Titel: | Faber & zoons - Een familiebedrijf in terreur |
Schrijver: | Roos, J. de |
Uitgever: | Uitgeverij Loutje |
Uitgebracht: | 2022 |
Pagina's: | 352 |
ISBN: | 9789491936401 |
Omschrijving: | In 1952 ontsnapt de tot levenslang veroordeelde oorlogsmisdadiger Klaas Carel Faber, moordenaar van ruim twintig ‘tegenstanders van de nazi’s’, op spectaculaire wijze uit de koepelgevangenis in Breda. Hij vlucht naar Duitsland en weet decennialang onder de radar te blijven. In 2003 komt een Nederlandse journalist hem in het Beierse stadje Ingolstadt op het spoor, maar dat verstoort het gezapige leventje van de dan 81-jarige nauwelijks. Zonder ooit aan Nederland uitgeleverd te zijn, blaast Klaas Carel in 2012 als vrij man zijn laatste adem uit. Na Arnold Karskens, de journalist die fanatiek jacht op Klaas Carel maakte en daarover het nogal hijgerige boek ‘Het Beestmensch’ schreef, verdiepte ook historicus Jan de Roos zich jarenlang in deze figuur. In zijn dit voorjaar verschenen ‘Faber & Zoons. Een familiebedrijf in terreur’ staat echter niet alleen Klaas Carel centraal, maar zoomt de auteur ook diepgravend in op diens ouders Pieter en Carolina en oudere broers Martin en Piet. Het hele Haarlemse gezin was fervent NSB-aanhanger en zowel ouders als kinderen stelden zich tijdens de bezetting in dienst van de Duitsers. Vader Pieter en zoon Piet overleefden het niet. De eerste werd in 1944 door het verzet geliquideerd, de laatste kreeg in 1948, na zijn veroordeling voor 27 moorden, de kogel. Jan de Roos neemt de lezer mee in de totaal ontspoorde levens van de Fabers en hun extreem gewelddadige nazi-entourage. Tegelijk roept de auteur in dit zeer informatieve en prachtig vormgegeven en geïllustreerde boek hun talloze onschuldige slachtoffers in herinnering én laat hij zien hoe Klaas Carel dankzij de lakse houding van de Nederlandse overheid ongestoord in Duitsland verder kon leven. Waarom de Fabers, een welgesteld maar emotioneel weinig evenwichtig banketbakkersgezin, zich tot de NSB aangetrokken voelden, valt volgens De Roos lastig te reconstrueren. Net als veel andere collaborateurs kwam Martin, de enige die zich er na de oorlog over heeft uitgelaten, niet verder dan: "daar ik in de NSB dé partij zag, die aan de algeheele sociale toestand, waarin Nederland destijds verkeerde, een verbetering kon brengen." Terugblikkend denkt De Roos eerder aan gevoelsmatige dan politiek-ideologische motieven voor de nazisympathieën van de geradicaliseerde Fabers. De lezer van ‘Faber & Zoons’ zou zomaar andere conclusies kunnen trekken. Het heeft de Fabers sinds de jaren dertig namelijk bepaald niet aan nationaalsocialistische daadkracht ontbroken, zoals De Roos aan de hand van mooie bronnen beschrijft. In de voetsporen van zijn zeer felle NSB-vader zocht de pas 14-jarige Piet, nog te jong voor de NSB, zijn heil bij de Jeugdstorm. De 18-jarige Martin leurde met Volk en Vaderland en marcheerde in een ijverig bij elkaar gespaard WA-uniform met intimiderende WA-marsen mee. Jaren later, in het eerste bezettingsjaar, zou deze goed getrainde WA’er serieuze plannen smeden om de Haarlemse synagoge "te doen vernietigen". In dat licht verbaast het niet dat de gebroeders Faber, vooral de WA’ers en Waffen-SS’ers Piet en Klaas Carel, als volbloed SD’ers bij de ‘mini-Gestapo’ in Haarlem en het beruchte Scholtenhuis in Groningen met grof geweld tegen Joden en verzetsmensen tekeergingen – ook al vóór de liquidatie van hun vader. In het geval van Piet zelfs nog excessiever dan tot nu toe werd aangenomen. Zijn medeplichtigheid aan circa zeventig moorden in Haarlem en het Gooi is hem nooit ten laste gelegd, zoals De Roos heeft kunnen vaststellen. Jan de Roos schetst een treffend beeld van het gezin Faber in (aanloop naar) de oorlog en besteedt daarnaast bijna de helft van zijn lijvige boek aan de naoorlogse gebeurtenissen: de arrestatie en veroordeling van de Fabers en de ontsnapping en uiteindelijke opsporing van Klaas Carel en de gevolgen. De auteur laat over deze episode geen detail onvermeld. Onthutsend is het om te lezen hoe Klaas Carel na een jaar Duitse gevangenschap vrijkomt: dankzij een decreet van Adolf Hitler uit 1943 dat bepaalt dat Klaas Carel als voormalig functionaris van de Sicherheitsdienst officieel Duitser is. Net zo onthutsend is het beschamende getouwtrek tussen de Duitse en Nederlandse overheid om hem alsnog achter de tralies te krijgen en het door blunders en laks optreden mislukken daarvan. Ook over de niet coöperatieve opstelling van archiefinstellingen bij het (niet) verlenen van inzage in dossiers van nog levende veroordeelde oorlogsmisdadigers als Klaas Carel Faber (tot 2012) doet Jan de Roos een boekje open. En uitgebreid gaat hij in op zijn lange tijd vruchteloze pogingen om de overheid (het Ministerie van Justitie en Veiligheid) via de Wet openbaarheid van Bestuur (Wob) tot meer openheid in de zaak Faber te dwingen. Terecht hekelt hij de in Nederland "doorgeschoten privacywetgeving" die historici en journalisten het werk vaak zo lastig maken. ‘Faber & Zoons’ is alles bij elkaar een geslaagd en belangrijk boek over enkele van de meest gewelddadige collaborateurs van Nederland. Nauwkeurig en zonder effectbejag zet Jan de Roos alle feiten over de familie Faber op een rij, plaatst die in de juiste context en stelt het aandeel van de gebroeders Faber in wandaden waar nodig bij. Zo waren zij niet betrokken bij de Silbertanne-moorden van het Sonderkommando Feldmeijer, zoals soms is beweerd. Interessant zijn ook de bijlagen achterin over de jacht op Hannie Schaft en over Dolly, het liefje van Fake Krist. En wat dit boek tot slot een extra dimensie geeft, is de ruime aandacht voor de vaak vergeten slachtoffers, een verdiend eerbetoon aan hen en hun nabestaanden. Lezen dus dit boek! |
Beoordeling: | Zeer goed |