Titel: | De pianist |
Auteur: | Wladyslaw Szpilman |
Uitgever: | BZZTôH, 's-Gravenhage |
Uitgebracht: | 1946, laatste Nederlandstalige versie: 2003 |
ISBN: | 9045303418 | Bijzonderheden: | De autobiografie van Wladyslaw Szpilman werd in 2002 door Roman Polanski verfilmd als "The Pianist". Het boek verscheen in Nederland ook al in 1999 met als titel: "Het wonderbaarlijke overleven". De oorspronkelijke titel was "Dood van een stad". |
Omschrijving: |
Het boek "De pianist" is een autobiografisch werk van de Joodse pianist Wladyslaw Szpilman. Direct na de oorlog beschreef hij in dit boek zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog in het door de Duitsers bezette Warschau. Szpilmans familie wordt gedeporteerd naar een vernietigingskamp, maar zelf weet hij te ontkomen. Met hulp van het Poolse verzet kan hij onderduiken. Vlak tegen het eind van de oorlog komt Szpilman op zijn onderduiklocatie oog in oog te staan met een Duitse officier. Tot zijn verbazing wordt hij niet gearresteerd. Integendeel, de Duitse officier helpt hem aan voedsel en met dit voedsel slaagt de pianist erin om de oorlog te overleven. Het boek begint met een voorwoord, geschreven door Andrzej Szpilman, de zoon van Wladyslaw Szpilman. In dit voorwoord geeft Andrzej aan wanneer hij het verhaal van zijn vader voor het eerst gelezen heeft, hoe het met zijn vader verging na de oorlog en welke belangrijke boodschap het verhaal volgens hem nog steeds heeft. "Ik woon al vele jaren in Duitsland en ik maak steeds weer de pijnlijke sprakeloosheid mee tussen joden en Duitsers en Polen", zo schrijft hij. "Ik hoop dat dit boek ertoe zal bijdragen dat nog altijd open wonden dichtgaan." Dit voorwoord werd halverwege de jaren ’90 geschreven, op het moment dat het boek voor het eerst in Duitsland uitgebracht werd. In Polen werd het boek al in 1946 gepubliceerd, maar het werd door de communistische regering vrijwel direct uit de circulatie genomen. Uitgeverijen die het boek wilden uitgeven werden ook in de jaren daarna steeds tegengewerkt door politieke instanties. Andrzej hoopt dat het verhaal van zijn vader er uiteindelijk in zal slagen om taboes te doorbreken en de Jodenvervolging wereldwijd bespreekbaar te maken. Of het verhaal van zijn vader in 2004 alle doelen van Andrzej bereikt heeft is de vraag, maar wel kan gezegd worden dat in elk geval de film een miljoenenpubliek heeft bereikt. Dankzij "The Pianist" hebben wereldwijd miljoenen mensen een indrukwekkend en ontroerend beeld gekregen van de Jodenvervolging. Na het voorwoord begint het autobiografische verhaal van Wladyslaw Szpilman. Hij schreef dit direct na de oorlog op het moment dat hij de enorme shock nog niet verwerkt had. Dit was zijn manier van verwerken. Hij heeft nooit de bedoeling gehad om zijn verhaal uit te brengen. Zonder enige emotie of zelfmedelijden beschrijft hij zijn schokkende ervaringen. Hij geeft geen enkel oordeel over de Jodenvervolging en de mensen die hier verantwoordelijk voor waren. Hij beschrijft enkel de gebeurtenissen van dag op dag. Zelfs de vele verschrikkingen worden door hem vrijwel gevoelloos beschreven. Na het verhaal van Szpilman volgen meerdere passages uit het dagboek van kapitein Wilm Hosenfeld, de officier die Szpilman hielp met onderduiken. Uit Hosenfelds dakboek blijkt hoe zeer hij zich als Duitser schaamde voor het nazi-bewind, de Jodenvervolging en de oorlog. Zijn geloof speelt daarbij een belangrijke rol. "Waarom laat God deze verschrikkelijke oorlog met deze vreselijke mensenoffers toe?" zo schrijft hij. "Denk alleen maar eens aan de afgrijselijke luchtaanvallen, aan de ontzettende angst van de onschuldige burgerbevolking, aan de onmenselijkheden waarmee de gevangenen in de concentratiekampen worden mishandeld, aan het vermoorden van de honderdduizenden Joden door de Duitsers. Treft God geen schuld?" In tegenstelling tot Szpilman schrijft Hosenfeld met veel emotie. Hij zet voornamelijk zijn gedachten en gevoelens op papier in plaats van dat hij een beschrijving geeft van gebeurtenissen, zoals Szpilman doet. De dagboekfragmenten van Hosenfeld geven een zeer interessant beeld van een Duitser die zich schaamde voor de misdaden van zijn landgenoten en die zich bovendien inzette voor zijn Joodse medemens. Szpilman was niet de enige die geholpen werd door de Duitse officier. Uit zijn teksten blijkt dat Hosenfeld een zeer intelligente en menslievende man was, iemand die duidelijk verschil maakte in de hel van het Derde Rijk. Helaas overleed Hosenfeld na de oorlog onder erbarmelijke omstandigheden in een Russisch krijgsgevangenenkamp. De Sovjets hebben zijn verhalen over het redden van Joden nooit willen geloven. Het boek wordt afgesloten met een essay met als titel: "Brug tussen Wladyslaw Szpilman en Wilm Hosenfeld, gebouwd uit 49 opmerkingen", geschreven door Oost-Duitse dissident Wolf Bierman. In dit essay wordt interessante achtergrondinformatie gegeven over de hoofdpersonen uit het boek. Het is vooral interessant om te lezen op welke manier Szpilman achter de identiteit van de Duitse officier kwam. We komen bovendien meer te weten over deze dappere man, zijn familie en de andere mensen die hij redde. Het essay beantwoordt een aantal vragen die in het verhaal of de film onbeantwoord blijven. Het essay is een nuttige bijdrage aan het verhaal, al zijn sommige onderdelen overbodig, omdat het verhaal van Szpilman op zichzelf al zoveel informatie bevat. Dit boek is zeer interessant om te lezen, zowel voor- of nadat je "The Pianist" gezien hebt. Vooral de informatie over Wilm Hosenfeld en zijn dagboekfragmenten vormen een zeer interessante en bijzonder nuttige aanvulling op het verhaal van Wladyslaw Szpilman. |
Beoordeling: | Uitstekend |