Het gebruik van betonnen caissons als golfbreker stamt al uit het begin van de twintigste eeuw. De eerste caissons worden door Nederlanders ontworpen maar nog niet in de praktijk toegepast. In andere landen worden de caissons wel gebruikt bij de aanleg van kunstmatige havens.
De Phoenix caissons:
Winston Churchill gaf in 1942 opdracht voor een ontwerp van een noodhaven aan een diepe- en stormachtige kust, geschikt om schepen met materieel van de geallieerden te kunnen lossen aan een Atlantische kust. Het idee van ‘afzinkbare golfbrekers’ uit het begin van de twintigste eeuw kwam weer naar voren en het uiteindelijke ontwerp van de caisson is rechthoekig van vorm en worden 'Phoenix caissons' genoemd.
Er werden in totaal 212 van deze Phoenix caissons gebouwd als golfbrekers voor de Mulberry havens in Normandië.
Van deze 212 caissons bleven er een aantal achter in Engeland die niet meer nodig waren in Frankrijk in 1944.
Deze zijn na de oorlog gebruikt om de dijkgaten te dichten in o.a. Walcheren bij Rithem waar er nog twee boven het zand uitsteken (‘beetles’ of kevers), drijvers van een pontonbrug, de afsluiting van de Braakman in Zeeuws – Vlaanderen, de Brielse Maas in Zuid-Holland, Kruiningen en het Veerse Gat.
Vanuit het Engelse Portland zijn de laatste caissons versleept naar Zeeland en zijn er vier gebruikt in Ouwerkerk op Schouwen – Duiveland om daar het stroomgat te dichten na de watersnoodramp van 1953.
De afmetingen van de caissons zijn: 60 meter lang, 20 meter breed en 20 meter hoog. Na op hun plaats te zijn gebracht in het dijklichaam, werden ze gevuld met zand, zodat men nu over 13 meter zand loopt. De route door de caissons gaat gedeeltelijk onder de grond. Op het eind van de eerste caisson gaat u naar beneden en pas tussen caisson drie en vier komt u weer boven de grond.
De caissons zijn sinds 1965 beschermd monument en in 2003 zijn deze vier caissons en hun omgeving Nationaal Monument geworden.
In deze caissons is nu het Watersnoodmuseum ondergebracht, het museum herinnert aan de ramp in 1953.
Foto 1: Overzichtsfoto van drie van de vier caissons in het dijklichaam.
Foto 2: Maquette van een Phoenix caisson AX 180.
Foto 3: Beschrijving van een Caisson.
Foto 4: Het inwendige van een Caisson.
Foto 5: De hoogte in een Caisson.
De tekst op het informatiebord van foto 3:
Model van een zogenaamd ‘Phoenix-caisson’
Deze caissons zijn oorspronkelijk ontworpen voor gebruik bij de landing van de geallieerden in Noord-Frankrijk in 1944. De caissons werden toen gebruikt voor het bouwen van een kunstmatige haven in zee. Bij de watersnoodramp van 1953 zijn ze van Engeland naar Nederland gesleept. Hier werden ze gebruikt voor het dichten van vele dijkgaten, waaronder het gat bij Ouwerkerk. De caisson waar u nu in staat meet 62,5 x 19 x 19 meter en nam de plaats in van 7300 ton water. Het grootste gedeelte van deze caisson ligt onder uw voeten in het zand begraven (tot op een diepte van zo’n 15 meter).
Meer informatie kunt u vinden in het boek van Cor Heijkoop met de titel:
Phoenix-caissons Drijvende kolossen voor vrede en veiligheid. Het gebruik van Phoenix-caissons bij het Dijkherstel in Zeeland, 1945-1953. Uitgave 2002.
Voor de actuele bezoekersinformatie, kunt u terecht op de website van het museum.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!