Titel: | Ghosts of War - Nazi Occupation and its Aftermath in Soviet Belarus |
Schrijver: | Exeler, Franziska |
Uitgever: | Cornel University Press |
Uitgebracht: | 2022 |
Pagina's: | 344 |
Taal: | Engels |
ISBN: | 9781501762734 |
Omschrijving: | Belarus behoort tot de gebieden die het zwaarst zijn getroffen door de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Het kreeg te maken met een meedogenloos Duits bezettingsbestuur dat vele tienduizenden inwoners het leven kostte en resulteerde in de vernietiging van talloze dorpen. De Joodse inwoners die niet op tijd konden wegvluchten, liepen grote kans te worden vermoord door de Duitse Einsatzgruppen of nadien te creperen in getto’s en concentratiekampen. Daarnaast speelde zich in Belarus een brute partizanenoorlog af, waarbij van beide kanten veel burgerslachtoffers werden gemaakt. Deze geschiedenis is gruwelijk, maar op zichzelf wel bekend. Historica Franziska Exeler (die verbonden is aan onder meer de Freie Universität Berlin) voegt hier nog diverse perspectieven aan toe, waarmee haar studie aan diepgang wint. Overigens draagt ook de zeer brede bronnenbasis daar aan bij – Exeler deed niet alleen onderzoek in Belarus-archieven, maar ook in Duitsland, Israël, Polen, Rusland, Oekraïne en de Verenigde Staten. Ghosts of War beschrijft de Duitse bezetting van Belarus niet als een op zichzelf staande periode, maar als onderdeel van een wat langer tijdperk, dat in de jaren dertig begint en doorloopt tot in de naoorlogse decennia. Die voorgeschiedenis geldt deels ook als verklarende factoren voor de gang van zaken tijdens de gruwelijke jaren 1941-1944. Exeler sluit wat dat betreft aan bij een historicus als Timothy Snyder, die in zijn bekende studie Bloodlands een wat langere tijdshorizon hanteerde, en de Duitse bezettingsjaren nadrukkelijk inbedde in wat eraan vooraf ging en wat erna kwam. Dit om duidelijk te maken dat landen als Belarus, Polen maar ook Roemenië in feite te maken hebben gekregen met een ‘dubbele bezetting’ van zowel nazi-Duitsland als de Sovjet-Unie. Ook Exeler wijst voor wat betreft Belarus op twee bepalende actoren uit de vooroorlogse jaren: allereerst het feit dat de Duitsers op 22 juni 1941 een land binnenvielen dat zelf ook een totalitaire dictatuur was, en in de tweede plaats het gegeven dat een deel van Belarus op dat moment echter pas kort tot de Sovjet-Unie behoorde. Als gevolg van het Molotov-Ribbentroppact van augustus 1939 hadden Hitler en Stalin Polen immers bruut opgedeeld, waarbij het oostelijk deel van Polen bij de Sovjetrepubliek Belarus werd gevoegd. Dit westelijke, ‘nieuwe’ deel van Belarus werd vervolgens op de kenmerkende stalinistische wijze ‘gelijkgeschakeld’ met alle zuiveringen, arrestaties en verdwijningen van dien. Toen de Duitse troepen dat gebied anderhalf jaar later binnentrokken, beschouwde een deel van de bevolking (onder wie vooral de Poolssprekenden) die tweede invasie als een voortzetting van de reeds bestaande bezetting. Sommigen hoopten zelfs op enige verbetering, bijvoorbeeld omdat de Duitsers wellicht een einde zouden maken aan de gedwongen collectivisering in de landbouw. Tragisch genoeg waren er ook onder de Joden sommigen die – op basis van hun ervaringen tijdens de eerdere Duitse bezetting in de Eerste Wereldoorlog – geloofden dat van de nazi’s weinig te vrezen zou zijn. Franziska Exeler laat zien dat de bestaande sociale structuren van invloed waren op de ontwikkelingen rond vervolging en verzet. De wilde pogroms tegen Joden in de eerste maanden van de Duitse bezetting leken zich vooral in het westelijke, voorheen Poolse, deel van Belarus voor te doen. In die westelijke gebieden woonden dan ook meer Joden, maar Exeler verbindt dit tevens met het feit dat het oostelijke, ‘oude’ deel van Belarus al enkele decennia van Sovjetbestuur achter de rug had. Daardoor was er volgens Exeler minder voedingsbodem voor het opvlammen van radicaalnationalistische (en antisemitische) bewegingen zoals in Oekraïne en Roemenië. De Duitse bezetting van Belarus heeft vanaf zomer 1941 zo’n drie gruwelijke jaren geduurd; de hoofdstad Minsk werd in juli 1944 bevrijd, de oostelijke delen vanzelfsprekend al eerder. Hoewel Stalin de bevolking in de bezette Sovjetgebieden had bevolen tot een compromisloze strijd tegen de Duitsers, verliep het dagelijks leven toch anders. Er waren opportunisten die uit eigen initiatief de Duitse kant kozen, maar veel meer gewone Belarussen moesten noodgedwongen een soort ‘modus vivendi’ zien te vinden met de Duitse bezetter. Na de val van Stalingrad, begin 1943, ging ook de aan kracht winnende partizanenbeweging steeds meer ondersteuning eisen van de bevolking. Direct na de bevrijding begon de afrekening met collaborateurs – een term die volgens Exeler door de Sovjetautoriteiten overigens niet werd gebruikt. Ze wijst op het gegeven dat slachtoffers zich voor genoegdoening en bestraffing van daders moesten wenden tot een overheid die in de kern ook zelf onrechtvaardig was. Dat zou in de naoorlogse jaren niet alleen blijken uit het al dan niet bestraffen van ‘foute’ burgers, maar ook uit de manier waarop het Sovjetbestuur wenste om te gaan met de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Het narratief werd regelmatig herzien, waarbij historische waarheid ondergeschikt werd gemaakt aan de ideologische boodschap van het communisme. In die officiële Sovjet-geschiedschrijving was geen ruimte voor grijstinten, en ook niet voor de vervolging van de Joodse burgers van Belarus. Franziska Exeler publiceerde een indrukwekkend boek, waarin ze maatschappelijke processen ontleedt die niet alleen in Belarus maar ook elders in Oost-Europa op vergelijkbare wijze aan de orde moeten zijn geweest voor, tijdens en vlak na de verschrikkelijke oorlogsjaren. |
Beoordeling: | Uitstekend |