General Service Medal 1918-1962

De onderscheiding werd in 1918 ingesteld als erkenning voor geleverde diensten tijdens minder belangrijke campagnes waarvoor geen aparte onderscheiding bestaat. De medaille toont op de voorzijde de kop van het regerend staatshoofd, op de achterzijde staat een gevleugelde Victoria met in de ene hand een drietand en in de andere een krans.
Gespen kunnen worden toegekend voor dienst in: Irak, Koerdistan, noordwest Perzië, zuid Perzië, noordelijk Koerdistan en de zuidelijke woestijn in Irak op verschillende data vanaf 1918; Palestina voor dienst binnen haar grenzen of die van Trans-Jordanië tussen 19 april 1936 en 3 september 1939; zuidoost Azië 1945-46, Explosieven Opruimingsdienst 1945-1949; Palestina tussen 1945 en 1948 en tenslotte Maleisië voor gronddienst van tenminste een dag vanaf 16 juni 1948 of, in het geval van RAF personeel, voor een operationele vlucht. Voor de Tweede Wereldoorlog zijn alleen van belang de gespen "SE Asia 1945-46", "Bomb and Mine Clearance 1945-49" en "Bomb and Mine Clearance 1945-46".