Crashlocatie Handley Page Halifax HX334

Gedenkteken voor de bemanning van Handley Page Halifax Mk III, HX334 van 158 Squadron RAF.

Halifax roepnaam NP-C werd neergeschoten in de nacht van 12 op 13 mei 1944. alle zeven bemanningsleden overleefden
de crash met behulp van hun parachutes.
De vliegtuigbemanning waren:
Flying Officer Bill Robertson, (bommenrichter) RCAF
Sergeant John Evans (piloot) RAF
Sergeant Danny Daniels (navigator) RAF
Sgt Douglas Lloyd (radio-operator) RAF
Sgt Leslie Board (vluchtmonteur) RAF
Sgt Dick Colledge (schutter) RAAF
Sgt Frank Tait (schutter) RAAF

Het vliegtuig verliet de thuisbasis van RAF Lissett in Yorkshire om 21.56 uur en nam deel aan de niet al te succesvolle bomrun op de rangeerterreinen van het nabijgelegen station van Hasselt en werd toen het 64e slachtoffer van Heinz-Wolfgang Schnaufer, de leidende nachtjager-aas van de Tweede Wereldoorlog. De "nachtelijke geest van St Trond" zou die nacht nog twee "moorden" claimen en tegen het einde van de oorlog had hij 121 "moorden" op zijn naam staan, en bovendien zou hij gedurende de oorlog trouw blijven aan Bf 110s.

Van de zeven bemanningsleden zouden er vijf op vrije voeten blijven tot ze in september 1944 werden bevrijd. Terwijl het Australische paar gevangen zou worden genomen en bij Stalag Luft 7 terecht zouden komen, zouden de andere vijf deel uitmaken van Operatie Marathon die was ontworpen om geallieerde vliegeniers die zich in het door de nazi's bezette Europa bevonden, ontweken dus de gevangenneming. Zo werden ze geholpen door lokaal verzet om te ontsnappen en opgenomen in de komeetlinie en sommigen zouden verder worden bijgestaan ​​door de Belgische Witte Brigade.

Op het informatiebord links van de gedenksteen staat een groepsfoto waarop drie van de vliegtuigbemanningen te zien zijn, samen met Russische krijgsgevangenen die uit hun werkkamp waren ontsnapt. De Russen waren dwangarbeiders in lokale kolenmijnen in Zwartberg en Houthalen en waren ook verborgen door leden van de Comet Line. De jongeman op de foto links van de groep is verzetsman Rene Jaspers die 18 jaar oud was toen hij op de avond van 5 augustus 1944 samen met zijn vader door de Gestapo werd gevangengenomen. Wat er naast Rene Jaspers gebeurt, laat zien wat de mogelijke gevolgen zijn voor degenen die helpen bij het ontwijken van geallieerde vliegtuigbemanningen. kort na verhoor wordt hij via Fort Breendonk naar verschillende concentratiekampen gestuurd, waar hij zowat overleeft tot hij op 23 mei 1945 naar huis kan terugkeren. zijn vader Jules echter, heeft een kortere en meer "toevallige" vangst. Hij wordt naar de Sint-Gillisgevangenis in Brussel gestuurd, voordat hij op de "nazi-spooktrein" wordt geladen die nooit zijn beoogde bestemming bereikte toen de geallieerde legers dichterbij kwamen.

Degenen die meer wilden weten over drie van de 'kat en muis'-verhalen van de geallieerde piloot, waaronder Bill Robertson, die nog steeds contact hield met familieleden van degenen die hem hielpen, en 71 jaar later terugkeerde (zoals te zien is op de kleurenfoto), plus de dappere lokale leden van het verzet die alles op het spel zetten om te helpen; zie deze link als uitgangspunt: http://www.evasioncomete.org/flloydda.html

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Ian Paterson
• Foto's: Ian Paterson