Titel: | Friedrich Knolle - bekentenissen van een SD-officier |
Schrijver: | Perry Pierik |
Uitgever: | Aspekt |
Uitgebracht: | 2011 |
Pagina's: | 305 |
ISBN: | 9789059119123 |
Omschrijving: |
Friedrich Knolle was een van de meest geheimzinnige figuren uit de top van de Duitse Sicherheitsdienst in bezet Nederland (1940-1945). Knolle had zelf gewaarschuwd dat er over zijn persoon ‘niet veel te vinden zou zijn’. Als topman binnen de Duitse inlichtingendienst kende hij zijn vak en wist hij zijn sporen uit te wissen. Tijdens de oorlog was Knolle betrokken bij grote zaken, zoals het neerslaan van de Februaristaking, gijzelingen en executies. Toch is Knolle nooit veroordeeld. Er was weinig wat hem ontging. Dit blijkt wel uit het feit dat hij in verband gebracht wordt met geheimzinnige zaken, zoals de oprichting van spionagescholen en een belangrijke rol binnen de ondergrondse Werwolf-organisatie. Dit alles maakte het voor de historicus Perry Pierik (auteur van diverse boeken over de Tweede Wereldoorlog) zeer interessant om een onderzoek te doen naar de persoon van Knolle en zijn activiteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pierik was niet de eerste historicus die onderzoek heeft gedaan naar deze belangrijke en geheimzinnige SD-officier. Omdat Knolle zo veel mogelijk sporen uitgewist had, was er tot op heden weinig nieuws uit de onderzoeken naar voren gekomen. Pierik ontdekte een goede bron over deze geheimzinnige SD’er en heeft vooral op basis daarvan dit boek geschreven. Deze bron bestond uit een geluidsband die in het bezit was van Ebbe Rost van Tonningen. Ebbe Rost van Tonningen is de zoon van Meinout Rost van Tonningen die tijdens de Tweede Wereldoorlog een leidende rol binnen de NSB had. Ebbe probeerde iedereen die zijn vader goed gekend had te ontmoeten om zo meer informatie over hem te krijgen. Tijdens deze zoektocht kwam hij in de jaren zeventig in contact met Friedrich Knolle. Tijdens het gesprek deed Knolle enkele onthullingen over zijn activiteiten tijdens de oorlog. Op basis van de bandopnamen en het daaruit voortkomend onderzoek heeft Pierik een beeld kunnen schetsen van verschillende gebeurtenissen, waarbij Knolle ook betrokken lijkt te zijn geweest. Als topman van de SD heeft hij te maken gehad met verschillende belangrijke zaken, zoals Fall Gelb en het Englandspiel. In het boek ligt de focus dus op de activiteiten van Knolle en daarmee is het niet echt een biografie over Knolle zelf. Dit heeft er ook mee te maken dat er nog steeds veel mysteries bestaan rond deze SD-officier. Het boek begint met een korte levensschets van Knolle. Daarna vertelt de auteur in enkele hoofdstukken meer over de SD als organisatie en de verschillende Duitse instanties die betrokken waren bij de bezetting en controle van Nederland. Om tussen al die organisaties goed te kunnen functioneren beschikte Knolle over een uitgebreid netwerk van informanten. Tot de belangrijkste informanten behoorden onder andere de spionne Leonie Brandt en de verrader Johannes van Ligten. Deze personen worden door Pierik uitgebreid beschreven. In de volgende hoofdstukken beschrijft Pierik verschillende activiteiten waarbij Knolle betrokken zou zijn geweest. Hierbij plaatst hij wel kritische kanttekeningen, omdat het soms twijfelachtig is of Knolle de waarheid spreekt. Ook bespreekt hij gebeurtenissen waarover meer informatie kwam uit het gesprek dat Knolle met Ebbe Rost van Tonningen had. Bijzonderheden over de merkwaardige missie van Rudolf Hess die als ‘onderhandelaar’ naar Schotland was gevlogen en de infiltratie van het Nederlandse netwerk van Knolle na de oorlog in het Bureau Nationale Veiligheid zijn enkele van die zaken. Aan het eind van het boek wordt er ook een hernieuwde discussie op gang gebracht over de vermeende spionage van premier Colijn tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij zou hebben gespioneerd voor de Engelse geheime dienst en zo de Nederlandse vooroorlogse neutraliteitspolitiek in gevaar hebben gebracht. Het wordt ook duidelijk dat er een relatie bestond tussen Knolle en Colijn, maar hoe die relatie precies was, weet Pierik ook niet te onthullen. Wel wordt duidelijk dat Colijn ook contacten had met het verzet, zoals de Stijkelgroep. Ook hier is niet duidelijk geworden hoe die relatie precies was en of Colijn ook echt deel uitmaakte van de Stijkelgroep. Feit is dat een groot deel van deze verzetsgroep door de Duitsers opgepakt en gefusilleerd is. Op basis van de informatie die Knolle gegeven heeft, zou de arrestatie veroorzaakt kunnen zijn door de naïeve houding van Colijn tegenover Nederlandse informanten van Knolle. Knolle heeft na de oorlog meerdere malen aangegeven dat er over hem weinig informatie te vinden zou zijn. Pierik is er echter in geslaagd om een beeld te schetsen van deze SD-officier en van de activiteiten waar hij tijdens de oorlog bij betrokken was. Hierbij kon hij niet op alle vragen een antwoord te geven, maar dat geeft hij ook eerlijk toe in het laatste hoofdstuk. De integrale tekst van het gesprek tussen Knolle en van Tonningen is opgenomen als bijlage in het boek. Zo is het voor de lezer ook duidelijk waarvandaan Pierik zijn informatie voornamelijk heeft gehaald. Pierik heeft er een boeiend en vlot geschreven boek van gemaakt. Het is misschien wel lastig te volgen voor mensen die niet zo bekend zijn met de verschillende gebeurtenissen tijdens de bezettingsjaren. Toch is het ook voor hen zeker de moeite waard om dit verhaal te lezen, omdat het een goed beeld geeft van het functioneren van de SD en een van haar belangrijkste officieren in Nederland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. |
Beoordeling: | Zeer goed |