TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de Infantry Tank Mk I werden twee voorstellen gedaan, één voor een lichte met een machinegeweer bewapende ondersteuningstank en één voor een ondersteuningstank bewapend met een kanon. De eerste werd aan Vickers-Armstrong gegund en werd de Matilda I. Het tweede type werd uiteindelijk de Infantry Tank Mk II oftewel de Matilda II (A12). Bewapend met een stuk 40 mm geschut werd de Infantry Tank Mk II in 1938 besteld en in augustus 1943 werd de laatste geleverd van 2.987 exemplaren. Bij de Britten werd de Matilda II vanaf 1942 in de frontlinie vervangen door de Valentine tank. Australische troepen gebruikten de Matilda II echter in Nieuw Guinea tot aan het einde van de oorlog.


Infantry Tank Mk II, Matilda II (A12) A12E1 prototype Bron: Imperial War Museum KID 394

Definitielijst

kanon
ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.

Ontwikkeling

Het ontwerp voor de A12, de latere Infanterietank Mk II, Matilda II was het resultaat van de grootscheepse herbewapening van het Britse leger in de 2e helft van de jaren 1930. Bij het ontwerp was uitgegaan van een goede bescherming voor de bemanning van vier personen in plaats van de 2 bij de Matilda I. De dikste bepantsering aan de voorzijde bedroeg 78 mm.

De Matilda II kreeg dus hetzelfde beschermende pantser als de Matilda I. Het model kreeg echter wel aanvullend een verdubbelde bemanning en, belangrijker, een 40 mm kanon. Het ontwerp was begonnen in november 1936. Vulcan produceerde in april 1937 een aantal houten modellen en een jaar later was het eerste prototype de A12E1 gereed. Nagenoeg vanaf de tekentafel werd al een voororder van 65 exemplaren besteld in december 1937. Kort daarna werd de order vergroot naar 165 stuks.

Door de ontwikkelingen in het Duitse tankwapen en de grootscheepse invoering van het 88 mm luchtdoelgeschut als antitankwapen werd het zeer moeilijk voor de Matilda II. Toen ook bleek dat de tank niet kon worden uitgerust met een sterker 57 mm geschut, begon men de aandacht te verleggen op de ontwikkeling en productie van nieuwe tanks. Ondanks dat werden er nog 2.987 Matilda II tanks geproduceerd tussen december 1937 en augustus 1943, toen de productie stopte.


Vulcan productielijn A12 Bron: Public Domain (onbekend)

Officieel werden vanuit de fabriek drie versies geproduceerd, de Mk II, Mk IIA en de Mk IIA*. De Mk IIA wordt ook wel aangeduid als de Matilda III. Het voornaamste verschil zat hem in de aanvullende bewapening. Bij de Mk II was dat een Vickers-machinegeweer en bij de A's een Besa. Het verschil tussen de A en A* zit in de gebruikte motor. Waar eerst A.E.C. motoren werden gebruikt schakelde men over op Leyland motoren.

Het gebruik van een 76,7 mm houwitser voor close support leverde de Matilda IICS . Een verbeterde versie van de Leyland motor werd aangeduid als Mk IIA** of ook wel Matilda IV. De Matilda V stond voor een Matilda IV met verbeterde versnellingsbak. Nadat de Matilda I, oftewel Infantry Tank Mk I was afgevoerd, werd de naam van de Matilda II simpelweg Matilda tank.

In de voorbereidingen naar een eventuele invasie van het Europese vasteland werden diverse Matilda's voorzien van mijnenveeginstallaties. Deze werden bekend onder de naam Baron, in de versies Baron I, II, II en IIIA. Eenzelfde versie voor het Midden Oosten stond bekend als Matilda Scorpion I. In de woestijn van Noord-Afrika werd een aantal Matilda's gebruikt met een stalen wielconstructie voor de tank om mijnen te ruimen, de AMRA Mk Ia. Dit hulpmiddel kon bijna aan ieder tank worden bevestigd en weer verwijderd na gebruik. Ook werd de Matilda gebruikt met een constructie om een hoog explosieve lading op een verdedigingswerk aan te brengen en tot ontploffing te brengen.

Voor de oversteek van de Rijn in 1945 werd een aantal oudere Matilda's ontdaan van hun koepel en voorzien van een zoeklicht. Deze stonden bekend als de Matilda II CDL en Matilda V CDL.

25 Australische Matilda's werden in 1944 verbouwd tot vlammenwerper en stonden bekend als Matilda Frog in 1944. Een verbeterde versie kwam in 1945 uit als Matilda Murray. Beide werden vooral in Nieuw Guinea ingezet. Eveneens maakte Australië gebruik van de Matilda Dozer, een als bulldozer uitgevoerde tank.

Tot slot werden er nog Matilda's uitgerust met een Inglis-brug als bruggenlegger en met een TCD (Tank Crossing Device), de beroemde takkenbossen zoals ook bekend van de Churchill-tank.

Na de aftocht van het Britse leger in Duinkerken, aan het oostfront en in Noord Afrika maakte het Duitse leger verscheidene Matilda MK II's buit. Ze werden door de Wehrmacht gebruikt in gevechtssituaties, als verkenner en voor trainingsdoeleinden. De bewapende tanks weden aangeduid als Infanterie-Kampfpanzer Mark II 748(e). Een aantal van de koepel ontdane Matilda II's is verbouwd tot dragers voor 50 mm KwK L/42 kanonnen.


Matilda "Oswald" met 5 cm KwK L/42, Hochsee-Lehrkommando, Terneuzen Bron: Public Domain (onbekend)

Definitielijst

houwitser
Ook bekend als Haubitze (Du) of Howitser (En). Houwitser is een krombaan geschut. Schiet dus met een kromme baan en heeft daardoor een minder grote reikwijdte. Deze kan voor een 155mm houwitser toch nog bij 18 km liggen
Infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
invasie
Gewapende inval.
kanon
ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.

Typenoverzicht

A12E1
prototype
1
Infantry Tank Mk II (Matilda II Mk I)
1e productiemodel Vickers machinegeweer
?
Infantry Tank Mk IIA (Matilda II Mk II)
productiemodel met Besa machinegeweer
ca 96
Infantry Tank Mk IIA* (Matilda II Mk III)
productiemodel met Leyland dieselmotor
ca 1.076
Infantry Tank Mk IIA** (Matilda II Mk IV)
productiemodel met verbeterde motoren zonder zoeklicht
ca 98
Infantry Tank Mk II (Matilda II Mk V)
model met verbeterde versnelling
?



Matilda IVCS (Close Support)
model Matilda II Mk IV met QF 76 mm howitzer
ca 158 Mk IV
Matilda Baron
experimenteel mijenveger
?
Matilda Scorpion
mijnenversie Noord-Afrika
?
Matilda AMRA
mijnen opspoor voertuig
(140)
Matilda Carrot
mijnenveeg installatie
(40)
Matilda CDL (Canal Defence Light)
zoeklicht versie

Matilda A27
Ordnance QF 57 mm in A27 koepel
1
Matilda II "Black Prince"
radiografische ombouw A12E2
(1)
Matilda F-96
Sovjet Matilda III met 76mm ZiS-5

Matilda Frog
vlammenwerper versie Australië
25
Matilda Murray
vlammenwerper versie Australië

Matilda Dozer
Bulldozer variant Australië

Matilda Hedgehog
Matilda Projector, Hedgehog, No. 1 Mark I Australië
6



Infanterie-Kampfpanzer Mark II 748(e)
Duitse buitgemaakte Matilda II
?

Definitielijst

Infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Vulcan A12E1 / A12E2

Vanuit de ervaringen opgedaan tijdens de eerste Wereldoorlog had Major-General Percy Hobart, op basis van tactische ontwikkelingen opgetekend door Captain B.H. Liddell Hart, een visie ontwikkeld waarbij Britse tanks ruwweg in twee werden gedeeld. Aan de ene kant de Cruiser tank, een tank dat als geschutswapen werd gebruikt en de Infantry Tank, welke als ondersteuningswapen voor de infanterie op het slagveld werd gebruikt. Toen Hobart in 1934 de Inspector, Royal Tank Corps was, ontwikkelde hij de specificaties voor twee versies van de Infantry Tank. De ene was een lichte tank, met relatief zware bepantsering, bediend door twee man en uitgerust met een machinegeweer voor directe vuursteun tijdens het oprukken van infanterie eenheden. De opdracht voor dit voorstel ging naar Vickers, die de A11, oftewel Infantry Tank Mk I, hiervoor ontwikkelde. De tweede specificaties was voor een groter voertuig met minstens vier bemanningsleden, bewapend met een stuk geschut en een machinegeweer die meer vuursteun kon leveren aan de infanterie. Dit laatste voorstel resulteerde in 1936 in een ontwerp van de hand van het Royal Arsenal in Woolwich. De firma Vulcan Foundry ontving de opdracht dit voertuig te gaan produceren.[1][2][3]


A12E1 Bron: IWM KID 1542

Bij het ontwikkelen van de A12 was men uitgegaan van diverse onderdelen die bij het ontwikkelen van de A7, een tank uit het begin van de jaren 1930, die niet verder kwam dan drie prototypen. Voor de A12 werd besloten gebruik te maken van twee 87 pk AEC diesel motoren. In november 1936 ontving Vulcan de opdracht tot de constructie van twee houten mock-ups en twee stalen prototypen. De eerste mock-up kwam gereed in april 1937. Het eerste stalen prototype, de A12E1, volgde in april 1938 en de tweede de A12E2, korte tijd later.[4]

De prototypen werden getest en bevielen uitstekend. De A12E1 kreeg WD nummer T-3431 en de registratie HMH 786. Het tweede prototype, de A12E2 ontving het WD nummer T-3432. Er dienden alleen wat aanpassingen te gebeuren aan de versnelling, de ophanging en de koeling. In juni 1938 werd een eerste bestellen voor 140 exemplaren bij Vulcan geplaatst als Infantry Tank Mk I, Matilda II.[5]


A12E1 met enkele uitlaat voor de AEC motoren Bron: IWM KID 465

Met een gewicht van 27 ton was de Matilda II voor die tijd een zware tank. De bewapening bestond uit een stuk Ordnance QF 40 mm geschut in een driepersoons koepel. De koepel werd aangedreven door een hydraulische motor, maar kon ook handmatig worden aangedreven. Eveneens in de koepel bevond zich een 7,92 mm Besa machinegeweer. Voor in de romp van de tank bevond zich het compartiment voor de bestuurder, daar achter het gevechtscompartiment onder de koepel en achterin de romp het motorcompartiment. De bestuurder had een eigen luik boven zijn hoofd, voor in de romp. Onder de bestuurder bevond zich een groot ontsnappingsluik in de bodem van de tank. Het zicht voor de bestuurder werd geleverd door een kijksleuf, die handmatig kon worden afgesloten met een pantserplaat, daarnaast had de bestuurder de beschikking over een Mk IV periscoop. De bepantsering aan de voorzijde was 78 mm dik en aan de zijkanten65 tot 70 mm. Het motorcompartiment werd beschermd door 55 mm pantserstaal. De koepel was uit één stuk gegoten en had een bepantsering van 75 mm. De schutter en Kommandant zaten aan de linkerzijde van het geschut, de lader aan de rechterzijde. De koepel had een luik uit twee delen en een Mk IV periscoop in het voorste luikdeel. Eenzelfde periscoop was gemonteerd in de koepel zelf voor de schutter. De meeste ammunitie bevond zich rondom de bemanning in de koepel. De bovenzijde van de koepel, romp en motorruimte bestond uit 20 mm dik pantserstaal. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog betekende dit dat de Matilda II beter gepantserd was dan haar tijdgenoten zoals de Panzer III en Panzer IV tanks bij de Duitsers. Zelfs de Sovjet T-34 was minder gepantserd. Nadeel was echter dat hierdoor de snelheid relatief laag lag. Maximaal 9,7 km/u op terrein en 26 km/u op wegen was langzamer dan de meeste vijandelijke tanks.[6][7][8]

Definitielijst

eerste Wereldoorlog
Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Infantry Tank Mk II (Matilda II Mk I)

De eerste versie van de tank, de Matilda II Mk I werd vanaf 1937 geproduceerd. Het ingewikkelde productieproces zorgde er echter voor dat toen de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939 uitbrak nog maar twee exemplaren waren afgeleverd. Naast bestellingen bij Vulcan werden ook de firma's Ruston & Hornsby, John Fowler & Company, de London, Midland and Scottish Railway in Horwich, Harland and Wolf en de North British Locomotive Company in Glasgow bij het productieproces ingeschakeld. Tot augustus 1943 leverden deze firma's totaal 2.987 Matilda II tanks af in diverse varianten. De verdeling over de aantallen per variant kan moeilijk worden ontrafeld.[9][10]


Matilda II Mk I, T-6909, 7th Royal Tank Regiment, 23rd Armoured Brigade, Frankrijk, 1940 Bron: Public Domain (onbekend)

De Matilda II Mk I, later simpelweg Matilda I (na afvoer van de Infantry Tank Mk I) was op enkele aanpassingen na, nagenoeg gelijk aan de prototypen. Deze eerste productiegroep had als secundaire bewapening echter een 7,7 mm Vickers machinegeweer in plaats van het latere standaard Besa machinegeweer.[11]

De Matilda Mk I, zoals de tank werd aangeduid na afvoer van de Infantry Tank Mk I kon worden herkend aan de typische gepantserde sleuf waarin het Vickers machinegeweer was aangebracht. Het werd aangedreven door twee 87 pk AEC 183/184 motoren. Vanwege de gebruikte AEC motoren had de tank aan de achterzijde één enkele uitlaat. De tank werd in een onbekend aantal geproduceerd onder de eerste groep van 140 geproduceerde Matilda II tanks. In ieder geval is bekend dat in de WD nummerreeks T-6712 tot en met T-6736 zowel Mk I als Mk II tanks zaten.[12]

Technische gegevens Matilda II Mk I

 Naam: Matilda II Mk I
 Bouwer:
o.a. Vulcan
 Type:
Lichte infanterie tank
 Lengte:
5,61 meter
 Breedte:
2,59 meter
 Hoogte:
2,52 meter
 Gewicht:
26.925 kg
 Motor:
2x AEC 183/184 dieselmotoren
87 pk
 Snelheid:
24,14 km/u (op de weg)
12,87 km/u (in het veld)
 Bereik:
258 km (op de weg)
 Bewapening:
1x 7,7 mm Vickers machinegeweer
1x 40 mm Ordnance QF geschut
 Bepantsering:
13-78 mm
 Bemanning:
4
 Aantal:
? van 140

Definitielijst

infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Infantry Tank Mk IIA (Matilda II Mk II)

Al vroeg in de productie werd overgestapt op het gebruik van een 7,92 mm Besa machinegeweer in plaats van het 7,7 mm Vickers machinegeweer. De variant werd nu aangeduid als Infantry Tank Mk IIA of ook wel Matilda II Mk II.[13][14][15]

Het gebruik van de het Besa machinegeweer voorzag in een aantal wijzigingen die moesten worden aangebracht aan de koepel ten einde de Besa te kunnen monteren. Met name de vormgeving rond de positie van het machinegeweer wijzigde hierdoor. Voor het Vickers machinegeweer was een opening noodzakelijk voor de afvoer van het koelwater, dit was bij de Besa niet meer nodig, evenals de waterpomp die hiervoor nodig was. Door al deze wijzigingen ontstond vertraging in het productieproces. Hierdoor waren voor de strijd in mei-juni 1940 in Frankrijk relatief weinig Matilda II tanks beschikbaar. Nadat de Matilda I oftewel Infantry Tank Mk I was uitgefaseerd werd de Matilda II Mk IIA veelal aangeduid met de term Matilda Mark II of kortweg Matilda II. De Mk II werd aangedreven door twee AEC diesel motoren. Doordat tijdens de productie van de eerste 140 Matilda II tanks al werd overgestapt op een nieuw type motor, werd een relatief klein gedeelte van deze tanks geproduceerd binnen die eerste groep. De tanks waren te onderscheiden door de gewijzigde vormgeving rond de mitrailleur en de enkele uitlaat voor de AEC 183/184 motoren.[16]


Matilda II Mk II Bron: Imperial War Museum MH 9264

Het precieze aantal Mk IIA tanks is onbekend. in ieder geval is een reeks van 100 bekend (bestelling T.9958 dd. 17 juni 1940) met de WD nummers T-17685 tot en met T-17784 van 100 Mk IIA tanks. Daarnaast is bekend dat in de WD nummerreeks T-6712 tot en met T-6736 zowel Mk I als Mk II tanks zaten, T-3671 een Mk II was, evenals T-6805 tot en met T-6898 en T-26831. Ook in de WD reeks T-10075 tot en met T-10459 zaten Mk II naast Mk III tanks.

Definitielijst

mitrailleur
Machinegeweer, een automatisch, zwaar snelvuurwapen.

Technische gegevens Matilda II Mk II

 Naam: Matilda II Mk II
 Bouwer:
o.a. Vulcan
 Type:
Lichte infanterie tank
 Lengte:
5,61 meter
 Breedte:
2,59 meter
 Hoogte:
2,52 meter
 Gewicht:
26.925 kg
 Motor:
2x AEC 183/184 dieselmotor
87 pk
 Snelheid:
24,14 km/u (op de weg)
12,87 km/u (in het veld)
 Bereik:
258 km (op de weg)
 Bewapening:
1x 7,92 mm Besa machinegeweer
1x 40 mm Ordnance QF geschut
 Bepantsering:
13-78 mm
 Bemanning:
4
 Aantal:
? van 140

Definitielijst

infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Infantry Tank Mk IIA* (Matilda II Mk III)

De volgende variant die ontstond was de Infantry Tank Mk IIA* of ook wel Matilda II Mk III. De "A" stond voor de Besa mitrailleur en de ster voor het gebruik van twee 95 pk Leyland E148/E149 of Leyland E164/E165 diesel motoren in plaats van de AEC motoren bij de eerste twee varianten.[17][18]

Het tweede prototype, de A12E2 werd gebruikt als testbank voor de introductie van de Leyland motoren. Als tijdens de productie van de eerste 140 tanks werd overgestapt naar het gebruik van deze krachtiger motoren. Naast de toepassing van de nieuwe motoren werd een Wilson versnellingsbak en stuurinstallatie gemonteerd in plaats van de tot dat moment gebruikelijke combinatie van een Wilson versnellingsbak en Rackham stuursysteem. Aanvankelijk werden deze tanks aangeduid als Matilda II Mk III, maar na uitfasering van de Infantry Tank Mk I werd dit simpelweg Matilda III.

Het aantal geproduceerde Mk III tanks is onbekend, naast een deel van de eerste 140 tanks werd dit type eveneens geproduceerd in latere bestelrondes. Wel is bekend dat tegelijk met een bestelling (T.9958) van 17 juni 1940 een reeks van vijf Mk IIA* werd besteld met de WD nummers T-10309 tot en met T-10313. De reeksen T-5734 tot en met T-5812 en T-37153 tot en met T-38149 bestonden geheeld uit Mk III tanks, terwijl de WD reeksen T-6923 tot en met T-7025, T-7304 tot en met T-7433 en T-35241 tot en met T-35444 uit Mk III en Mk IV tanks bestonden. De Mk III tanks kregen door het gebruik van de Leyland motoren twee uitlaten in plaats van de enkele bij de AEC aangedreven tanks. Daarnaast kregen de Mk III tanks een No. 19 radio installatie met twee antennes in plaats van de enkele zoals was toegepast bij de Mk I en Mk II tanks.

Definitielijst

mitrailleur
Machinegeweer, een automatisch, zwaar snelvuurwapen.

Infantry Tank Mk IIA** (Matilda II Mk IV)

Het gebruik van een verbeterde type 95 pk Leyland E170/E171 motoren en weglating van het zoeklicht op de koepel, ontstond de volgende versie, de Infantry Tank Mk IIA** of ook wel Matilda II Mk IV.[19][20]

De voornaamste wijziging die werd aangebracht was de toepassing van een ander ophangingssysteem voor de motoren en grotere brandstoftanks. Waar eerst de motoren op drie punten werden vastgezet, werd nu een meer rigide constructie gekozen. De olie en lucht toevoer werd beter gesitueerd. De enige visuele wijziging ten opzichte van de Mk III was de verwijdering van het zoeklicht op de koepel. Na uitfasering van de Infantry Tank Mk I werd dit type veelal simpelweg aangeduid als Matilda IV.

Het is onbekend hoeveel Matilda IV tanks werden geproduceerd. Wel werden 33 Matilda IV tanks naar Nieuw Zeeland gestuurd. Het Nieuw-Zeelandse leger heeft deze echter nooit ingezet en gaf de voorkeur aan Valentine tanks. Het geschut van deze Matilda tanks werd gemonteerd op de Valentine tanks. De geschut loze Matilda IV tanks werden in 1944 overgedragen aan Australië. De WD reeksen T-6923 tot en met T-7025, T-7304 tot en met T-7433 en T-35241 tot en met T-35444 bestonden uit Mk III en Mk IV tanks en de reeks T-27752 tot en met T-27849 bestond geheel uit Mk IV tanks.

Infantry Tank Mk II (Matilda II Mk V)

De laatste standaard variant was de Infantry Tank Mk II Mk V oftewel Matilda II Mk V. Deze variant had een verbeterde transmissie. Ook bij deze variant werd gebruik gemaakt van twee 95 pk Leyland E170/E171 diesel motoren.[21][22]

Bij eerdere Matilda II tanks werd een Clayton Dewandre lucht servo ingebouwd in het transmissie systeem. Bij de Matilda II Mk V werd dit vervangen door een Westinghouse lucht servo. Overige wijzigingen waren slechts intern in de tank waardoor visueel deze tank niet van de Mk IV was te onderscheiden. Na uitfasering van de <Infantry Tank Mk I werd de Mk V veelal aangeduid als Matilda V. Het is onbekend hoeveel van dit type werden geproduceerd. Alleen is bekend dat de WD reeks T-10075 tot en met T-10459 uit Mk II en Mk V tanks bestond.

Matilda CS (Close Support)

Op basis van de Matilda II Mk III en Matilda II Mk IV, werd een variant ontwikkeld voor nabije ondersteuning van infanterie. Hiervoor werd een 76 mm QF Houwitser gemonteerd voor het afvuren van zware explosieven of rookgranaten. Deze variant werd veelal in combinatie met de andere varianten ingezet te ondersteuning van oprukkende troepen.


Matilda II CS, B Squadron, 2/4 Armoured Regiment, Bougainville, 26 april 1945 Bron: Australian War Memorial

In ieder geval de WD reeksen T-18890 tot en met T-19023 en T-29908 tot en met T-29931 bestonden uit Mk IVCS tanks.

Definitielijst

Houwitser
Ook bekend als Haubitze (Du) of Howitser (En). Houwitser is een krombaan geschut. Schiet dus met een kromme baan en heeft daardoor een minder grote reikwijdte. Deze kan voor een 155mm houwitser toch nog bij 18 km liggen
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Matilda Baron

De Matilda Baron was een experimentele mijnenveger. Op basis van een Matilda chassis werd een mijnenveeginstallatie getest. Er werden vier varianten, de Baron I, Baron II, Baron III en Baron IIIA getest. Deze variant werd echter nooit operationeel ingezet.[23]

De Baron was een ontwikkeling van Major A.S.J. du Toit uit Zuid-Afrika en werd in Pretoria ontwikkeld. Hij ontwikkelde het idee om met een installatie voor een tank een ketting of dorsvleugel te monteren, waarmee mijnen konden worden gedetoneerd en waarmee dan een pad door een mijnenveld kon worden vrijgemaakt. Zijn idee werd omarmt en in november 1941 werd hij naar Engeland gezonden om dit verder uit te werken.

De eerste versie, de Baron Mk I of ook wel kortweg Baron I, werd door AEC geproduceerd op basis van een Matilda II. Hierbij bleef de tank haar standaard configuratie inclusief geschutskoepel behouden en werd een installatie aangebracht op de tank waarbij de dorsvlegels op ongeveer 3 meter voor de tank kwamen te hangen tussen twee armen die aan de zijkant van de tank waren bevestigd. De rotor met de dorsvlegels werd aangedreven door een Chrysler motor. Dit systeem werd in januari 1942 getest maar de motor en installatie bleek onvoldoende krachtig genoeg om zowel de op- en neerwaartse beweging van de armen als de rotatie van de dorsvlegels te garanderen.

Bij de Baron Mk II (Baron II) werd getracht dit probleem op te vangen door gebruik van een 6 cilinder Bedford motor. Tussen april en juni 1942 werd deze configuratie getest. Hoewel de beweging van de armen voldoende bleek, was ook deze motor niet krachtig genoeg voor de roterende beweging van de dorsvlegels.


Matilda Baron III in actie Bron: Imperial War Museum H 31847

Een derde poging, de Baron Mk III (Baron III) werd in september 1942 geproduceerd en nu werden twee Bedford motoren gebruikt, voor elke functie één. Daarnaast werd het mechanisme lager gemonteerd zodat een groter gebied door de vlegels werd geraakt. Door het gebruik van de twee motoren werd het geheel veel zwaarder en de geschutskoepel moest worden verwijderd om het gevaarte bruikbaar te maken.

De definitieve variant werd de Baron Mk IIIA (Baron IIIA), welke slechts beperkt werd gewijzigd ten opzichte van de Mk III. Eind 1942 werd dit type getest en in productie gebracht. Er werden bij Curran Brothers in Cardiff zestig exemplaren besteld. Midden 1943 waren de bestelde exemplaren gereed maar eigenlijk alweer verouderd. In de tussentijd was door Du Toit en zijn medewerkers in het Midden Oosten al een gemoderniseerde variant geproduceerd, de Matilda Scorpion. De geproduceerde Baron IIIA tanks weden hierna alleen ingezet bij opleidingen.

Matilda Scorpion

In Noord-Afrika werd op basis van een Matilda chassis een mijnenveger gefabriceerd en ingezet onder de noemer Matilda Scorpion. Er werden twee varianten geproduceerd, de Scorpion I en Scorpion II. De werden ingezet tijdens en na de slag om El Alamein.[24]

De Scorpion I, ook wel Matilda Scorpion I of Matilda Scorpion werd door Major A.S.J. Du Toit in mei 1942 ontwikkeld in het Midden Oosten in samenwerking met Captain Norman Berry (RAOC). Met gebruikmaking van een Matilda II tank werd dit de Scorpion I. Gebaseerd op het ontwerp van de Baron III, werd een eenvoudiger variant van het mechaniek van de armen en dorsvlegel ontworpen. Hierdoor kon worden volstaan met één 30 pk Bedford motor voor de aandrijving van alleen de dorsvlegelinstallatie.


Matilda Scorpion I, 5 november 1942 Bron: Imperial War Museum E 19019

Het is niet geheel bekend hoeveel Scorpion I tanks er werden geproduceerd. Allen werden in Noord-Afrika gebouwd en ingezet. Tijdens de tweede slag op El Alamein in oktober 1942 werden 32 exemplaren ingezet bij het 42nd Royal Tank Regiment en het 44th Royal Tank Regiment. Op basis van de resultaten werd besloten tot de productie van 300 installaties. Onbekend is hoeveel hiervan op de Matilda II werden toegepast. De installaties werden namelijk ook op de Valentine tank als Valentine Scorpion II en op de M3 Grant tank als Grant Scorpion III toegepast. A Squadron, No. 1 Scorpion Regiment gebruikte in ieder geval de Matilda Scorpion I bij de aanval op de Mareth linie op 20 maart 1943. B Squadron van hetzelfde regiment heeft de Matilda Scorpion I ingezet bij Wadi Akarit op 5 april 1943.

Definitielijst

El Alamein
Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.
Regiment
Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.

Matilda AMRA

Met toepassing van een AMRA mijnenveeginstallatie werden 140 Matilda tanks ingezet als mijnenvegers. De AMRA was een Anti-Mine Roller Attachment en bestond uit metalen rollers met een ophangsysteem die gemonteerd konden worden voor een tank. Bij de Matilda werd de AMRA Mk Ia gebruikt voor dit doel. Aangezien de rollers bij aanraking met een mijn werden vernield kon dit systeem alleen worden gebruikt voor het vinden van mijnen. Daarna moesten ze met andere middelen worden geruimd. Slechts enkele exemplaren werden daadwerkelijk gebruikt.[25]


Matilda II met AMRA Mk 1a Bron: Imperial War Museum E 16228

Matilda Carrot

Een veertigtal AMRA Matilda's werd voorzien van een inrichting waarmee mijnen en obstakels konden worden geruimd en ingezet onder de noemer Matilda Carrot. Er werden drie varianten ingezet. De twee grootste maakten gebruik van een 34 kg of 275 kg explosief en werd gemonteerd voor de AMRA. De gehele AMRA werd dan in een mijnenveld of tegen een obstakel worden gereden en kon daar tot ontploffing komen waarmee het obstakel of de mijnen werden opgeblazen. Een derde variant bestond uit een 10 kg explosief dat direct aan de voorzijde van de tank was bevestigd en bij detonatie slechts kleine schade aan de tank toebracht meer meer aan het object waar de tank tegen werd geplaatst. Deze varianten werden alleen getest en op deze wijze niet operationeel ingezet.


Matilda AMRA met Carrot Bron: Public Domain (onbekend)

Matilda CDL (Canal Defence Light)

Een onbekend aantal Matilda II Mk II en Matilda II Mk V tanks werd voorzien van een grote schijnwerper installatie. Deze werd bij Matilda II Mk II tanks ingebouwd door de geschutskoepel te vervangen. Dit type was speciaal ontworpen om te worden ingezet bij nachtgevechten.[26]

De lichten waren niet bedoeld om het slagveld voor de eigen troepen bij de lichten maar waren zodanig geschakeld dat een snel knipperend licht werd getoond met het doel de vijandelijke troepen te verblinden. Het principe was al tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkeld door Royal Navy Commander de Thoren, maar was nooit toegepast. De Thoren ging na de oorlog verder met de ontwikkeling en verkocht het idee in 1937 aan het War Office. In september 1939 werd een koepel geconstrueerd op basis van het ontwerp. In juni 1940 werd het principe gedemonstreerd aan het Britse leger. Het concept ontving de codenaam Canal Defence Light waarmee de indruk werd gewekt dat het een verdedigingslicht was tegen een op handen zijnde Duitse aanval via het Engelse Kanaal.

De geconstrueerde koepel was ingericht met het gebruikte lichtsysteem, een 7,92 mm Besa machinegeweer een een dummy 40 mm kanon. Binnenin was de koepel in twee compartimenten verdeeld met links de licht bediener en rechts de installatie zelf. Er was maar plaats voor twee bemanningsleden, de licht bediener en de bestuurder.

Er werden 300 koepels besteld, waarmee twee tankbrigades konden worden uitgerust. Het 11th Royal Tank Regiment werd in 1942 omgeschoold tot gebruik hiervan en in juni van dat jaar naar Egypte gezonden. Pas in januari 1943 was een tweede regiment uitgerust. Het gebruik van de CDL tanks kan moeilijk worden vastgesteld. Zowel de 1st Tank Brigade als de 35th Tank Brigade werden uitgerust met de tanks, maar onduidelijk is wat hun inzet was. De naar Egypte gezonden tanks werden niet ingezet omdat men eerst in Europa dit principe wilde testen. Het enige wat bekend is geworden is dat de CDL werd ingezet bij de oversteek van de Rijn in 1945. Op dat moment was de Matilda CDL tank echter veelal al vervangen door een soortgelijke variant van de M3 Grant Medium Tank.

Definitielijst

Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
Eerste Wereldoorlog
Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.
kanon
ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
Regiment
Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.

Matilda A27

In een poging van de Matilda II een tank te produceren met een hogere slagkracht werd een exemplaar voorzien van een A27 tankkoepel met Ordnance QF 57 mm geschut.


Bron: Public Domain (onbekend)

Matilda II Black Prince

Het eerste prototype werd nog gebruikt als experimenteel platform voor een radiografische bestuurde tank.

Matilda F-96

in de Sovjet Unie werd de Matilda II daadwerkelijk opgewaardeerd om een betere slagkracht te verkrijgen. Hiertoe werd een 76mm ZiS-5 geschut aangebracht.

Matilda Frog / Matilda Murray

In Australië werden op basis van de Matilda II, twee vlammenwerper tanks geproduceerd, de Matilda Frog en de Matilda Murray.[27]

Eind 1944 werden 25 Matilda IV en Matilda V tanks verbouwd tot vlammenwerper. Het waren voormalige met Houwitser bewapende tanks waarbij de Houwitser was vervangen door een op het wapen gelijkende vlammenwerper. De vlammenwerper en de brandstof er voor werden gemonteerd in de tankkoepel. Aanvullende brandstof voor de vlammenwerper was op diverse plaatsen in de tank in aanvullende brandstoftanks gesitueerd. De gebruikte brandstof was Geletrol. Er kon een vlam geworpen worden van 75 tot 90 meter. Nadeel was dat het systeem gebruik maakte van een pomp en dat iedere vlam 20 seconden nodig had om op te bouwen.


Matilda Frog, 2/1st Armoured Brigade Reconnaissance Squadron, Morotai Bron: Australian War Memorial 109023

De Matilda Frog werd operationeel door het Australische leger ingezet op Borneo en werd als een waardevol wapen gezien.

Om het probleem met de 20 seconden opbouw van de vlam bij het vlammenwerpen op te lossen, werd een gasdruksysteem in gebruik genomen waarmee een constante druk kon worden gerealiseerd. Deze Matilda Murray kwam echter te laat gereed om niet te worden ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Definitielijst

Houwitser
Ook bekend als Haubitze (Du) of Howitser (En). Houwitser is een krombaan geschut. Schiet dus met een kromme baan en heeft daardoor een minder grote reikwijdte. Deze kan voor een 155mm houwitser toch nog bij 18 km liggen

Matilda Dozer

De Matilda Dozer was een tot bulldozer verbouwde Matilda tank binnen het Australische leger. Er werd gebruik gemaakt van een Britstand bulldozer blad, geproduceerd door de British Standard Machinery Company in Sydney. Dit bulldozerblad kon voor de tank worden gemonteerd. Met dit blad konden obstakels worden weggedrukt op het slagveld.[28]


Matilda Dozer No. 3 Mark I Bron: Public Domain (onbekend)

Er werden twee varianten geproduceerd met als enige verschil de manier waarop het bulldozerblad omhoog of omlaag kon worden bewogen. Bij het No. 1 Mark I systeem werden kabels toegepast en bij het No. 3 Mark I systeem werd een hydraulische installatie gebruikt. Het No. 1 systeem werd in Australië gemonteerd terwijl het No. 3 systeem naar de frontlinie werd getransporteerd en te plaatst kon worden gemonteerd. Voor zover bekend werd alleen het No. 1 Mark I systeem in beperkte mate in augustus 1945 tijdens de landingen bij Labuan en Balikpapan ingezet.

Matilda Hedgehog

In Australië werden zes Matilda tanks voorzien van een mortierinstallatie. Deze variant werd formeel aangeduid als Matilda Projector, Hedgehog, No. 1 Mark I.

.

Matilda Hedgehog Bron: Public Domain (onbekend)

Infanterie-Kampfpanzer Mark II 748(e)

Na de strijd in België en Frankrijk in mei en juni 1940 en in Noord Afrika, werden door de Duitsers een aanzienlijk aantal Matilda II tanks buitgemaakt. Deze werden veelal als Infanterie-Kampfpanzer Mark II 748(e) in dienst genomen en gebruikt bij bewakingseenheden en opleidingseenheden.

Een aantal chassis van de Matilda II werden voorzien van een 5 cm KwK L/42. Voor zover bekend ontving deze variant geen officiële aanduiding.

Definitielijst

Infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Inzet Matilda II

De Britse regering had met de British Expeditionary Forces (BEF) ook de 4th en 7th Royal Tank Regiments van de 1st Army Tank Brigade naar Frankrijk gezonden. De twee bataljons hadden de volgende standaardsamenstelling:[29]

Matilda I Matilda II Mk VI Bren Carrier
4th RTR 50 0 5 8
7th RTR 27 23 7 8

Daarnaast werden 6 Matilda II tanks toegewezen aan de Beauman Divisie en de 1st Armoured Division, net als de Matilda Mk I. De tank heeft haar waarde bewezen tijdens de Slag bij Arras.
De tank was al snel een gevreesd wapen bij de Duitsers. Er waren echter te weinig aanwezig om een werkelijke bedreiging te kunnen vormen. Daarnaast werden de aanwezige tanks vooral individueel gebruikt bij de ondersteuning van de verdedigende infanterie. De Duitsers gebruikten hun tankwapen juist geconcentreerd, zodat de Matilda II altijd tegenover een overmacht kwam te staan. In die tijd was het echter bestand tegen alle Duitse antitank kanonnen behalve de 88 mm, die toen maar sporadisch in gebruik was. Bij de strijd in mei en juni 1940 gingen voor de Britten 29 Matilda II tanks verloren.[30]

Bij de slag om Kreta ging maar liefst de helft van het pas herbewapende 7th Royal Tank Regiment verloren bij de evacuatie.

Ook het Canadese leger heeft korte tijd, van juli tot oktober 1941 gebruik gemaakt van een aantal Matilda II tanks. Deze waren ingedeeld bij de 1st Canadian Army Tank Brigade tot ze werden vervangen door de Churchill tank.[31]

De grote kracht van de Matilda II bleek vooral in de eerste periode van de campagne in Noord-Afrika, waar de Italiaanse tanks geen enkele partij wisten te bieden tegen de tank. In deze periode verkreeg de tank haar beroemd geworden naam "Queen of the Desert". Het was echter snel gedaan met de Matilda II toen Rommel met zijn Afrika Korps arriveerde. De nieuwere Duitse tanks maakte korte metten met de Britten. Met name de toen al volledig bij het Duitse leger ingeburgerde 88 mm antitankkanonnen hadden geen kind aan de Matilda II. Ook hier waren het weer de 4th en 7th Royal Tank Regiments, die ook al in Frankrijk hun tanks hadden moeten achterlaten, welke een rol speelden. De beide regimenten werden ingezet zomer 1942 bij operatie Battleaxe, voor de ontzetting van het omsingelde Tobroek. De Matilda's kregen zoveel tegenstand van het Afrika Korps en haar superieure wapens dat aan het eind van de slag beide regimenten nagenoeg geen Matilda meer over hadden. Naast deze regimenten hebben ook de 42nd en 44th Royal Tank Regiments de tank gebruikt in Egypte en Cyrenaica. De laatste actieve rol voor de Matilda II in Noord-Afrika was tijdens de Slag om El Alamein in juli 1942. De Matilda II zou hier snel vervangen worden door Crusaders, Stuarts en later ook Grants.[32]

Van alle geproduceerde Matilda II tanks zijn er maar liefst 1084 stuks geleverd aan de Sovjet-Unie tot augustus 1943. De Sovjets hebben de tank op veel plaatsen gebruikt tussen 1942 en 1944.

Het Australische leger heeft volop gebruik gemaakt van deze tank bij de verdediging van Borneo, Nieuw Guinea en Australië zelf. Er zijn voornamelijk tanks van het Mk IIA en A* type naar Australië gezonden. Naar schatting gaat het om 409 stuks. Tegen het eind van de oorlog werd de tank voornamelijk ingezet als ondersteuningsgeschut bij infanterieaanvallen. Het Australische leger heeft de tank nog tot 1953 in gebruik gehad.[33]

De enig andere bekende gebruiker van de Matilda II na de Tweede Wereldoorlog was het Egyptische leger die de tank tegen het Israëlische leger gebruikte in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948.

Noten

  1. Chamberlain, 1969, pag. 54
  2. Fletcher, 2012, pag. 3
  3. Fletcher, 1989, pag. 4
  4. Fletcher, 2012, pag. 8
  5. Fletcher, 2012, pag. 8
  6. Fletcher, 2012, pag. 5-8
  7. Jentz, 1998, pag. 12
  8. Tucker, 2004, pag. 52
  9. Fletcher, 2012, pag. 8
  10. Tucker, 2004, pag. 252
  11. Fletcher, 2012, pag. 12-14
  12. Taylor, 2021, pag. 97
  13. Jentz, 1998, pag. 12
  14. Fletcher, 2012, pag. 12-14
  15. Bishop, 1998, pag. 27
  16. Taylor, 2021, pag. 97
  17. Jentz, 1998, pag. 12
  18. Taylor, 2021, pag. 97
  19. Fletcher, 2012, pag. 12-14
  20. Taylor, 2021, pag. 97
  21. Fletcher, 2012, pag. 12-14
  22. Taylor, 2021, pag. 97
  23. Bishop, 1998, pag. 27
  24. Bishop, 1998, pag. 27
  25. Bishop, 1998, pag. 27
  26. Bishop, 1998, pag. 27
  27. Bishop, 1998, pag. 27
  28. Bishop, 1998, pag. 27
  29. Tucker, 2004, pag. 53
  30. Taylor, 2021, pag. 106
  31. Skaarup, 2011, pag. 33
  32. Tucker, 2004, pag. 52
  33. Tucker, 2004, pag. 53

Definitielijst

Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
Divisie
Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
El Alamein
Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
operatie Battleaxe
Britse operatie met als doel het doorbreken van de Duits-Italiaanse verdediging op de grens met Libië-Egypte. Daarna door stoten naar, Derna, Mechili en het belegerde Tobruk, van 15 t/m 19 juni 1941.
Regiment
Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.
Sovjet-Unie
Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.