Titel: | Treblinka 1943 - Het verhaal van de opstand in het vernietigingskamp |
Schrijver: | Wojcik, M. |
Uitgever: | Omniboek |
Uitgebracht: | 2020 |
Pagina's: | 320 |
ISBN: | 9789401916813 |
Omschrijving: | Michal Wojcik is een Poolse historicus en journalist, die voor radio, televisie en tijdschriften werkt. Hij publiceerde vorig jaar in Polen het boek ‘Treblinka 43’, dat er een grote bestseller werd en de Newsweek Award kreeg voor het beste boek van het jaar. Nu moet gezegd worden dat de opstand in augustus 1943 binnen het vernietigingskamp Treblinka in Polen een enorme rol in de discussie speelt over de rol van het Poolse verzet en de mogelijkheden voor de Joodse Polen om in opstand te komen tegen de Duitse vernietigingsmachine. Daarover hieronder meer. In Nederland is Treblinka altijd een onbekend kamp gebleven, want geen van de 102 treinen die tussen woensdag 15 juli 1942 en woensdag 13 september 1944 uit Westerbork, Vught, Apeldoorn of Amsterdam vertrokken, ging naar Treblinka. Waarschijnlijk is geen enkele Nederlander in dit kamp om het leven gebracht. In de zomer van 1941 werd vlak bij het dorp Treblinka in het noordoosten van Polen, op iets meer dan honderd kilometer van de hoofdstad Warschau, het Straf-Arbeitslager Treblinka 1 gebouwd. Dit werkkamp had een ‘gemengde’ bezetting van Polen en Joden, die gedwongen werden te werken in de steengroeve vlakbij het kamp of op het station van Małkinia, een dorpje aan de spoorlijn Warschau-Bialystok. Daarnaast waren een paar gevangenen (de zogenaamde Lagerkommandos) die in het kamp zelf moesten werken en was er een kampboerderij waar een klein aantal vrouwen tewerkgesteld was. Er konden in totaal 1.000-1.200 personen tegelijkertijd gevangen worden gehouden, maar de bezetting wisselde snel omdat het sterftecijfer hoog was. In totaal hebben hier ruim 20.000 personen gevangen gezeten, waarvan meer dan de helft is overleden ten gevolge van honger, marteling of executies vanwege een overtreding van de kampregels. Eind 1941 waren de nazi's ervan overtuigd dat de Judenfrage niet kon worden opgelost door de Joden in getto’s in de grote steden af te zonderen of door ze te laten emigreren, maar dat slechts de totale vernietiging van de Joodse bevolking als oplossing resteerde. Treblinka was één van de vernietigingskampen die daartoe door de nazi’s werden gebouwd. In Auschwitz had men inmiddels al uitgedokterd dat men via gaskamers in staat zou zijn grote aantallen mensen in één keer om het leven te brengen. In mei 1942 werd gestart met de bouw van het vernietigingskamp Treblinka 2, waarvoor de gevangenen uit Treblinka 1 werden ingezet bij de bouw en het camoufleren van het kamp, dat toch al in een zeer geïsoleerde hoek van het land en in een bosrijke omgeving was gelegen. Al in juli 1942 was Treblinka 2 operationeel. De eersten die werden vergast, waren de (vooral Joodse) gevangenen die het kamp hadden gebouwd. Er mochten geen gevangenen in leven blijven die zouden kunnen getuigen over de Holocaust. Eind 1942 zou het aantal doden al ruim boven de 700.000 liggen. Een reusachtig aantal voor een kamp waar maar een zeer beperkt aantal SS’ers en Oekraïense bewakers werkzaam was. In het kamp zouden diverse verzetsacties op touw zijn gezet, maar lang bleef dat bij incidentele gevallen en telkens moest een geplande massale opstand worden uitgesteld. In de loop van 1943 werd echter een verzetsgroep opgericht, die op 2 augustus 1943 eindelijk de gelegenheid zag een massale ontsnappingspoging te doen. Men had in de voorgaande periode kans gezien wapens het kamp binnen te smokkelen en toen op die zondag een aantal SS‘ers in de nabijgelegen rivier (de Westelijke Boeg) ging zwemmen, zag men de kans schoon. Men wist de wapenkamer te forceren en opende daarna het vuur op de nog aanwezige kampbewakers. Een benzinestation ontplofte, de houten barakken werden omgeblazen en in de chaos en paniek die daarna ontstond probeerden de opstandelingen door de prikkeldraadversperringen te ontkomen. Slechts zeventig man wist uiteindelijk te ontsnappen en uit handen van de woedende SS’ers te blijven. Vijftienhonderd gevangenen werden echter door bewakers vanuit de wachttorens neergeschoten of binnen de kortste keren ontdekt en ter plaatse geëxecuteerd. Daarna werd in recordtijd de schade in het kamp hersteld en werd de vernietiging hervat. Niet lang, want inmiddels rukten de Sovjets vanuit het oosten steeds verder op. Op 21 augustus 1943, amper drie weken na de opstand, werden de laatste Joodse Polen vergast en werd het kamp ontmanteld. De omheining was bij de opstand al verdwenen en niet hersteld. Op het terrein van het voormalige vernietigingskamp stond nog maar één huis, dat werd bewoond door een Oekraïense bewaker en zijn gezin. De boerderij werd omgeven door een terrein dat volledig was begroeid met rogge. De slak van de verbrande Joodse lijken werd naar de nabijgelegen grindgroeve gebracht en vandaar getransporteerd naar een weg in aanbouw. De slak werd in het wegdek verwerkt door het te verdelen tussen de stenen en daarna plat te walsen. Het gebied werd achtergelaten om de indruk te wekken dat er niets bijzonders was gebeurd en om te voorkomen dat de lokale bevolking aan de haal zou gaan met eventueel achtergelaten kostbaarheden. De laatst overgebleven Joodse gevangenen, die het kamp hadden moeten ontmantelen, werden overgebracht naar Sobibor. In november 1943 was het kamp helemaal ontmanteld in de hoop dat de Russen in het ongewisse zouden blijven over al het macabers dat zich hier had afgespeeld. De SS'ers werden elders te werk gesteld. Officieel staat het dodental in Treblinka op 900.000, maar gezien het aantal slachtoffers op het eind van 1942 wordt er momenteel vanuit gegaan dat het aantal veel hoger ligt, waarschijnlijk 1,2 miljoen doden. Na Auschwitz-Birkenau was Treblinka het kamp waar de meeste slachtoffers vielen. In zijn boek gaat Wojcik in het eerste deel (De Firma) in op de manier waarop het kamp functioneerde en worden vooral de Duitse ‘hoofdrolspelers’ gepresenteerd. Dat zijn vooral Franz Stangl en Kurt Franz. Stangl, de Oostenrijkse kampcommandant die na de oorlog In Brazilië werd getraceerd en in 1970 vanwege zijn oorlogsmisdaden een levenslange gevangenisstraf kreeg opgelegd. Tijdens dat proces werd hij veelvuldig geïnterviewd door de Amerikaanse journaliste Gitta Sereny. Een paar uur na het laatste interview stierf hij aan een hartaanval. Wojcik haalt veelvuldig uitspraken van Stangl uit haar boek aan. Kurt Franz was wellicht een van de meest sadistische kampcommandanten die in de vernietigingskampen heeft rondgelopen. Ook hij wist aanvankelijk aan de Russen en de gerechtigheid te ontsnappen, maar moest in 1965 bij het Treblinka-proces alsnog verantwoording afleggen. Hij werd tot levenslang veroordeeld, maar in 1993 vanwege gezondheidsproblemen vervroegd vrijgelaten. Vijf jaar later en inmiddels 89 jaar oud overleed hij. In deel 2 en deel 3 van het boek (Het Comité en De Opstand) worden de Joods-Poolse hoofdrolspelers gepresenteerd, waarvan de drie belangrijkste zijn: dokter Julian Chorazycki, ing. Alfred Glaweski, de kampoudste, en Samuel Willenberg (bijnaam Katsap), de enige van hen die Treblinka overleefde en daarover later een boek schreef, waarvan Wocjik veelvuldig gebruik maakt. De reden dat het boek in Polen zo’n groot succes was ligt in deel 3 (De Politiek), waarin de auteur ingaat op de vraag wat er nu klopt van de claim die al direct na de oorlog kwam dat de opstand een gezamenlijke activiteit was van het Poolse verzet in het kamp en van het geheime Poolse Leger (Armia Krajowa). Daar kunnen dus grote vraagtekens bij worden geplaatst. De auteur concludeert dat er zo goed als geen bewijzen zijn voor een rol van het verzet en dat de opstand geheel de verdienste is van de Joden binnen het kamp. Hij gaat vooral in op de vraag waarom de Poolse regering alle dringende verzoeken afwees van de Joodse vertegenwoordigers om Treblinka en andere kampen door de geallieerden te laten bombarderen. Of om militaire hulp te bieden aan het Joodse verzet, dat in Warschau behoorlijk succesvol was. Daarbij speelde versluierd antisemitisme een niet onbelangrijke rol. Pijnlijke waarheden die sinds 1945 nog steeds in het land waarneembaar zijn, zoals Anna Bikont ervoer toen ze naspeuringen deed naar een massamoord op Poolse inwoners van het dorp Jedwabne door hun eigen Poolse dorpsgenoten. Omzichtig zet Wojcik uiteen welke politieke machinaties en hoe het nastreven van eigen roem ten grondslag liggen aan het langer functioneren van een op volle toeren draaiende oorlogsmachine. Langer dan noodzakelijk was en waardoor vele tienduizenden moorden hadden kunnen worden voorkomen. Over Treblinka is in Nederland niet zo veel bekend; het is een naam die iedereen die leest over de vernietiging van de Europese Joden vaak genoeg gehoord zal hebben, maar ten onrechte heeft het kamp niet de aandacht gekregen die kampen als Auschwitz en Sobibor wel kregen. Dit boek van Wojcik geeft voldoende aanleiding daarin verandering te brengen. Op basis van verslagen van ooggetuigen maakte hij een boeiende reconstructie, die getuigt van buitengewone moed, geloof en hoop, midden in de hel op een verlaten Poolse vlakte. |
Beoordeling: | Zeer goed |