TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

De Franse torpedobootjager Cyclone werd vanaf 1923 gebouwd en in 1928 officieel dienst gesteld. Aanvankelijk opereerde het schip in de Middellandse Zee tot het in 1935 in Brest werd gestationeerd. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet als escortejager voor transportschepen van Franse troepen naar Noorwegen en later naar Nederland. Bij de Duitse invasie in Frankrijk werd de Cyclone tevens ingezet om artilleriesteun te verschaffen aan Franse troepen en nam het deel aan de evacuatie bij Duinkerke. Tijdens deze operatie raakte het schip ernstig beschadigd en kwam voor reparaties in Brest terecht. Om te voorkomen dat het schip daar in Duitse handen viel werd het aldaar tot zinken gebracht.

Definitielijst

invasie
Gewapende inval.
torpedobootjager
(Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

Gegevens


Cyclone jaren 1930 Bron: Public Domain (onbekend)
Gebouwd door:
Kiel gelegd:
Te waterlating:
Aflevering:
Einde:
Forges et Chantiers de la Méditerranée,
Graville (Le Havre)
29 september 1923
24 januari 1925
15 maart 1927
18 juni 1940
(gezonken)
Bouwnummer : ?





Indeling:
Datum in:
Datum uit:
Gegevens:

25 juni 1928

Cyclone, 5ème Escadrille, 3ème Flottille

1932

Cyclone, 5ème Division, 1ère Escadre, 1ère Flottille

5 juli 1935
18 juni 1940
Cyclone, 6ème Division, 2ème Escadre

Geschiedenis

De torpedobootjager Cyclone was een schip uit de Bourrasque-klasse (1924) en werd op 5 maart 1923 besteld als onderdeel van het bouwprogramma uit 1922.[1] De kiel voor het schip werd op 29 september 1923 gelegd op de werf van Société Nouvelle des Forges et Chantiers de la Méditerranée in Graville bij Le Havre. Op 24 januari 1925 werd het schip te water gelaten en op 15 maart 1926 begonnen de proefvaarten. Op 1 september 1926 vonden de acceptatievaarten plaats. Formeel werd het schip op 15 maart 1927 afgeleverd en op 31 mei 1927 gereed gemeld. Pas op 25 juni 1928 ging het schip officieel in dienst bij de Franse Marine Nationale.[2][3]


Cyclone tijdens proefvaarten (nog ongewapend) Bron: Public Domain (onbekend)

De Cyclone had een lengte van ruim 105 meter en een breedte van 9,70 meter. Met een standaard waterverplaatsing van 1.320 ton en een waterverplaatsing van 1.825 ton bij volledige belading werd een diepgang van rond de 3,50 meter bereikt. De aandrijving vond plaats door twee geschakelde stoomturbines, aangedreven door drie Du Temple boilers. De 31.000 pk geleverd door de turbines dreven twee schachten aan, waarmee een snelheid van 33 knopen (61 km/u) bereikt kon worden. Bij een volledige brandstofvoorraad kon met een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) een afstand van 5.600 km worden afgelegd. De, in oorlogstijd, 162 bemanningsleden hadden de beschikking over een hoofdbewapening van vier stuks 130 mm Canon Modéle 1919, waarvan er twee op het voordek en twee op het achterdek waren gepositioneerd. Midscheeps, achter de schoorstenen, bevonden zich twee drievoudige 550 mm torpedolanceerinstallaties. Een 75 mm Canon Modéle 1924 geschut was tussen de twee torpedolanceerinstallaties geplaatst als luchtafweergeschut. Op het achterschip waren twee dieptebommenwerpers gemonteerd voor de zestien meegevoerde dieptebommen.[4]

De Cyclone werd na in dienststelling ingezet in de Middellandse zee met als thuisbasis Toulon tot het in 1935 werd overgeheveld naar Brest voor dienst op de Atlantische Oceaan. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet voor konvooidiensten voor de geallieerde troepen.[5]

Toen de Duitse invasie in het westen begon op 10 mei 1940, nam het schip deel aan de Franse operaties in Nederland, ten behoeven van het escorteren van troepentransporten en het leveren van vuursteun. Ditzelfde werd gedaan toen Duitse troepen zich meer naar de Franse kust begaven. In deze hoedanigheid was de Cyclone nauw betrokken bij de strijd rond Duinkerke. Tijdens een overvaart van Dover in Engeland naar Duinkerke, op 31 mei 1940, werd het schip aangevallen door de Duitse torpedoboot (Schnellboot) S 24 (1939). Een door de torpedoboot afgeschoten torpedo, blies de gehele boeg van de Cyclone af. Het schip wist op eigen kracht, onder begeleiding van de Poolse onderzeebootjager Blyskawica (1936), terug te keren naar Dover. Vanuit Dover vaarde de zwaar beschadigde Cyclone door naar Cherbourg en vervolgens naar Brest voor reparaties. Op 3 juni 1940 kwam het schip aan in Brest, waar het op 18 juni 1940 tot zinken werd gebracht om te voorkomen dat het in handen van de Duitsers viel.[6]


Cyclone na het verlies van de boeg Bron: Public Domain (onbekend)

Hoewel de Kriegsmarine plannen maakte om het schip te bergen en het als ZF4 in gebruik te nemen, werd in augustus 1941 besloten hiervan af te zien. Nadat Brest in 1944 door de geallieerden werd bevrijd, werd het wrak door de Franse marine gelicht en gesloopt.[7][8][9]

Definitielijst

geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
invasie
Gewapende inval.
Kriegsmarine
Duitse marine, naast de Heer en de Luftwaffe onderdeel van de Duitse Wehrmacht.
torpedo
Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.
torpedobootjager
(Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

Technische gegevens

Naam: Cyclone
Bouwer:
Forges et Chantiers de la Méditerranée, Graville
Bouwnummer:
?
Naamsein/Registratie:
51, 56, T61 / ?
Type/Klasse:
Torpedobootjagers / Bourrasque-klasse (1924)
Waterverplaatsing:
1.300 lt (1.320 ton) standaard
1.796 lt (1.825 ton) volledig beladen
Lengte:
105,60 meter
Breedte:
9,70 meter
Diepgang:
3,50 meter
Aandrijving:
2 geschakelde Parsons stoomturbines
3 Du Temple Boilers
31.000 pk (22.800 kW, 30.576 shp)
2 schachten
345 ton olie
Snelheid:
33 knopen (61 km/u)
Bereik:
5.600 km bij 15 knopen (28 km/u)
Bewapening (bij bouw):
4x1 Canon 130 mm Modèle 1919
1x1 Canon 75 mm  Modèle 1924
2x3 550 mm torpedolanceerbuizen
2 dieptebommenwerpers
16 dieptebommen
Bemanning
142 (vredestijd) - 162 (oorlogstijd)

Commandants

Capitaine de Corvette Pierre Henri Latham (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse)
13 maart 1926
?
1926 - 1933
Capitaine de Fregate Jean Louis Négadelle (Kapitein-luitenant ter Zee)
1933 - 1935
?
1935 - 1939
Capitaine de Fregate Urvoy de Portezamparc (Kapitein-luitenant ter Zee)
17 juni 1939 - 18 juni 1940

Noten

  1. Jordan, 2015, pag. 42
  2. Jordan, 2015, pag. 42
  3. Gogin, 2023, pag. 39
  4. Jordan, 2015, pag. 41
  5. Jordan, 2015, pag. 55, 217, 224
  6. Jordan, 2015, pag. 227, 228, 229
  7. Jordan, 2015, pag. 229
  8. Gröner, 1990, pag. 213
  9. Gogin, 2023, pag. 40

Informatie

Artikel door:
Wilco Vermeer
Geplaatst op:
06-04-2025
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde boeken

French Destroyers
German Warships, 1815-1945, Vol. I
Fighting Ships of World War Two, Volume 5