TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Muurschildering Gymnasium Beyers Naudé

De muurschildering in het Gymnasium Beyers Naudé te Leeuwarden is opgericht ter nagedachtenis aan vijftien oud-leerlingen die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen.

De namen van de vijftien slachtoffers luiden:

Jan Dijkstra, Rinze Douma, Hermanus Albertus Feenstra, Willem Gerbrandy, Jan Jacob de Groot, Theodoor Hanselaar, Sijbe J. Hoekstra, Hantje de Jong, Hendrik de Jong, Herman Arend Johannes Mulder, Jacob van der Plaats, Jan Cornelis Veldkamp, Jan Visser, Egbert Mark Wierda en Klaas Jan Wypke Wierda.

Jan Dijkstra werd geboren op 2 december 1919 in Sneek. Hij was medefirmant van Dijkstra's kleiwarenfabriek. De Sneker sabotagegroep van de NBS, waar Dijkstra lid van was, was op 9 april 1945 bijeen. Toen de mannen de vergaderplaats aan de Oppenhuizerweg bij de Houkesloot verlieten, ontdekten ze enkele leden van de Grüne Polizei. De verzetsmannen vluchtten. Toen Jan Dijkstra en Jan Willem van der Kouwe in een roeiboot sprongen, werd het vuur op hen geopend. Het tweetal liet zich overboord vallen en zwom naar de overkant van de sloot. Toen Van der Kouwe uit het water kroop, werd hij in zijn rug getroffen door een kogel. Hij bleef gewond op de wal liggen. Dijkstra zocht dekking achter de polderdijk. Toen het stil bleef, kroop hij naar zijn vriend. Inmiddels had de schildwacht opdracht gekregen om Dijkstra neer te schieten. De schildwacht weigerde, waarop een lid van de Grüne Polizei het geweer pakte en Dijkstra door zijn longen schoot. Hij stierf ter plaatse en werd begraven op de Algemene begraafplaats in Sneek. Van der Kouwe werd jarenlang verpleegd, maar is nooit geheel hersteld.

Rinze Douma werd geboren op 28 april 1910 in Bergum. Hij was gereformeerd predikant in Emmercompascum, waar hij in het verzet onder de schuilnaam 'ds. De Groot' opereerde. In augustus 1943 verhuisde zijn gezin naar Groningen. In deze stad verspreidde hij illegale bladen en zorgde hij ervoor dat onderduikers een veilige verblijfplaats kregen. Verder heeft hij meegewerkt aan wapentransporten. Op 30 mei 1944 zag hij op het Amersfoortse station hoe gevangenen in spoorwagons werden gepropt. Douma ontstak in woede. Toen de bezetter hem fouilleerde, werden illegale papieren gevonden. Via de gevangenissen van Assen en Groningen werd Douma op 17 augustus 1944 op transport gesteld naar kamp Vught en een maand later naar het Kommando Oraniënburg van het concentratiekamp Sachsenhausen. Op 4 februari 1945 werd Douma naar Bergen-Belsen overgebracht, waar hij op 9 maart 1945 aan vlektyfus overleed.

Hermanus Albertus Feenstra werd geboren op 20 januari 1912 in Leeuwarden. De reserve 1e luitenant van het regiment Jagers sneuvelde op 10 mei 1940 te Rotterdam (Waalhaven). Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats in Leeuwarden.

Willem Gerbrandy werd geboren op 22 december 1915 in Goëngamieden. Hij werkte als volontair op de secretarie van de gemeente Wymbritseradiel. Op 1 juni 1939 werd hij ingedeeld bij de motordienst van het Vrijwillige Landstormcorps, afd. Groningen. Na de Nederlandse capitulatie op 15 mei 1940 begon Gerbrandy direct met verzetsactiviteiten. Tijdens een poging om naar Engeland uit te wijken, werd hij in januari 1942 bij Kijkduin gearresteerd en opgesloten in de dodencel van de Scheveningse gevangenis. Hier heeft hij zes maanden doorgebracht. Daarna verbleef hij veertien maanden in kamp Vught. Toen werd geconstateerd dat hij aan tuberculose leed, werd Gerbrandy opgenomen in het Sint-Jan ziekenhuis te Den Bosch. Op verzoek van zijn familie werd hij naar Goënganieden vervoerd, waar hij negen dagen later, op 3 september 1943, stierf in de ouderlijke boerderij. Gerbrandy werd begraven op de Hervormde begraafplaats te Goënga.

Jan Jacob de Groot werd geboren op 12 april 1918 in Anjum. Op 26 september 1941 is hij omgekomen bij een luchtgevecht en een daaropvolgend bombardement op Groningen. De Groot studeerde aan de universiteit van deze stad. Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats te Veenwouden.

Theodoor Hanselaar werd geboren op 6 november 1918 in Terheide aan Zee. Na het Gymnasium in Leeuwarden ging hij naar een zeevaartschool, waar hij een opleiding als stuurman kreeg. Om zich te onttrekken aan de arbeidsinzet dook hij onder bij zijn vriendin in Utrecht. Tijdens de bevrijding, op 7 mei 1945, ging Hanselaar naar zijn ouders in Jutphaas. Hier kwam hij terecht in een vuurgevecht en hij stierf aan zijn verwondingen. Hij werd begraven op de Oude begraafplaats Kerkveld te Jutphaas.

Sijbe J. Hoekstra werd geboren op 14 augustus 1908 in Burum. Tijdens de bezetting was hij hervormd predikant in Midwolda, waar hij illegaal werk verrichtte voor het Nationaal Steunfonds. Tevens maakte hij deel uit van de Ordedienst. Ds. Hoekstra werd op 10 april 1945, samen met negen andere verzetsmensen, aan de bosrand bij de Nije Drintse wei gefusilleerd.

Hantje de Jong werd geboren op 11 maart 1906 in Hiemert. Na zijn theologische studie werd hij predikant in Hoek van Holland. In 1941 vertrok hij naar Rotterdam - Charlois, waar hij zich aansloot bij de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers (L.O.) en de Knokploeg. De Jong werd gearresteerd op 26 oktober 1944 doordat bij andere arrestaties zijn adres was gevonden. Hij werd op 28 oktober doodgeschoten op de Rotterdamse schietbaan. Ds. De Jong werd begraven op de Algemene begraafplaats Crooswijk te Rotterdam.

Hendrik de Jong werd geboren op 11 februari 1920 in Leeuwarden. De in Arnhem wonende theologiestudent was medewerker van de L.O. Hij was tevens lid van de Trouwgroep. Op 27 juni 1944 werd hij gearresteerd tijdens een controle in de trein. Hij stierf op 11 januari 1945 in het concentratiekamp Neuengamme.

Herman Arend Johannes Mulder werd geboren op 15 augustus 1909 in Rotterdam. Hij was de zoon van de oud-rector van het Gereformeerd Gymnasium in Leeuwarden. Mulder werkte als rijksambtenaar jurist in kunstzaal Kleykamp, tegenover het Vredespaleis in Den Haag, waar het kaartsysteem voor de arbeidsinzet was ondergebracht. De Haagse verzetsbeweging deed vaak een beroep op Mulder om bepaalde kaarten uit het archief te vernietigen. Op 11 april 1944 werd het gebouw door de geallieerden gebombardeerd, waarbij Herman Mulder om het leven kwam. Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats Crooswijk te Rotterdam.

Jacob van der Plaats werd geboren op 17 juli 1924 in Beetgum. De bijna 20-jarige boerenzoon was lid van de L.O. Ook had hij via onderduikers in het ouderlijke huis contact met een Knokploeg uit Meppel. In de nacht van 14 op 15 augustus 1943 werd het plaatselijke bureau van de gemeente Menaldumadeel gekraakt. Van der Plaats nam ook deel aan deze actie. In de morgen van 20 oktober 1944 ging hij naar het land om arbeiders koffie te brengen. Onderweg werd hij door een peloton van de Grenzschutz van de bezetter teruggeroepen. Jacob reageerde niet en werd van grote afstand neergeschoten en overleed aan zijn verwondingen. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Beetgum.

Jan Cornelis Veldkamp werd geboren op 26 december 1925 in Kralingseveer bij Rotterdam. Tijdens de oorlog woonde het predikantengezin in Sneek. Op 5 januari 1945 gingen Jan en zijn broer Fenmo als onderduikers naar de boerderij van Sjoerd Gerbrandy in Terzool. Waarschijnlijk door verraad werden de jongens en hun gastheer diezelfde nacht opgepakt en naar het politiebureau in Sneek gebracht. Twee dagen later zaten de broers in de gevangenis te Leeuwarden. Fenmo, die een vals persoonsbewijs had, werd na twee maanden als dwangarbeider naar Drenthe gestuurd. Jan werd na een maand op transport gesteld naar Duitsland. Hij is op 21 maart 1945 bij een bombardement in Ardorf-Brockzettel bij Wilhelmshafen omgekomen.

Jan Visser werd geboren op 12 juni 1918 in Leeuwarden. Hij was directeur van het bijkantoor van de Noord Friese Middenstandsbank in Drachten. Visser was vanaf de oprichting lid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) en had vanaf september 1944 leden van de Knokploeg in huis. In de bevrijdingsdagen trad hij op als tolk tussen de NBS en de Canadezen. Hij is omgekomen bij een gevecht op 14 april 1945 in Ureterp en werd begraven op de Algemene begraafplaats in Leeuwarden.

Egbert Mark Wierda werd geboren op 26 april 1918 in Leeuwarden. Na het gymnasium, studeerde hij aan de Technische Hogeschool te Delft. Later verkoos hij de theologische studie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wierda was een veelzijdig verzetsman. Als lid van een sabotage- en spionagegroep was hij vaak aanwezig bij wapendroppings. Voor de overval op het huis van bewaring op 8 december 1944 leverde Wierda de nodige plattegronden. Zijn broer Klaas Jan Wypke Wierda werd geboren op 21 mei 1921 in Leeuwarden. Klaas hield zich bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen. In de nacht van 8 op 9 april 1945 werd Egbert door de bezetter opgepakt. Wierda moest mee, maar omdat hij enkel een pyjama en overjas droeg, moest hij zijn kleren van huis aan de Emmakade halen. De SD'ers die hem bewaakten, gingen mee naar binnen en ontdekten ook zijn broers Klaas en Hyltje. De drie mannen werden voor verhoor overgebracht naar het Burmaniahuis. De broers werden op 11 april 1945, samen met elf anderen, gefusilleerd bij de brug over het Van Harinxmakanaal te Dronrijp.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

Gerelateerde boeken

En verpletterd wordt het juk
De drogist
Kleykamp
De mannen van de Overval