wehrmacht zich nauwelijks met politiek bezig hield. Echter even verder in het boek vertelt hij over zijn angst voor de gevolgen van zijn gesprek met de zoon van Hans Oster. Beide militairen hadden immers kritiek geuit op Hitler. De Wehrmacht was wel degelijk politiek in de zin dat kritiek op de Führer ongewenst was en zeer streng bestraft werd. Een ander minpunt is dat Von Boeselager er soms aan voorbij gaat dat niet iedere lezer volledig op de hoogte is van de geschiedenis van de Wehrmacht en de veranderingen die in de organisatie en aan het front plaatsvonden. Voor wie meer geïnteresseerd is in de aanslagen zelf, en dan in het bijzonder in operatie Walküre, biedt het boek helaas ook geen nieuwe inzichten. Desondanks is het een boeiend tijdsdocument van een interessante persoonlijkheid. |
Beoordeling: | Goed |