TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Slotverklaring Rudolf Hess

De PRESIDENT: Ik roep beklaagde Rudolf Hess op.
RUDOLF HESS (beklaagde): Allereerst wil ik het Hoge Tribunaal verzoeken, vanwege mijn gezondheidstoestand te mogen blijven zitten.
De PRESIDENT: Zeker.
HESS: Sommige van mijn kameraden hier kunnen bevestigen dat ik aan het begin van het proces het volgende heb voorspeld:
(1) Dat er getuigen zouden verschijnen die onder ede valse verklaringen zouden afleggen terwijl deze getuigen terzelfder tijd een absoluut betrouwbare indruk zouden maken en de best mogelijke reputatie zouden genieten.
(2) Dat er rekening mee moest worden gehouden dat het Hof beëdigde verklaringen zou krijgen die uitspraken bevatten die niet waar zijn.
(3) Dat sommige Duitse getuigen de beklaagden zouden verrassen en verbazen.
(4) Dat sommige beklaagden zich enigszins vreemd zouden gedragen, ze zouden schaamteloze uitlatingen over de Führer doen, ze zouden hun eigen mensen beschuldigen, ze zouden elkaar gedeeltelijk beschuldigen en nog valselijk bovendien. Misschien zouden ze zichzelf wel beschuldigen en ook onterecht.
Al deze voorspellingen zijn, waar het de getuigen en beëdigde verklaringen betreft, in tientallen gevallen uitgekomen; gevallen waarin de ondubbelzinnige eed van de beklaagden lijnrecht staat tegenover de onder ede afgelegde verklaringen van de getuigen.
In dit verband noem ik alleen de naam Messersmith, Mr. Messersmith die bijvoorbeeld zegt dat hij met Admiraal Dönitz heeft gesproken op een moment dat de laatste zich, voor zover ik weet, in de Stille of in de Indische Oceaan bevond.
Ik heb deze voorspellingen echter niet alleen hier gedaan, aan het begin van dit Proces, maar heb ze al maanden eerder gedaan bij het begin van het proces in Engeland aan onder anderen Dr. Johnston, de arts die bij me was in Abergavenny.
Terzelfder tijd heb ik als bewijs deze uitspraken schriftelijk vastgelegd. Ik baseer mijn voorspellingen op enkele gebeurtenissen in landen buiten Duitsland.
In dit verband wil ik benadrukken dat waar ik deze gebeurtenissen noem, ik er vanaf het begin van overtuigd was dat de betrokken regeringen hier niets van wisten. Daarom uit ik ook geen beschuldigingen tegen deze regeringen.
In de jaren tussen 1936 en 1938 vonden er in een van deze landen politieke processen plaats. Ze werden gekenmerkt door het feit dat de beklaagden zichzelf op wonderbaarlijke wijze beschuldigden. Zij somden bijvoorbeeld grote aantallen misdaden op die zij hadden begaan of waarvan zij beweerden die te hebben begaan. Toen op het eind doodvonnissen tegen hen werden uitgesproken applaudiseerden zij stormachtig, tot verbazing van de wereld. Maar sommige buitenlandse correspondenten meldden dat men de indruk had dat deze beklaagden in een abnormale geestestoestand waren gebracht op een tot nu toe onbekende manier, tengevolge waarvan zij zich gedroegen zoals zij zich gedroegen.
Ik herinnerde mij deze incidenten door een bepaalde gebeurtenis in Engeland. Daar was het voor mij toen niet mogelijk, de verslagen van de processen in handen te krijgen, net zo min als hier. Ik had daar echter wel de bijbehorende jaargangen van de Völkische Beobachter tot mijn beschikking. Toen ik deze nummers doorkeek kwam ik op de volgende passage in het nummer van 8 maart 1938. Een verslag uit Parijs, gedateerd 7 maart 1938 dat luidt als volgt:
"De grote Parijse krant Le Jour deed onthullingen over de methoden die blijkbaar tijdens deze processen werden gebruikt."
Ik citeer letterlijk wat de Völkische Beobachter overnam uit Le Jour:
"Deze methoden maken het mogelijk om de geselecteerde slachtoffers te laten handelen en spreken volgens de hen gegeven bevelen."
Ik benadruk dat dit artikel in Le Jour niet alleen zegt: "hen te laten spreken volgens de hen gegeven bevelen" maar ook "hen te laten handelen volgens de hen gegeven bevelen." Het laatste punt is van enorm belang in verband met de daden, de tot nog toe onverklaarbare daden van het personeel in de Duitse concentratiekampen, waaronder de wetenschappers en artsen die deze beangstigende en wrede experimenten op gevangenen uitvoerden, daden die normale mensen, zeker artsen en wetenschappers onmogelijk konden plegen. Maar dit is ook van even groot belang in verband met de handelingen van de personen die ongetwijfeld de bevelen en aanwijzingen gaven voor de wreedheden in de concentratiekampen, die bevel gaven voor het neerschieten van krijgsgevangenen, voor lynchings en andere zaken, tot de Führer zelf aan toe.
Ik herinner me dat de getuige, Veldmaarschalk Milch hier verklaard heeft dat hij de indruk had dat de Führer in de laatste jaren geestelijk niet normaal was en een aantal van mijn kameraden hier hebben mij, onafhankelijk van elkaar en zonder te weten wat ik hier nu zeg, verteld dat gedurende de laatste jaren de ogen en gelaatsuitdrukking van de Führer iets wreeds in zich hadden en zelfs neigden naar waanzin. Ik kan de kameraden in kwestie als getuigen noemen ....
Ik zei al eerder dat een bepaalde gebeurtenis in Engeland me deed denken aan de verslagen van de eerdere processen. De reden was dat de mensen om mij heen tijdens mijn gevangenschap zich op een vreemde en onbegrijpelijke manier tegenover me gedroegen, op een wijze waaruit ik opmaakte dat deze mensen op een of andere manier in een abnormale geestestoestand verkeerden. Sommige personen en mensen om mij heen wisselden zo af en toe. Sommige nieuwelingen die in plaats van anderen bij me kwamen hadden een vreemde blik in hun ogen. Ze waren glazig als ogen in een droom. Dit symptoom duurde echter maar een paar dagen en daarna maakten ze een volledig normale indruk op me. Ze konden niet langer van normale mensen worden onderscheiden. Niet alleen ik merkte die vreemde ogen op, ook de dokter die me destijds behandelde, Dr. Johnston, een Britse legerdokter, een Schot.
In het voorjaar van 1942 kreeg ik bezoek, een bezoeker die duidelijk probeerde me uit te dagen en zich op een vreemde wijze tegenover mij gedroeg. Deze bezoeker had ook die vreemde blik in zijn ogen. Nadien vroeg Dr. Johnston me wat ik van deze bezoeker dacht. Hij vertelde mij -ik vertelde hem dat ik de indruk had dat hij om een of andere reden geestelijk niet helemaal normaal was, waartegen Dr. Johnston niet protesteerde zoals ik had verwacht maar het met me eens was en me vroeg of ik die vreemde ogen niet had opgemerkt, die ogen met hun dromerige blik. Dr. Johnston vermoedde niet dat hijzelf precies dezelfde blik had toen hij bij me kwam.
Het belangrijke punt echter is, dat er in een van de verslagen van die tijd, dat nog steeds in het dossier van het proces moet zitten -dit was in Parijs, van de Moskou rechtszaak- stond dat de beklaagden een vreemde blik in hun ogen hadden. Ze hadden glazige en dromerige ogen! Ik heb altijd gezegd dat ik ervan overtuigd ben dat de betrokken regeringen niets van deze gebeurtenissen wisten. Daarom zou het niet in het belang van de Britse regering zijn of mijn verklaringen over wat ik tijdens mijn gevangenschap heb ervaren, openlijk op wat voor manier dan ook zouden worden ontkend, want dat zou de indruk wekken dat hier in feite iets achtergehouden zou zijn en dat de Britse regering daar iets mee te maken zou hebben gehad.
In tegendeel, ik was er echter van overtuigd dat zowel de regering Churchill als de huidige regering instructies gaven dat ik eerlijk en volgens de bepalingen van de Conventie van Genève moest worden behandeld. Ik ben me ervan bewust dat wat ik ga zeggen over de behandeling die ik heb ondergaan, op het eerste gezicht ongelooflijk lijkt. Gelukkig voor mij echter hebben gevangenbewaarders al veel eerder hun gevangenen behandeld op een wijze die op het eerste gezicht absoluut ongelooflijk leek toen geruchten daarover de buitenwereld bereikten. Deze geruchten luidden dat men gevangenen opzettelijk liet verhongeren, dat onder andere gemalen glas aan het weinige voedsel dat hen werd verstrekt werd toegevoegd, dat de doktoren die gevangenen behandelden die op deze manier ziek waren geworden, schadelijke stoffen aan hun medicijnen hadden toegevoegd, waardoor hun lijden verergerde en tegelijkertijd het aantal slachtoffers toenam. In feite bleken al deze geruchten achteraf op waarheid te berusten.
Het is een historisch gegeven dat er een monument is opgericht voor 26.370 Boeren vrouwen en kinderen (na de Boerenopstand in Zuid-Afrika, red.) die omkwamen in Britse concentratiekampen, de meesten stierven van honger. Vele Engelsen in die tijd, waaronder ook Lloyd George, protesteerden fel tegen deze gebeurtenissen in Britse concentratiekampen en zo ook een Britse ooggetuige, Juffrouw Emily Hopfords.
In die tijd zag de wereld zich echter geplaatst voor een onoplosbaar raadsel, het zelfde raadsel waarvoor de wereld zich vandaag geplaatst ziet met betrekking tot de gebeurtenissen in Duitse concentratiekampen. In die tijd zag het Engelse volk zich geplaatst voor een onbegrijpelijk raadsel, het zelfde raadsel waarvoor het Duitse volk zich vandaag geplaatst ziet met betrekking tot de gebeurtenissen in Duitse concentratiekampen. In die tijd zag de Britse regering zich immers ook geplaatst voor een raadsel met betrekking tot de gebeurtenissen in de Zuid-Afrikaanse concentratiekampen, het zelfde raadsel waarvoor de leden van het Reichskabinett en de andere beklaagden, hier en bij andere processen zich geplaatst zien met betrekking tot de gebeurtenissen in Duitse concentratiekampen.
Het mag duidelijk zijn dat het van het allergrootste belang zou zijn geweest als ik onder ede had verklaard wat ik nu ga zegen over de gebeurtenissen gedurende mijn eigen gevangenschap in Engeland. Het was mij echter onmogelijk, mijn raadsman bereid te vinden om mij de juiste vragen te stellen. Het was voor mij eveneens onmogelijk een andere raadsman te vinden om mij deze vragen te stellen. Maar het is van het allergrootste belang dat wat ik nu ga zeggen, onder ede wordt gezegd. Daarom verklaar ik nu nogmaals: Ik zweer bij God de Almachtige en Alwetende dat ik de zuivere waarheid zal spreken, niets zal verbergen en niets zal toevoegen. Daarom verzoek ik het Hoge Tribunaal, alles wat ik nu zeg te beschouwen als gezegd onder ede. Wat mijn eed betreft, ik zou willen opmerken dat ik geen kerkganger ben, ik heb geen geestelijke binding met de Kerk, maar ik ben een diepgelovig mens. Ik ben ervan overtuigd dat mijn geloof in God sterker is dan dat van de meeste anderen. Ik vraag het Hoge Tribunaal des te meer waarde te hechten aan wat ik onder ede verklaar, omdat ik God als mijn getuige roep.
In het voorjaar van 1942 .....
De PRESIDENT: (onderbreekt hem): Ik wil de aandacht van Beklaagde Hess vestigen op het feit dat hij al 20 minuten lang gesproken heeft en dat het Tribunaal het de beklaagden niet kan toestaan in deze fase van het proces lange toespraken te houden.
We moeten alle beklaagden horen. Het Tribunaal hoopt daarom dat Beklaagde Hess zijn toespraak zal beëindigen.
HESS: Meneer de President, mag ik erop wijzen dat ik rekening hield met het feit dat ik tot nu toe de enige beklaagde ben die niet in staat is geweest, hier een verklaring af te kunnen leggen. Want wat ik hier te zeggen heb kon ik alleen maar als getuige gezegd hebben als mij de juiste vragen zouden zijn gesteld. Maar zoals ik al eerder heb verklaard .....
De PRESIDENT: Ik ben niet van plan met de beklaagden in discussie te gaan. Het Tribunaal heeft bepaald dat de beklaagden slechts korte verklaringen zullen afleggen. Beklaagde Hess heeft alle mogelijkheden gehad, in de getuigenbank plaats te nemen en onder ede zijn verklaringen af te leggen. Hij verkoos dat niet te doen. Hij houdt nu een toespraak en zal worden behandeld net als de andere beklaagden en zal zich beperken tot een korte verklaring.
HESS: Daarom, Meneer de President, zal ik afzien van de verklaringen die ik in verband met de dingen die ik zojuist gezegd heb had willen afleggen. Ik verzoek u te luisteren naar een paar afsluitende woorden, die een meer algemeen karakter hebben en niets te maken hebben met de dingen die ik zojuist heb gezegd.
De verklaringen die mijn raadsman namens mij voor het Hoge Tribunaal heeft afgelegd, mocht hij van mij afleggen ter wille van beoordeling door mijn volk en de geschiedenis. Dat is het enige wat voor mij van belang is. Ik verdedig mijzelf niet tegen aanklagers die ik het recht ontzeg beschuldigingen tegen mij en mijn landgenoten te uiten. Ik ga niet in discussie over beschuldigingen die uitsluitend Duitse aangelegenheden betreffen en daarom voor buitenlanders niet van belang zijn. Ik protesteer niet tegen uitlatingen die tot doel hebben mijn eer aan te tasten, de eer van het Duitse volk. Ik beschouw dergelijke lasterlijke aanvallen door de vijand als een eerbewijs.
Het was mij vergund, vele jaren van mijn leven te werken onder de grootste zoon die mijn volk in zijn duizendjarige geschiedenis ooit heeft voortgebracht. Zelfs als ik het kon, ik zou deze periode niet uit mijn herinnering willen wissen. Ik ben gelukkig in de wetenschap dat ik mijn plicht jegens mijn volk, mijn plicht als Duitser, als Nationaal-Socialist, als trouwe volgeling van mijn Führer heb gedaan. Ik heb nergens spijt van.
Als ik het allemaal over zou moeten doen, zou ik handelen zoals ik heb gehandeld, zelfs al zou ik weten dat mij aan het einde een vurige dood op de brandstapel wacht. Wat de mensheid ook moge doen, eenmaal zal ik voor de Rechterstoel van de Eeuwige staan. Ik zal aan Hem verantwoording afleggen en ik weet dat Hij mij onschuldig zal bevinden.

Zie ook Vonnis Hess

Definitielijst

Conventie van Genève
De verzamelnaam voor vier verdragen die in Geneve zijn geformuleerd en die, onderdeel uitmakend van het internationaal recht, de rechtsregels bepaalt voor oorlogstijd. Deze verdragen hielden zich onder andere bezig met de behandeling van oorlogsslachtoffers en gewonde soldaten, de erkenning van het Rode Kruis als beschermd orgaan in oorlogstijd, rechtsregels bij oorlogen op zee, bescherming van krijgsgevangenen en burgers in oorlogstijd.
Führer
Duits woord voor leider. Hitler was gedurende zijn machtsperiode de führer van nazi-Duitsland.

Afbeeldingen

Rudolf Hess op 24 november 1945 in zijn cel in Neurenberg. Bron: Publiek Domein.

Informatie

Vertaald door:
Arnold Palthe
Geplaatst op:
06-09-2006
Laatst gewijzigd:
09-01-2019
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Gerelateerde personen

Bronnen

International Military Tribunal, Neurenberg 1947.