De Légion d'Honneur, de belangrijkste Franse onderscheiding, werd op 19 mei 1802 ingesteld door Napoleon I. Hij wordt alleen uitgereikt wegens dapperheid onder vuur of wegens twintig jaar trouwe dienst als militair of burger in vredestijd.
De oorspronkelijke medaille was van goud en wit geëmailleerd met vijf twee-puntige stralen; tussen de armen van het kruis bevindt zich een groen geëmailleerde lauwerkrans met eikenbladeren. Op de voorzijde stond in het midden van de medaille de beeltenis van Napoleon I op een zilveren ondergrond met daarboven een blauw geëmailleerde band met de inscriptie: "Napoléon, Emp. des Français" (Napoleon, Keizer der Fransen)in gouden letters.
De achterzijde is gelijk aan de voorzijde maar in het midden staat de Keizerlijke adelaar met op de band de tekst: "Honneur et Patrie" (Eer en Vaderland).
Vanaf 1806 stond de Keizerskroon aan de bovenzijde van de medaille en diende als ophangpunt. De huidige onderscheiding ziet er ongeveer net zo uit maar op de voorzijde staat nu een vrouwenkop, het symbool van de republiek afgebeeld met daar omheen de band met inscriptie: "République Française". De achterzijde toont twee gekruiste, drie-kleurige vlaggen en de tekst: "Honneur et Patrie". De kroon als ophangpunt is vervangen door een groene lauwerkrans.
De Orde kent vijf graden: Grand Croix, Grand Officier, Commandeur, Officier and Chevalier (Grootkruis, Grootofficer, Commandeur, Officier and Ridder).
Het lint is helderrood van kleur met vijf smallere verticale banen, donkerrood van kleur en evenredig verdeeld over het lint.