Het Nederlandse verzet tijdens de nazi-bezetting werd helaas geplaagd door verraad en een gebrekkige organisatie en steun. Ondanks deze serieuze problemen leverde het een aanzienlijke bijdrage aan de geallieerde oorlogsinspanning, zij het tegen een verschrikkelijke prijs. Deze bijdrage, waaronder de organisatie van ontsnappingsroutes voor geallieerde vliegtuigbemanningen en sabotagedaden, wordt buiten Nederland grotendeels over het hoofd gezien.

De hoofdpersoon in dit boek, Henry Scharrer, is de vader van de echtgenote van de schrijfster. Hij is een in België geboren Fransman. Ondanks dat hij al lang in Nederland woonde en zelfs trouwde met een Nederlandse is hij nooit Nederlander geworden. In Nederland is hij tijdens de Tweede Wereldoorlog leider van een verzetsgroep en regelt hij vervalsingen van documenten.

Hij was vanwege zijn talenkennis vertaler voor de schrijvende pers. Uiteindelijk wordt hij zelf ook verslaggever. Hij bouwt een enorm netwerk op en raakt geleidelijk steeds meer betrokken bij de inlichtingendienst van de Vrije Fransen in Londen en de Britse geheime dienst, al dan niet via zijtakken van de Geheime Dienst Nederland.

Scharrer is goed in het regelen van vervalsingen van documenten en is mede- organisator van een goed geoliede ontsnappingsroute naar Zuid-Frankrijk. De mensen die zij ervoor in aanmerking vinden komen, gaan via Roosendaal of Maastricht naar Lille en vandaar via Parijs verder naar het zuiden. Geallieerde piloten en gedropte agenten van de Nederlandse regering die na gedane zaken terugkeren: iedereen die weg wil of weg moet, krijgt een kans. Scharrer krijgt veel contacten binnen de ondergrondse en er ontstaan voor het verzet vruchtbare vriendschappen.

Op 18 augustus 1944 wordt Scharrer in de trein van Haarlem naar Den Haag gearresteerd omdat zijn papieren niet (lijken te) kloppen. Na in het Oranjehotel in Scheveningen te zijn verhoord, komt hij terecht in het Amsterdamse huis van bewaring. Daar vinden zware verhoren plaats, onder andere door de beruchte SD-man Herbert Oelschlägel. De Sicherheitsdienst besluit een celspion in te zetten om te achterhalen wie er met Scharrer samenwerken. Die spion, Pons, krijgt van Scharrer de nodige informatie los. De Duitsers zetten daarna een val voor de verzetsvrienden van Scharrer, door te doen alsof hij met losgeld kan worden vrijgekocht.

Op 29 augustus 1944 komt een groepje kameraden het geld overhandigen in een café aan de Amstellaan. Iedereen wordt gearresteerd, ook zijn goede vriend, Fritz Conijn, leider van het verzet te Alkmaar die het losgeld op zak heeft. De mannen worden naar kamp Vught overgebracht.

Half augustus 1944 verrichten de geallieerden een doorbraak in Normandië en rukken op in de richting van België en Nederland. Op 3 september bevrijden zij Brussel en op 4 september Antwerpen. In paniek zetten de Duitsers een ontruimingsplan op voor kamp Vught, mede door uitvoering van een bevel van Adolf Hitler dat "terroristen" zonder vorm van proces moeten worden terechtgesteld.

Op grond van dit zogeheten 'Niedermachungsbefehl' worden 450 verzetsstrijders vlak voor en tijdens de ontruiming geëxecuteerd op de fusilladeplaats nabij het kamp. Deze executies worden de 'Deppner-executies' genoemd. Erich Deppner is de SS-officier en SD-functionaris die het bevel gaf voor deze executies. Deppner is voor deze executies nooit bestraft. Scharrer en Conijn worden samen met een aantal andere verzetsmannen in de vroege ochtend van de woensdag na Dolle Dinsdag (op 6 september 1944) gefusilleerd.

De schrijfster heeft allerlei verhalen onderzocht en uitgeplozen en daardoor krijg je een goed inzicht in het hele moeilijke en heldhaftige verzetswerk. Verhalen over mede-verzetsstrijders of geredde geallieerde piloten staan beschreven in het boek. Ook de werkwijze van de Duitsers en Nederlandse collaborateurs, waaronder de bekende Christiaan Lindemans, ook wel bekend als "King Kong", komen aan de orde.

Het boek start met een voorwoord en proloog, telt negentien hoofdstukken in vier onderdelen en sluit af met een epiloog. De vier onderdelen zijn achtereenvolgens: verhalen van hoop en helden, verhalen van de vijand en verraders, verhalen over piloten en verraad en tot slot: verhalen over overwinning en overleven. Een documentatielijst en alfabetische index maken het geheel compleet.

"The Dutch Resistance Revealed" is een zeer mooi boek dat veel inzicht geeft in het verzet, de pilotenhulp en hoe verraad en het heulen met de Duitsers het verzet moest breken. Scharrer en Conijn zijn relatief onbekende kopstukken binnen het Nederlandse verzet, die met dit boek worden geïntroduceerd aan een Engelstalig publiek. Scharrer heeft vanwege de pilotensmokkel postuum dankzeggingen ontvangen van de Amerikaanse opperbevelhebber Dwight Eisenhower en van de Britse vice-opperbevelhebber Arthur Tedder. Conijn is postuum onderscheiden met het zeldzame Verzetskruis.