Titel: | Profits and Persecution - German Big Business in the Nazi Economy and the Holocaust |
Schrijver: | Hayes, Peter |
Uitgever: | Cambridge University Press |
Uitgebracht: | 2025 |
Pagina's: | 224 |
ISBN: | 9780521772884 |
Omschrijving: | De houding van het Duitse bedrijfsleven ten opzichte van het Derde Rijk was gecompliceerd. Enerzijds viel het bij ondernemers en bestuurders vaak mee met de ideologische overtuiging. Anderzijds, door hun rationele eigenbelang te volgen waren veel grote bedrijven zeer dienstbaar aan de nazi’s en hun ideologie. Dit met rampzalige gevolgen voor de (met name Joodse) slachtoffers van vervolging, aldus Peter Hayes. “Motiv ändert die Wirkung nicht” zo citeert hij meermaals Otto von Bismarck, motief verandert het effect niet. Peter Hayes is emeritus hoogleraar Duits, geschiedenis en Holocaust- en genocidestudies. Hij specialiseerde zich in de rol van de grootste ondernemingen tijdens het Derde Rijk. Tot 2016 doceerde hij aan Northwestern University (Illinois) en tot 2018 was hij onder meer ook in een adviserende rol verbonden aan het US Holocaust Memorial Museum. Gedurende zijn carrière schreef hij meerdere boeken over de Shoah, waaronder over IG Farben en Degussa. In ‘Profits & Persecution’ tracht hij zijn academische carrière van 50 jaar samen te vatten in een overzichtswerk dat de rol van het bedrijfsleven in het Derde Rijk in volle breedte onder de loep neemt. Zo’n 120 van de grootste ondernemingen in nazi-Duitsland werden in het onderzoek voor dit boek betrokken. Dit waren niet alleen industriële ondernemingen, maar bijvoorbeeld ook banken, warenhuizen, bouwbedrijven en uitgeverijen. De centrale thesis van Hayes is dat, vanuit het kleine eigenbelang (of dat van de onderneming), het handelen van bedrijven en bestuurders eigenlijk altijd rationeel te noemen is. Hierbij merkt hij wel nadrukkelijk op dat daarbij de gevolgen voor anderen buiten beschouwing gelaten moeten worden. Het was rationeel voor bedrijven en bestuurders om al voor 1933 de NSDAP te steunen, want de gevestigde politiek respecteerde het Verdrag van Versailles en het gevolg daarvan was dat bedrijven niet konden moderniseren en hun productiecapaciteit optimaliseren. Het was rationeel om na Hitlers machtsovername ondernemingen te ariseren, want alleen zo maakte men aanspraak op overheidsopdrachten. Het was rationeel om te produceren voor de herbewapening, want daar lagen de beste winstkansen en de staat was als koper de machtigste marktpartij. Het was rationeel om tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden Joods bezit over te nemen, want anders deed een concurrent het wel. Het was rationeel om slavenarbeid te gebruiken, want er was een beperkt arbeidsaanbod en het niet halen van productiedoelstellingen werd door het regime hard aangepakt. En zo noemt het boek eigenlijk voor iedere fase van het Derde Rijk vele voorbeelden waarin het bedrijfsleven, al was het maar op de korte termijn, door hun eigenbelang te volgen rationeel logisch handelde. Het regime gebruikte ook verschillende manieren om het bedrijfsleven te intimideren. Dit kon gaan om boetes, het verlies van opdrachten, patenten of rechten op grondstoffen. Ook konden bestuurders persoonlijk vervolgd worden. In veel gevallen was het al genoeg als er in een specifiek geval een voorbeeld gesteld werd om andere ondernemingen in het gelid te krijgen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat als ondernemers of bestuurders persoonlijk vervolgd werden ze een veel minder zwaar lot te wachten stond dan de Joden. De keerzijde van dit alles is de hoge prijs die met name Joden moesten betalen. Soms letterlijk, soms figuurlijk. Na de Kristallnacht profiteerde bijvoorbeeld verzekeraar Allianz fors door polissen niet uit te betalen, door te spreken van Joodse provocaties. In deze periode verloren Joden hun posities in bedrijven, hun bedrijven, hun aandelen en langzaam maar zeker steeds meer van hun eigendommen. En waar Joden afstand moesten doen van hun eigendommen, deden ze dit ver onder de daadwerkelijke waarde. Arische bedrijven of ondernemers die deze overnamen maakten gebruik van de uitzichtloze situatie waar Joden zich in bevonden. Afpersing, bedreiging of afspraken om concurrerende biedingen te verhinderen kwamen niet zelden voor. Uiteindelijk nam de Arisering waarbij Joden vrijwel volledig uit het economische leven verdwenen zo’n anderhalf jaar in beslag. Na de doelbewuste verarming en verwijdering kwam het tot slavenarbeid en genocide. Hier groeide als gevolg van de oorlogssituatie en de radicalisering van de Shoah de betrokkenheid van het bedrijfsleven door de jaren heen. Was slavenarbeid eerst nog vooral ten dienste van de SS, vanaf 1942 werden private ondernemingen steeds nauwer betrokken. De mate waarin ondernemingen daadwerkelijk privaat waren vraagt overigens wel om de kanttekening dat nazibemoeienis zo sterk was dat de ruimte voor autonome beslissingen vrij beperkt was. De betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de massamoord veranderde tijdens het verloop van de Shoah. In de eerste jaren vond dit plaats op ‘low-tech’ manieren. De schietpartijen in Oost-Europa, de verhongering in getto's en de vergassing in Chelmno en de Aktion Reinhard kampen - er kwamen geen grote investeringen of nieuwe technologische oplossingen bij kijken. Hierdoor was het Duitse bedrijfsleven hier niet of nauwelijks bij betrokken. Dit veranderde met name tijdens de uitbreiding van Auschwitz met de kampen Birkenau en Monowitz. In deze periode nam het aantal gevangenen fors toe. Ook verschoof de functie in deze periode nog nadrukkelijker van slavenarbeid naar massamoord. Hier speelden vele ondernemingen een rol, zoals AEG en IG Farben. Op dat moment was echter een groot deel (zo’n 75%) van de Joodse slachtoffers reeds vermoord. Waar het Duitse bedrijfsleven eveneens nadrukkelijk bij betrokken was, is de roof van bezittingen van de slachtoffers. Degussa was bijvoorbeeld betrokken bij het omsmelten van kostbare metalen zoals goud. In een ontluisterend hoofdstuk over de periode na 1945 laat Hayes ten slotte zien dat de berechting van ondernemers en bestuurders fors tekort schoot. De geallieerde interesse in berechting ebde snel weg en naarmate Duitsers meer autonomie kregen, keerden des te meer oude elites ook terug in hun oorspronkelijke rollen. Dit was overigens niet uniek voor het bedrijfsleven. Profits and persecution. Oftewel: winst en vervolging. De titel is logisch gekozen. De winst was voor bedrijven en nazi’s die zichzelf op allerlei manieren verrijkten. Vervolging was het lot van de Joden. Maar dieper onder de oppervlakte komt een dergelijke tegenstelling vaak aan bod. De ene keer wordt het ‘carrot & stick’ genoemd, de andere keer ‘incentives & intimidation’. Waar het Duitse bedrijfsleven te maken kreeg met nazi’s gingen deze twee vrijwel altijd hand in hand. In de meeste gevallen was alleen het vooruitzicht van winst niet genoeg voor medewerking met het regime, er was vaak sprake van een zekere dreiging en angst die medewerking afdwongen. Dat is beslist geen verdediging die bestuurders van verantwoordelijkheid vrijpleit. Wel kan hierin een verklaring gevonden waarom men handelde zoals men deed. Er waren niet alleen beloningen om dat te doen, er waren vooral ook serieuze consequenties om dat niet te doen. Een enkeling accepteerde deze consequenties, maar de meesten deden dat niet. ‘Profits & persecution’ zal met name een specifiek geïnteresseerd publiek aanspreken. Het is geen verhalende geschiedenis maar een diepgravende inhoudelijke analyse. Wie een interesse heeft in de politieke en economische geschiedenis van nazi-Duitsland vindt in dit boek een zeer kundig samengesteld overzichtswerk. Hayes schrijft met autoriteit. Een enkele maal is het echter wat droog geformuleerd, met name wanneer er een reeks percentages of cijfers opgesomd wordt. Het gebruik van een tabel of grafiek had in zulke gevallen wellicht wat toe kunnen voegen. In het brongebruik en de citaten in het boek klinkt alleen de stem van niet-Joden over Joden en dat is jammer. Juist in de vroegere jaren wisten meer vermogende Joodse ondernemers soms nog wel naar veilige buitenlanden te ontkomen en er zijn dus ongetwijfeld bronnen waarin de stem van de slachtoffers ook te horen is. Het opnemen van enkele citaten uit dergelijke bronnen had het boek vast minder afstandelijk gemaakt. Desondanks is het een prestatie van formaat om een dergelijk compleet boek op zo’n bondige manier af te leveren. Er is ruimte voor nuance, maar nergens verzandt dit in onnodige paginavulling of herhaling. |
Beoordeling: | ![]() ![]() ![]() ![]() |