Al maanden doe ik onderzoek naar een aantal studenten die in de oorlog voor dwangarbeid naar Duitsland gestuurd werden. Studenten die de loyaliteitsverklaring van de Duitsers niet wilden tekenen mochten niet meer verder studeren en werden werkloos verklaard. Zij dienden zich te melden op verschillende plekken in Nederland en werden van daar uit naar Kamp Erika bij Ommen gestuurd. Er waren echter zo veel studenten die weigerden te tekenen dat het kamp snel vol zat en men uitweek naar het subkamp Junne, drie kilometer verder op.
Kamp Erika heeft een opvallende geschiedenis. Het begon als kamp voor de Orde van de Ster, een beweging onder leiding van de Brits-Indiase filosoof Krishnamurti. Dit zogenaamde sterkamp werd in de oorlog door de Duitsers gesloten en overgenomen. De Duitsers gaven het in 1941 de naam Erika. Het kamp begon als gevangenis voor economische delicten; bijvoorbeeld illegaal slachten, het stelen van distributiebonnen of zwarthandel. Het kamp stond onder leiding van Nederlandse bewakers die er zo'n wreed regime op nahielden dat de Nederlandse rechters begin 1943 geen gevangenen meer naar Ommen stuurden.
Hiermee brak een nieuwe periode aan in het kamp. De Duitsers zetten het nu vooral in als verzamelplaats voor Nederlanders die in Duitsland tewerkgesteld werden. De studenten die er in mei 1943 aankwamen werden in tegenstelling tot de gevangenen wel goed behandeld. Ze zaten er maar kort, iets meer dan een week.
Theo Bakkeren schreef hierover in zijn dagboek:
"Na dagen van staking, standrecht en executies, na het bevel van gisteren, dat alle studenten, die de "loyaliteitsverklaring" niet getekend hadden, zich melden moesten voor de Arbeitseinsatz in Duitsland, - met de dreiging van represailles tegen de ouders! - na veel wikken en wegen en onderling overleg... heb ik me ’s middags met vele anderen [...] aan het station vervoegd, voor de reis naar de meldingsplaats."[1]
Voor de Brabantse studenten was de verzamelplaats de Willem II kazerne in Tilburg. Hier dienden ze zich op 6 mei 1943 te melden om nog dezelfde dag met de trein naar Ommen werden gestuurd.
Gerard Schampers schreef er de volgende dag over in een brief naar huis:
"Gisterenavond zijn we met de trein naar Ommen gegaan. Hier hebben we gelegenheid om te slapen. We hoeven niets te doen en worden vrij ongemoeid gelaten. We zitten verdeeld over twee kampen, omdat er te veel zijn voor een kamp. […] Toen we hier kwamen werd ons direct gezegd dat we goed behandeld zouden worden en beschouwd als vrije mannen die als arbeiders naar Duitsland gaan. Alleen zijn we gedwongen in Duitsland te gaan werken. We worden 't zelfde behandeld als arbeiders."[2] Theo schreef over het regime in het kamp:
"Behandeling door bewakers, Nederlanders en Duitse Polizei, correct; eten, na de eerste dag, iets beter."[3]
Subkamp Junne lag aan de spoorlijn tussen Ommen en Mariënberg. De treinen met studenten vanuit Kamp Erika kwamen dan ook langs Junne. Drie transporten zouden naar Duitsland vertrekken.
[4]
Een paar dagen later schreef Gerard:
"Zo gauw we over de grens zijn is er geen bewaking meer en zijn we volkomen vrij. Als we op tijd ons werk doen en niet saboteren zijn we vrij man. We mogen overal naar toe, reizen enz. De toekomst ziet er voor ons dus niet zo bar somber uit. Ook de behandeling hier is behoorlijk. We worden als heren behandeld, met de meeste voorkomendheid. Het eten is niet overvloedig maar we hebben veel van thuis meegebracht. We krijgen 's morgens 250 gram brood, 's middags stamppot (soms met vlees erdoor), 's avonds 250 gram brood en soep. Het brood is goed. We hebben nog geen boter gehad. Een keer 'n stuk kaas. De stamp en de soep zijn naar kampidee behoorlijk, het is goed te eten.[5]
Plattegrond subkamp Junne.
Gerard zat in het subkamp Junne en maakte daarvan een plattegrond. Het zuiden is aan de bovenkant (de spoorlijn) en het noorden aan de onderkant. Hij beschreef de kantine (A), de keuken (B) en de ziekenzaal (D). Verder de barakken (G, K en L), de washokken (F en N) en W.C.s (E, H en I). De kampbewaking (Kontroll Kommando, C) en het gevangenhok (M) maken de plattegrond compleet.
[6]
Op 14 mei 1943 vertrokken Gerard en Theo met de trein naar Duitsland, om uiteindelijk in Dassel aan te komen.
Vanaf september 1944 veranderde de samenstelling van het kamp wederom. Het werd nu een strafkamp voor onder andere leden van het verzet. Het regime werd hiermee ook weer harder. Er werd mishandeld en er vonden executies plaats. Na de oorlog werd het kamp gebruikt om collaborerende Nederlands gevangen te zetten. Eind 1946 werd het kamp gesloten en in 1948 werd er een camping op het terrein geopend. Vanaf dat moment raakte het kamp in de vergetelheid.
Wat is nu nog terug te vinden van Kamp Erika en haar subkamp Junne? Over kamp Junne was niet veel te vinden. Kamp Erika is gelukkig bekender. Niet alleen staan er monumenten in de buurt, op onze website is ook een
achtergrondartikel te lezen. Dit jaar is er een nieuw boek uitgekomen over Kamp Erika, geschreven door Hester den Boer. In dat boek wordt melding gemaakt van een nieuw monument. Op het campingterrein zouden de hoekpunten van het vijfhoekige kamp zichtbaar gemaakt zijn met op elke hoek een letter. De E, R, I, K en A. De camping wilde er echter geen ruchtbaarheid aan geven.
"De maximaal toegestane hoogte van het kunstwerk was twintig centimeter, het mocht letterlijk niet boven het maaiveld uitsteken."[7] Nergens was te vinden waar de letters precies stonden, of hoe het er uit zag. We vonden een website met daarop de enorme letters.
[8] Hoe moeilijk kon het zijn? Het werd tijd om naar Ommen te rijden en zelf op zoek te gaan.
Eenmaal in Ommen aangekomen bezochten we eerst het nieuwe monument voor het kamp bij de parkeerplaats Steile Oever. Hier staat een informatiebord en een route uitgezet naar
het monument. Waar eerst een eenvoudig houten kruis stond staan nu vier grote betonnen blokken met uitleg over het kamp en de verschillende periodes. Een duidelijk aangegeven monument met een mooi informatiebord. Het ligt alleen buiten het kampterrein en daarmee ook ver van de camping.
Vanaf dit monument kun je doorlopen naar
de executieplaats waar drie verzetsmannen in 1944 werden geëxecuteerd. De aarden wal van de schietbaan is nog duidelijk zichtbaar in het landschap. Hier ben je al aan de rand van de camping en kun je er door het bos zo naar toe lopen.
We liepen de camping op, naar het kleine bostheater. Volgens onze gegevens zou hier de zuidwesthoek van het kampterrein geweest moeten zijn. Waar we ook zochten, we konden geen letter vinden. Dan maar op zoek naar de volgende, in de zuidoosthoek. Ook hier was niks te vinden. We vroegen het maar aan een campinggast, in de hoop dat zij wist waar we een letter konden vinden. Volgens haar moesten we in de bossen zijn achter de camping, niet op de camping. Daar zou de
letter I te vinden moeten zijn.
We liepen het bos weer in, volgden een pad, maar vonden niks. Vroegen het bij een huisje in het bos, maar die mensen hadden nog nooit van de letters gehoord. We liepen weer terug naar een ander campingveld en daar wist iemand waar de I te vinden was. Deze lag tussen de twee velden in, in de bossages. Daar vonden we dan eindelijk een betonnen vierkantje en realiseerden we eindelijk wat er met de 20cm bedoeld werd. De letters lagen niet plat op de grond, maar waren rechtop ingegraven, enkel de bovenste 20cm was zichtbaar. Daarnaast lag de I op zo'n onmogelijke en onzichtbare plek dat het niet veel goeds beloofde voor de andere letters.
Vanaf hier bleek de beste tactiek rondvragen te zijn. De twee noordelijke hoeken werden ons door één van de campinggasten gewezen. Eerst de
R, daarna de
E. Met wat hulp vonden we bij het kleine bostheater ook de
K; ook deze lag verscholen in de bossen, ver van de grote paden verwijderd. De
A was de enige die nog een beetje in het zicht lag, waarmee we ERIKA compleet hadden.
De letter I.
Niet alleen is het bijna compleet ingraven van de letters nogal vreemd, de locaties zijn misschien nog wel vreemder. Je blijft met het gevoel rondlopen alsof men er niet over wil praten. Het verleden wil vergeten, misschien zelfs uitwissen? Bij thuiskomst hebben we de locaties op onze website op een kaartje ingevoerd. Het zou de bedoeling geweest moeten zijn om de letters op de hoeken van het kamp te zetten, maar daar bleek in sommige gevallen (de K en A) nogal ver vanaf geweken te zijn.
In het boek van Den Boer komt de kunstenares, Corine Aalvanger, aan het woord:
"Het zou zoveel beter zijn als we de geschiedenis gewoon kunnen laten zoals zij is. Juist door haar te ontkennen maak je haar groter." Ook de beheerder van de camping komt aan het woord:
"Wij hebben hier een prachtige plek waar mensen een mooie tijd hebben. Daar willen we de nadruk op leggen, niet op het verleden." Wel worden geïnteresseerden door de beheerder geholpen, mochten ze vragen hebben over het voormalige kamp.
[9]
Waar het verleden het heden kruist krijg je altijd wrijving. De vakantiegangers op de camping elke dag confronteren met een gruwelijk verleden is ook niet de bedoeling. Misschien was het beter maar niks met de letters te doen in plaats van ze zo weg te stoppen op verkeerde plekken. De middenweg zoeken tussen heden en verleden blijkt hier lastig. Het middelpunt zal ook voor iedereen anders liggen; voor de één dichter bij het verleden, voor de ander dichter bij het heden. Het zou mooi zijn als in ieder geval subkamp Junne ook een informatiebord zou krijgen. Ver buiten de camping kan niemand daar echt last van hebben.
- Kamp Erika
- het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd
- ISBN: 9789045044866
- Meer informatie over dit boek
- Een onbelicht verleden
- De tewerkstelling van medisch studenten in nazi-Duitsland (1943-1945)
- ISBN: 9789023235903
- Meer informatie over dit boek
Noten
- Dagboek Theo Bakkeren, d.d. 06-05-1943.
- Brief Gerard Schampers d.d. 07-05-1943.
- Dagboek Theo Bakkeren d.d. 08-05-1943.
- Dokter, H.J. e.a., Een onbelicht verleden, pagina 48.
- Brief Gerard Schampers d.d. 09-05-1943.
- Brief Gerard Schampers d.d. 09-05-1943.
- Den Boer, H., Kamp Erika, pagina 182.
- Erfgoedplatform Overijssel.
- Den Boer, H., Kamp Erika, pagina 184.