Titel: | Lou - Om een lang verhaal kort te maken |
Schrijver: | Houben, A. |
Uitgever: | Boekengalerij Wasdom |
Uitgebracht: | 2021 |
Pagina's: | 223 |
Omschrijving: | "Het is vreemd maar heerlijk om in de herfst van je bestaan tot bloei te komen", zegt Lou Wijngaard aan het slot van zijn herinneringen, opgetekend door Armand Houben. Ver in de tachtig is hij nu en gelukkiger dan ooit. Het was een harde en lange weg naar een evenwichtig leven. Maar nu woekert zijn traumatische oorlogsverleden niet langer in hem voort en kan Lou over de ervaringen vertellen, die hem en zijn latere gezin gebrandmerkt hebben. In ‘Lou. Om een lang verhaal kort te maken’ maakt hij de lezer deelgenoot van zijn bewogen levensweg. Tot mei 1942 heeft Lou (1935), enigst kind in het gematigd joodse gezin van een succesvolle veehandelaar en een PTT-telegrafiste, een onbekommerde kindertijd aan het Oranjeplein in Maastricht. Dan slaan de nazi’s genadeloos toe. Met zijn vader, moeder en inwonende oma wordt Lou hun huis uit naar hun tweede woning in de Professor Scholsstraat gejaagd. Amper een dag later ziet hij hoe vreemde mannen zijn vader wegslepen, nooit zal Lou hem terugzien. Met zijn moeder en oma belandt Lou in een armoedig ‘Joods pand’ op het Volksplein, waarna ze naar België vluchten en zo dankzij heldhaftig optreden van Limburgse verzetsmensen aan deportatie ontkomen. Op een kloosterzolder en boven een Brusselse kroeg overleeft Lou de oorlog en dat is, zo lezen we, niet minder dan een mirakel te noemen. Na de oorlog begint, zoals in de meeste naoorlogse gezinnen, het grote zwijgen voor Lou. Hij viert het leven. Op de HBS, met vrienden, in militaire dienst, in Maastricht en Amsterdam. Hij vindt en verliest zijn grote liefde, trouwt, krijgt een goede baan en kinderen – en stort in, vier decennia na zijn bevrijding. De barre tocht die volgt – vol ontwrichtende depressies, medicijnmisbruik en vruchteloze therapie – eindigt pas eind jaren negentig, als Lou het onorthodoxe koppel Ziegler en Van den Elsen ontmoet, "de herstellers, de scheppers van mijn nieuwe leven". Dat alles heeft Lou’s dierbare vriend en schrijver Armand Houben op heldere wijze en met voelbare toewijding verwoord. Creatief wisselt de auteur Lou’s persoonlijke verhaal af met historische context, al permitteert hij zich soms wel erg grote dichterlijke vrijheid. Zo is het onwaarschijnlijk dat Lou op de vlucht in Lanaken door zijn helpster verwelkomd wordt met de woorden: "Ik ben van de witte brigade en behoor tot het verzet, la résistance! (…) Mijn man Pieke Souren heeft u overgezet". Maar ‘Lou’ is dan ook minder een feitelijk overzicht van historische gebeurtenissen dan een herinnering daaraan. Het is het openhartige en ontroerende resultaat van urenlange gesprekken tussen twee mensen die elkaar bijzonder na aan het hart liggen. Samen zijn Lou Wijngaard en Armand Houben erin geslaagd de enorme gevolgen van het immense onrecht dat Lou als Joods jongetje is aangedaan invoelbaar te maken. "Wat ik achter me heb, hebben de kinderen in Afghanistan nog voor zich en het is voor de Afghaanse jeugd te hopen dat er daar in overvloed Nettekes en Zieglers rondlopen", aldus Lou aan het einde van zijn verhaal. Een verhaal dat rijk is aan bespiegelingen over slachtoffers en daders en over helden als Elise Rosenburg (Netteke) en Jo Lokerman, aan wie Lou zijn leven te danken heeft. Een verhaal ook, ten slotte, over de mooie kanten van het bestaan én – niet in de laatste plaats – van de liefde, ook als die niet door "de ware" maar door "de beste" in vervulling is gegaan. |
Beoordeling: | Zeer goed |