TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

De ramp in de Lübeckerbocht

Titel: De ramp in de Lübeckerbocht
Ondertitel: Nederlanders bij het einde van Neuengamme
Schrijver: S.P. Geertsema (eindredactie)
Uitgever: Boom
Uitgebracht: 2011
Pagina's: 431
ISBN: 9789461052728
Omschrijving:

Tijdens het Britse bombardement op de drijvende concentratiekampen Cap Arcona en Thielbeck kwamen ruim 7.000 mensen om onder wie meer dan 300 Nederlanders. Die ramp in de Lübeckerbocht, een baai in het zuidwesten van de Oostzee, vond plaats in de allerlaatste fase van de Tweede Wereldoorlog in Europa. De uiterst gewelddadige doodstrijd van het naziregime bestond uit een complete chaos van Duitse achterhoedegevechten, geallieerde bombardementen en zinloze verplaatsingen van tienduizenden concentratiekampgevangenen. Op twee van de drie schepen in de Lübeckerbocht die op 3 mei 1945 door Britse gevechtsvliegtuigen bestookt werden, bevonden zich voornamelijk gevangenen uit concentratiekamp Neuengamme, ongeveer 25 kilometer ten zuidoosten van Hamburg, en zijn vele nevenkampen.

Aan de ramp van 3 mei 1945 in de Lübeckerbocht is door de Nederlandse autoriteiten geen aandacht besteed. Dit bombardement wordt in Nederland niet officieel herdacht. Er bestaat ook geen monument van steen, metaal, hout of glas voor in Nederland. Tot voor kort was er zelfs geen Nederlands boek dat alleen aan deze ramp gewijd was. In het boek "Nederlanders in Neuengamme", in 2005 door de Stichting Vriendenkring Neuengamme gepubliceerd, wordt wel aandacht aan de ramp besteed. Dit boek is bedoeld als een papieren monument voor de landgenoten die in Neuengamme vastzaten.

Een eerste reden voor het verschijnen van "De ramp in de Lübeckerbocht" is dan ook om een papieren monument te creëren voor de Nederlanders die betrokken zijn geweest bij de ondergang van de drijvende concentratiekampen in de Lübeckerbocht. Een tweede reden is om de Britse autoriteiten ervan te overtuigen om eindelijk de volledige waarheid over de Britse luchtaanval op de Cap Arcona en de Thielbeck te openbaren. Deze openheid is nodig om de acceptatie van de ramp in de Lübeckerbocht voor de, nog schaarse, overlevenden en hun nabestaanden vorm te geven.

"De Ramp in de Lübeckerbocht" is geschreven onder auspiciën van de Stichting Vriendenkring Neuengamme. De redactie was in handen van Theo Broers, Wil van den Elzen, Wim Vermeulen (beeldredactie) en Sietse Geertsema, die de eindredactie voor zijn rekening nam en op de kaft gecrediteerd wordt als auteur.

In oktober 1944 vond in het Wirtschaftsverwaltungshaupamt te Berlijn een vergadering plaats van alle concentratiekampcommandanten over vernietiging van de kampen. Dit om te voorkomen dat de oprukkende geallieerden achter de gruwelijke misdaden van het naziregime in de kampen kwamen. In februari 1945 naderden de Westerse geallieerden Neuengamme bij Hamburg. De Höherer SS- und Polizeiführer (HSSPF) graaf Georg-Henning von Bassewitz-Behr en Gauleiter Karl Kaufmann hielden vanaf begin maart hun eerste besprekingen over de ontruiming van Neuengamme en de nevenkampen. De hoogste commandant van de SS- en politie en de rijksverdedigingscommissaris van Hamburg kwamen overeen dat de nevenkampen ontruimd moesten worden en de gevangenen overgeplaatst naar hoofdkamp Neuengamme. Deze verplaatsing van gevangenen werd voltooid op 5 april 1945. Gauleiter Kaufmann overtuigde HSSPF Bassewitz-Behr ervan om Neuengamme te ontruimen en de gevangenen op schepen te plaatsen. Die schepen kon Kaufmann regelen omdat hij ook Reichskommissar für Deutsche Seeschiffart was. Hij wilde de gevangenen na de ontruiming van Neuengamme niet in Hamburg zelf hebben omdat hij bang was dat zij na de onvermijdelijke bevrijding de stad aan de Elbe zouden plunderen.

Bassewitz-Behr stemde toe en belastte de kampcommandant van Neuengamme, Max Pauly, met de gevangenentransporten. Die transporten van 9.000 à 10.000 gevangenen, van Neuengamme naar Lübeck, deels per goederentrein deels te voet, begonnen vanaf de derde week van april. De gevangenen die door uitputting of ziekte onderweg niet meer mee konden, werden genadeloos door de begeleidende SS`s en kampbewakers met een nekschot afgemaakt. Onder erbarmelijke omstandigheden, zonder sanitaire voorzieningen en eten en drinken, werden de overgebleven gevangenen geplaatst op de vrachtschepen Thielbeck, Athen, Otterbek en Elmenhorst en in goederenwagons op de kade. Vele gevangenen stierven door ondervoeding, uitdroging en ziektes zoals tyfus en difterie.

Vanaf 26 april 1945 werden 6.500 gevangen overgebracht op de buiten dienst gestelde en niet zeewaardige oceaanstomer Cap Arcona van de rederij Hamburg-Süd. De overige gevangenen bleven op de Thielbeck. Intussen hadden Britse troepen Bremen ingenomen en het aantal luchtaanvallen in de regio Hamburg opgevoerd. De overbevolkte toestand op de Cap Arcona werd door Duitse controleurs te erg bevonden en 2.000 gevangenen werden teruggeplaatst op de Athen. Een tweede oceaanstomer, de Deutschland, lag eveneens in de Lübeckerbocht maar was nog leeg. Het was de bedoeling dat op dit schip gevangenen uit concentratiekamp Sachenhausen geplaatst zouden worden.

Op 1 mei 1945 stond de 11e Britse tankdivisie vlak voor de stad Lübeck. De volgende dag werd de Thielbeck door twee sleepboten de Lübeckerbocht opgesleept waar het vrachtschip op 700 meter afstand van de Cap Arcona voor anker ging. Er waren op dat moment 2.800 gevangenen aan boord. Intussen liep de Lübeckerbocht vol met allerlei typen Duitse oorlogsschepen, vooral onderzeeboten. Op 3 mei lagen de Cap Arcona, Thielbeck en Deutschland tussen de vele oorlogsschepen in en waren niet herkenbaar als drijvende concentratiekampen. De schepen voerden geen witte vlag, hadden bewapening aan boord en aan dek liepen gewapende SS`s en bewakers rond. Diezelfde morgen werden de Britten door een vertegenwoordiger van het Rode Kruis ingelicht over de aanwezigheid van de gevangenen aan boord van de Cap Arcona en de Thielbeck. Dit was enkele dagen eerder ook al aan hen gemeld door Rode Kruismedewerkers. De Britten gingen er echter vanuit dat er zich Duitse militairen aan boord van de schepen bevonden die wilden ontkomen naar Denemarken of Noorwegen om vanuit daar de oorlog voort te zetten en gaven daarom opdracht de schepen aan te vallen.

In vier aanvalsgolven werden in de middag van 3 mei 1945 de Cap Arcona, de Thielbeck en de Deutschland vanuit de lucht met raketten bestookt door Britse Typhoons. De meeste SS`s waren ongeveer een uur van te voren van de schepen gehaald. De Cap Arcona veranderde in een vlammenzee. Het vele hout dat in de luxe afwerking van de verblijven gebruikt was, was een gemakkelijke prooi voor het vuur. De brandweerinstallaties aan boord bleken onbruikbaar gemaakt te zijn en ook de reddingsboten konden door het vuur niet gebruikt worden. De getroffen Thielbeck maakte snel slagzij en zonk. De meeste gevangenen die in zee terechtkwamen verdronken omdat ze niet over zwemvesten en reddingsvlotten beschikten. De weinigen die het strand konden bereiken werden door Duitse soldaten beschoten.

De Athen was teruggehaald naar Neustadt, aan de noordzijde van de Lübeckerbocht en de aanwezige gevangenen ontkwamen aan de Britse luchtaanval. Zij werden nog diezelfde dag door Britse grondtroepen bevrijd. Slechts 350 gevangenen van de Cap Arcona en 50 van de Thielbeck overleefden de ramp in de Lübeckerbocht. Omdat de SS`s de schepen vroegtijdig verlaten hadden, de brandblusapparatuur op de Cap Arcona onbruikbaar gemaakt was en omdat de schepen met gevangenen aan boord niet als zodanig herkenbaar gemaakt waren, lijkt het erop dat Bassewitz-Behr, Kaufmann en Pauly op de Britse aanval hadden gehoopt. In elk geval hebben zij er ernstig rekening mee gehouden dat het kon gebeuren en misbruik gemaakt van de situatie om van zoveel mogelijk gevangenen af te komen. De beschietingen van de gevangenen die het strand konden bereiken lijken dit de bevestigen.

De schrijvers van "De ramp in de Lübeckerbocht" hebben hun verhaal vooral verteld aan de hand van tal van ooggetuigenverslagen, beschrijvingen van betrokkenen en officiële verhoren van de verantwoordelijken. Hierdoor worden gruwelijke beschrijvingen van de situaties van de gevangenen niet vermeden, maar is de beschrijving van de gebeurtenissen rond de drijvende concentratiekampen in de Lübeckerbocht ook heel authentiek. Uiteraard blijven sommige vragen rond dit onderwerp onbeantwoord en sommige details onbeschreven. Toch is met dit boek grotendeels een einde gekomen aan de onbekendheid van de weerzinwekkende gebeurtenissen op 3 mei 1945 in de Lübeckerbocht.

"De ramp in de Lübeckerbocht" is geen gemakkelijk boek. Alleen al de 431 pagina`s maken het een behoorlijke pil. Het is echter het onderwerp dat het boek zwaar maakt. De schrijvers hebben er gelukkig niet voor gekozen om de zaken te verzachten of zelfs te romantiseren zoals vaak gebeurt in boeken en films over de gevolgen van het naziregime. De lezer krijgt het zoals het door de mensen die het meegemaakt hebben is beschreven. Dat is hard maar ook volgens de werkelijkheid. De lezer sluit het boek met een helder idee over de gruwelijke waarheid van een van de vele misdaden van de nazi`s. Hij of zij wordt aan het nadenken gezet en komt waarschijnlijk snel tot de conclusie dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Daarmee is het boek precies wat de Stichting Vriendenkring Neuengamme voor ogen had: een papieren monument.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Peter Kimenai
Geplaatst op:
05-08-2011
Laatst gewijzigd:
01-02-2020
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen