Let op: dit artikel is aan herziening toe. Wilt u ons helpen met het (her)schrijven van dit artikel, neem dan contact op met de redactie.
Joachim von Ribbentrop werd geboren op 30 april 1893 in Wesel. Hij was de zoon van een officier. Gedurende zijn jeugd woonde Von Ribbentrop in Zwitserland, Frankrijk en Engeland. Na het volgen van verschillende hogescholen emigreerde Von Ribbentrop naar Canada waar hij samen met zijn broer meewerkte aan de constructie van een brug in Quebec en het aanleggen van een spoorlijn. Daarna ging hij in de Verenigde Staten werken als journalist voor een krant in zowel New York als Boston, totdat in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak en hij terugkeerde naar Duitsland om vrijwillig te dienen in het Duitse leger.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Von Ribbentrop zelf als officier bij de huzaren. Hij vocht zowel aan het oost- als het westfront en bracht zelfs enige tijd door in Istanbul waar hij Franz von Papen leerde kennen. Von Ribbentrop wist in zijn oorlogsjaren het IJzeren Kruis te bemachtigen. Na de demobilisatie ging hij in de wijnhandel.
In 1930 ontmoette Von Ribbentrop Hitler voor de eerste keer en Von Ribbentrop ging nauw samenwerken met de nationaalsocialisten, met als gevolg dat hij in 1932 lid werd van de NSDAP. In Von Ribbentrops villa werden in datzelfde jaar besprekingen gehouden tussen Hitler en onder andere Von Papen over het afzetten van rijkskanselier Von Schleicher. Ribbentrop fungeerde zelf als bemiddelaar tussen de conservatieven en de nationaalsocialisten. Hitler was onder de indruk van Von Ribbentrop, die hem op grond van zijn vele zakenreizen als een deskundige inzake het buitenland beschouwde. Daarom benoemde Hitler na de machtsovername Von Ribbentrop tot zijn adviseur omtrent de buitenlandse politiek. Ondertussen was Von Ribbentrop ook lid geworden van de SS, waarin hij uiteindelijk tot de rang van SS-Obergruppenführer zou opklimmen. Daarnaast werd hij in 1934 gevolmachtigde van de rijksregering voor ontwapeningsvraagstukken en tevens gevolmachtigde voor buitenlandse politiek in de staf van Rudolf Hess.
In 1935 sloot Von Ribbentrop als bijzonder ambassadeur het Brits-Duitse Vlootpact. In 1936 werd hij ambassadeur in Londen. Hitler had Von Ribbentrop de opdracht gegeven om Groot-Brittannië te overhalen om samen met Duitsland een front te vormen tegen de communistische Sovjet-Unie. Maar Von Ribbentrops missie liep uit op een grote mislukking, omdat hij niet in staat was de Britse mentaliteit aan te voelen. In Groot-Brittannië zorgde Von Ribbentrop tevens voor opschudding doordat hij in uniform gestoken SS-ers voor de ingang van de Duitse ambassade de wacht liet houden. Daarna vertegenwoordigde Von Ribbentrop zijn land in de Non-interventiecommissie voor de Spaanse Burgeroorlog en speelde een rol bij de voorbereiding van het Anti-Kominternpact.
In februari 1938 volgde hij Von Neurath op als rijksminister van Buitenlandse Zaken. Meer nog dan zijn collega's was hij slechts de gehoorzame uitvoerder van de bevelen van de Führer, zodat hij bij de totstandkoming van het verdrag van München maar een bijrol vertolkte. Von Ribbentrops departement werd aan de top voornamelijk bezet door leden van de SS. In november 1938 en later in augustus 1940 diende Von Ribbentrop in Wenen als bemiddelaar namens het Derde Rijk om de verdeling van Tsjechoslowakije te bewerkstelligen en de territoriale eisen van de regeringen van Roemenië en Hongarije gedeeltelijk inwilligde. Op 22 mei 1939 tekende hij te Berlijn het Italiaans-Duitse bondgenootschap en op 23 augustus 1939 te Moskou het Duits-Russische monsterverbond, het naar hem en naar de afgevaardigde van de Sovjet-Unie Molotov genoemde Molotov-Ribbentroppact. In het niet-aanvalsverdrag was een geheim protocol opgenomen, waarin nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie Polen hadden verdeeld, wat het eigenlijke begin van de Tweede Wereldoorlog inluidde.
In 1940 overwoog Hitler opnieuw de Sovjetunie aan te vallen. Daarom besloot hij Von Ribbentrop naar Japan te sturen om een nieuw verdrag te sluiten. Von Ribbentrop slaagde daarin en op 27 september 1940 ondertekende hij te Berlijn het Driemogendhedenverdrag met Italië en Japan. In de loop van de oorlog nam Von Ribbentrops invloed steeds verder af. Hitler zorgde er persoonlijk voor dat Von Ribbentrop verstoken bleef van belangrijke posities. Daarom besloot Von Ribbentrop om zich bezig te gaan houden met het onder druk zetten van vriendschappelijke mogendheden (vazalstaten) en bestuurders van bezette gebieden om de deportatie van Joden te bevorderen.
Na de dood van Hitler onthief de nieuwe leider van nazi-Duitsland, Dönitz, Von Ribbentrop van zijn functie en werd Von Ribbentrop opgevolgd door Arthur Seyss-Inquart als rijksminister van Buitenlandse Zaken. Toen Duitsland gecapituleerd had werd Von Ribbentrop op 15 juni in Hamburg gearresteerd en vervolgens voor het Internationaal Militair Tribunaal te Neurenberg aangeklaagd. Wegens misdaden tegen de vrede, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid werd hij ter dood veroordeeld en opgehangen.