TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Ooggetuige - Krijgsgevangene in Indië en Japan (1942-1945)

Titel: Ooggetuige - Krijgsgevangene in Indië en Japan (1942 – 1945)
Auteur: Ton Verstraaten
Uitgever: Walburg Pers Uitgeversmaatschappij
Uitgebracht: 2008
Pagina's 221
ISBN: 9789057305733
Bijzonderheden: Op www.ooggetuigeverstraaten.nl vindt u meer informatie over dit boek.
Omschrijving:

Na de dood van hun vader, Anthonie Verstraaten, besloten zijn zoons Peter en Jan zijn verslag van zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog in de toenmalige ‘Overzeese Gebiedsdelen’ uit te brengen. Het is een nauwkeurige optekening van de belevenissen van de auteur, die in 1938 naar ‘Den Oost’ vertrok omdat hij na zijn middelbare school opleiding moeite had om werk te vinden in het door de crisisjaren getroffen Nederland. Hij kreeg een korte vooropleiding in Nederland bij de Borneo en Sumatra Handelmaatschappij (Borsumij) en werd op Java in diverse vestigingen van deze grote in- en verkoop organisatie als administrateur aangesteld.

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, waarbij Nederland in 1940 werd betrokken, werden de meeste contacten met het moederland verbroken en werd de oorlogsdreiging in Nederlands-Indië duidelijk voelbaar. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december, 1941, werden alle jonge mannen gemobiliseerd en bij het Koninklijk Nederlandsch Indische Leger ingedeeld. Dat gold ook voor Ton Verstraaten; hij geeft een goed beeld van de zeer gebrekkige toestand waarin het KNIL verkeerde ondanks de voelbare dreiging die in Azië heerste in de voorafgaande jaren.

Hij verhaalt hoe zijn eenheid te voet, met lastpaarden en met de trein over het eiland Java wordt heen en weer geschoven tot ze tenslotte op Sumatra worden gelegerd. Na de Japanse invasie vanuit Singapore en Malakka trekken ze terug op Java en worden na een jaar in een krijgsgevangenkamp onder erbarmelijke omstandigheden als vee verscheept naar Japan om daar slavenarbeid te verrichten in de kolenmijnen op het eiland Kioesjoe (ongeveer midden tussen Hiroshima en Nagasaki). Het gevaarlijke werk en de uitermate slechte voeding eisen vele slachtoffers onder Nederlandse, Australische en Engelse krijgsgevangenen. Als de oorlog eindigt op 15 augustus 1945 weegt Verstraaten nog maar 48 kilo. Blijkbaar zit de angst voor ‘de Jappen’ er zo diep in dat hij besluit na de bevrijding om zijn dagboeken te vernietigen.

Hij begint echter spoedig na zijn verscheping naar de Filippijnen door de Amerikaanse bevrijders zijn herinneringen weer op te schrijven en zodoende ontstaat dit ooggetuigenverslag dat een goed beeld geeft van het kampleven en de uitermate verwarrende periode na de beëindiging van de oorlog in de Pacific in het koloniale gebied van Nederland. Hij vult zijn memoires aan met aantekeningen die hij in de jaren 70 in Nederland maakt en laat dit manuscript na aan zijn zonen onder de kop: “Verzoeke dit Epos te bewaren!”. Het bevat een aantal zeer verdienstelijke, getekende illustraties, die wél bewaard waren gebleven en die plattegronden en schetsen van de diverse kampen weergeven, maar ook van de planten en omgeving daaromheen.

Verstraaten blijft (verplicht?) uiteindelijk tot april 1948 in dienst bij het KNIL en krijgt dan verlof om naar Nederland te gaan. Interessant is de vermelding van de houding van verschillende werkgevers tegenover hun in militaire dienst opgeroepen personeel: zo betaalt Borsumij tijdens die periode aan vrijgezellen het halve salaris door, terwijl Shell haar werknemers in de kampen voorziet van voedselpakketten en rookwaren.

De goed verzorgde uitgave van het ooggetuigenverslag van Anthony Verstraaten door zijn zoons Jan en Peter levert een waardevolle bijdrage aan de documentatie die reeds bestaat over het verloop van de Tweede Wereldoorlog in ‘ons Indië’. Het boek beschrijft dus een periode van 10 jaar, die geheel gedomineerd wordt door de oorlogservaringen. Een lezenswaardig verslag over weer eens een andere vorm van slavernij dan de veelal gepubliceerde dagboeken en memoires over de bouw van de beruchte Birma spoorweg en de trauma’s die deze inbreuk op een persoonlijk leven nalaat. Opvallend is het scherp waargenomen cultuur verschil met de Japanse overwinnaars, die binnen hun eigen leger niet wars waren van het uitdelen van harde lijfstraffen, het totale onbegrip bij de Japanse lokale bevolking voor die vreemde wezens (de krijgsgevangenen), de bijna fatale rantsoeneringen en het ontbreken van alle comfort, medicijnen en voedingswaarden.

Beoordeling: Goed

Informatie

Artikel door:
Fred Bolle
Geplaatst op:
23-11-2008
Laatst gewijzigd:
26-01-2009
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen