Titel: | Marinus Post alias Evert - Oorlogsherinneringen uit 1944 |
Schrijver: | Atie Visser (Karin) |
Uitgever: | Voorhoeve Kampen |
Uitgebracht: | 1999 |
Pagina's: | 255 |
ISBN: | 9029716339 |
Omschrijving: |
Literatuur over verzetsmensen spreekt al jaren tot de verbeelding. Een van de verzetsmensen die veel aandacht kreeg was Johannes Post met het boek “De levensroman van Johannes Post”. Dit boek werd geschreven door Anne de Vries. Johannes Post was een van de landelijke leiders van het gewapende verzet, de Landelijke Knokploegen (LKP). Marinus Post (schuilnaam Evert) is zijn veel minder bekende broer. Hij heeft Johannes aangezet tot het plegen van verzetsdaden. Marinus Post komt in het boek van Anne de Vries enkele keren voor, maar Johannes Post is de centrale figuur. Na de oorlog zijn er verschillende valse geruchten over Marinus Post bekend geworden. Een van die geruchten was dat Johannes Post de leider was van een grote groep jongens, inclusief Marinus. Dit wordt door drs. G.C. Hovingh in zijn bekende boek over Johannes Post weerlegd. Om de aandacht tussen de gebroeders Post eerlijker te verdelen en om deze nog steeds bestaande geruchten te ontkrachten heeft Atie Visser dit boek over Marinus Post geschreven. Atie Visser (schuilnaam Karin) heeft als een van de weinige vrouwen actief deelgenomen aan enkele acties van het gewapend verzet. In het voorjaar van 2011 kreeg ze landelijke aandacht door haar bekentenis dat ze na de oorlog, in 1946, de ingenieur Felix Guljé vermoord heeft, omdat hij verdacht werd van collaboratie. Omdat de moord verjaard was, werd ze niet vervolgd. Tijdens de oorlog behoorde ze tot de Knokploeg Evert die onder leiding stond van Marinus Post. Deze Knokploeg heeft onder andere liquidaties en overvallen op distributiekantoren uitgevoerd. In dit boek beschrijft zij een aantal van deze verzetsdaden, maar ook belicht zij de menselijke kant van het verzetswerk. Het is een waargebeurd, niet-geromantiseerd verhaal, waarin veel aandacht is voor de ellende die de oorlog met zich meebracht. Marinus Post werd op 3 augustus 1902 geboren in Hollandscheveld (gemeente Hoogeveen). Hij was een van de oudste zonen uit het elf kinderen tellende gereformeerde gezin van Jan Wolters Post en Trijntje Tempen. Het boek van Anne de Vries over Johannes Post geeft enige informatie over de jeugd van Marinus Post. Verder is er weinig bekend over zijn leven voor de Tweede Wereldoorlog. Op 19 mei 1925 trouwde Marinus Post en in mei 1940 verhuisde hij met zijn gezin naar een boerderij aan de Venedijk 3 in de buurt van Kampen. Al vroeg in de oorlog, namelijk in de zomer van 1942, begon Marinus met het verzetswerk. Hij verleende vooral hulp aan tientallen Joden. Hij haalde hen niet alleen over om onder te duiken, maar verschafte hen ook onderdak in zijn eigen boerderij. In de nacht van 26 op 27 juli 1943 werd de boerderij van Marinus overvallen door de Sicherheitsdienst (SD), die bijgestaan werd door de Kampense politie. Marinus ging samen met zijn 17-jarige zoon Jan een schietpartij aan met de overvallers. Tijdens die schietpartij werd Marinus in zijn onderbeen geraakt, maar hij wist te ontsnappen. Zijn vrouw en Jan werden gearresteerd en verbleven de rest van de oorlog in concentratiekampen. De Joodse onderduikers werden ontdekt en weggevoerd. Vijf dagen later brandde de boerderij tot de grond toe af. Marinus dook onder in Barendrecht en later in Leiden. Van eind 1943 tot midden 1944 was hij als hoofd van zijn KP-ploeg ‘Evert’ betrokken bij meer dan tien overvallen. Deze periode wordt door Atie Visser uitgebreid beschreven, maar ze besteedt ook veel aandacht aan de verdere levensgeschiedenis van Marinus Post. Na een korte inleiding tot haar verzetsperiode bij de Knokploeg van Marinus Post, beschrijft zij de eerste actie die zij meemaakte. Bij deze actie werd een gevaarlijke verrader geliquideerd. Stukje bij beetje kwam de schrijfster tijdens haar tijd bij de KP-Evert meer te weten over wie Marinus Post is en waarom hij verzetsdaden pleegt. De overval van de KP van Johannes Post op het zwaarbewaakte Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam, wordt uitgebreid beschreven. Marinus had zijn jongere broer meerdere malen gewaarschuwd om dit plan niet uit te voeren. Enkele leden van de KP-Evert hebben aan deze mislukte actie deelgenomen. Door plotseling optredende ziekte kon Atie Visser niet deelnemen aan de kraak van het distributiekantoor (DK) van Elburg. Daarom heeft zij aan de hand van ooggetuigenverslagen een reconstructie van deze verzetsdaad gemaakt. Na de beschrijving van deze actie geeft zij ook korte beschrijvingen van de andere leden van de KP-Evert. De schrijfster heeft wel meegedaan aan de overval op het distributiekantoor van Wezep en die actie wordt door haar dan ook uitgebreid beschreven. Hetzelfde geldt voor de overvallen op de DK’s van Dedemsvaart en Gramsbergen. In het laatste deel van het boek beschrijft ‘Karin’ de aanloop naar de poging tot liquidatie in Amsterdam van een collaborateur, genaamd Rudi Polak, door de Knokploeg onder leiding van Marinus Post. Door meerdere malen flash forwards te gebruiken, bouwt de schrijfster de spanning goed op. Het was deze liquidatiepoging die het fatale einde van de verzetsheld Marinus Post betekende. Hij had een afspraak gemaakt met Polak en in Amsterdam werd er door hem met zijn KP een val opgezet om de verrader te liquideren. Plotseling stopte een auto van de SD voor de deur van het huis waar Marinus met zijn KP zat te wachten op Polak en werd er op de deur gebonsd. Marinus en zijn jongens vluchtten, waarbij Marinus een andere kant op vluchtte dan de andere KP-leden. De andere KP’ers kwamen een Duitse militair tegen. Hij versperde hen de weg, waarop zij hem neerschoten. Waarschijnlijk is Marinus bij het horen van de schoten teruggekomen. Hij werd, bewapend, gearresteerd en op 17 november 1944 in Alkmaar gefusilleerd. Atie Visser geeft een uitvoerige en levendige beschrijving van de verzetsdaden van de KP-Evert, maar zij schenkt ook aandacht aan de persoon en het karakter van Marinus Post. Daarnaast geeft zij informatie over verschillende geruchten rond Marinus Post die na de oorlog hebben post gevat. Deze geruchten worden door haar, een voor een, behandeld, vanuit haar eigen positie als (niet onpartijdige) betrokkene. Het verhaal is vlot geschreven en oogt toegankelijk doordat er geen voet- of eindnoten zijn toegevoegd. Hierdoor krijgt het boek wel een iets minder wetenschappelijk karakter en ziet het er minder historisch onderbouwd uit. In haar voorwoord geeft de schrijfster wel aan waar zij haar informatie vandaan heeft gehaald, maar dit gebeurt op een informele manier. Daarnaast wordt de leesbaarheid enigszins nadelig beïnvloed doordat er verschillende personen aan het woord worden gelaten die hun eigen visie op een bepaalde gebeurtenis vertellen. Toch is dit boek een waardevolle aanvulling voor iedereen die inhoudelijke belangstelling voor de hoofdpersoon en zijn verzetsdaden heeft. Het vormt een mooi monument voor een te onbekend gebleven verzetsheld. |
Beoordeling: | Goed |