Samen met de Chacal-klasse, was de Bourrasque-klasse een poging tot modernisering en standaardisering van de torpedobootjagers bij de Franse Marine National in de jaren 1920. De schepen van de Bourrasque-klasse deden dienst bij zowel de Franse, Vrije Franse en Vichy Franse marines, maar ook bij enkele andere marines. Van de twaalf in deze klasse gebouwde schepen, gingen er zeven verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog. De laatste schepen uit deze klasse gingen in het begin van de jaren 1950 pas buiten dienst.
Bourrasque (1925) |
12 november 1923: kiellegging 5 augustus 1925: tewaterlating 23 september 1926: aflevering 30 mei 1940: gezonken |
Cyclone (1925) |
29 september 1923: kiellegging 24 januari 1925: tewaterlating 31 mei 1927: aflevering 25 juni 1928: in dienst 18 juni 1940: gezonken |
Mistral (1925) |
28 november 1923: kiellegging 6 juni 1925: tewaterlating 1 juni 1927: aflevering 21 juni 1928: in dienst 10 juni 1944: onherstelbaar beschadigd |
Orage (1924) |
20 augustus 1923: kiellegging 30 augustus 1924: tewaterlating 1 oktober 1926: aflevering 19 januari 1927: in dienst 23 mei 1940: gezonken |
Ouragan (1924) |
7 september 1923: kiellegging 6 december 1924: tewaterlating 19 januari 1927: aflevering 15 september 1927: in dienst 7 april 1949: sloop |
Simoun (1924) |
8 augustus 1923: kiellegging 3 juni 1924: tewaterlating 29 april 1926: aflevering augustus 1926: in dienst 1950: sloop |
Siroco (1925) |
3 december 1923: kiellegging 21 februari 1925: tewaterlating 28 september 1926: aflevering september 1926: in dienst 31 mei 1940: gezonken |
Tempête (1925) |
15 maart 1924: kiellegging 3 oktober 1925: tewaterlating 1 juli 1927: aflevering 5 februari 1928: in dienst 1950: sloop |
Tornade (1925) |
25 april 1923: kiellegging 12 maart 1925: tewaterlating 10 mei 1928: aflevering 21 mei 1928: in dienst 8 november 1942: gezonken |
Tramontane (1924) |
29 juni 1923: kiellegging 29 november 1924: tewaterlating 15 oktober 1927: aflevering 1 januari 1928: in dienst 8 november 1942: gezonken |
Trombe (1925) |
5 maart 1924: kiellegging 27 december 1925: tewaterlating 27 oktober 1927: aflevering 31 december 1927: in dienst 17 februari 1950: sloop |
Typhon (1925) |
1 september 1923: kiellegging 22 mei 1925: tewaterlating 27 juni 1928: aflevering 22 oktober 1928: in dienst 9 november 1942: gezonken |
De torpedobootjagers van de Bourrasque-klasse, soms ook wel aangeduid als Simoun-klasse, werden in de jaren 1920 gebouwd als een eerste naoorlogse standaard bouwconcept voor de Franse Marine National. Ook de iets later gebouwde en iets grotere L'Adroit-klasse (1927), werd volgens hetzelfde ontwerp gebouwd met de karakteristieke drie schoorstenen. De Bourrasque-klasse werd volgens het 1922 bouwprogramma op stapel gezet en ontving het voor dat moment zwaarst mogelijk geschut beschikbaar voor torpedobootjagers. Vanwege de relatief langzame laad- en vuursnelheid werd dit voordeel in kracht vrijwel teniet gedaan. Ook bleken de schepen met een maximale snelheid van 30 knopen (55,5 km/u) relatief langzaam voor moderne torpedobootjagers.[1]
De schepen in deze klasse hadden een lengte van bijna 106 meter bij een breedte van bijna 10 meter. Met een waterverplaatsing van standaard 1.319 ton en maximaal 1.900 ton, werd een diepgang van 4,30 meter bereikt. De twee sets Zoelly, Parsons of Rateau-Bretagne geschakelde stoomturbines en drie Du Temple boilers konden een vermogen genereren van 33.000 pk, wat op papier een snelheid van 33 knopen (61 km/u) had moeten opleveren. Met de maximale voorraad van 354 ton olie kon bij een kruissnelheid van 14 knopen (26 km/u) een afstand van 3.982 km worden afgelegd. De 142 koppen tellende bemanning had de beschikking over een hoofdbewapening van vier stuks 130 mm /40 M1919 geschut in vier enkele opstellingen. De secundaire bewapening bestond uit twee stuks enkele 37 mm/50 M1925 geschut, twee opstellingen met elk twee 13,2 mm machinegeweren, twee batterijen van elk drie 550 mm torpedolanceerbuizen, twee dieptebommenwerpers en twee rekken met totaal 32 dieptebommen.[2]
Bij de bouw van de schepen was geen sonar installatie ingebouwd. De schepen zouden dit pas in de jaren 1939 - 1940 ingebouwd krijgen. Na de strijd in Frankrijk in mei en juni 1940 kwamen een aantal schepen terecht in Engeland, terwijl anderen in dienst van de marine van de Vichy regering bleven. Afhankelijk van hun inzet en locatie werden de schepen gedurende de Tweede Wereldoorlog diverse keren herbewapend. Vier schepen gingen tijdens de strijd om Frankrijk in mei en juni 1940 al verloren en vier schepen gingen verloren toe geallieerden de Vichy-Franse marine in 1942 vernielde. De schepen uit deze klasse deden dienst bij de Franse Marine National, bij de marine van de Vrije Fransen en van de Vichy regering, bij de Poolse marine in Engeland, de Royal Navy en zelfs de Italiaanse marine. Vijf schepen overleefde de tweede wereldoorlog en werden in 1949 of 1950 gesloopt.[3]
Klasse: | Bourrasque-klasse |
Aantal in klasse: |
12 |
Land: |
Frankrijk |
Type: |
Torpedobootjagers |
Waterverplaatsing: |
1.319 ton standaard 1.900 ton volledig beladen |
Lengte: |
105,80 meter |
Breedte: |
9,60 meter |
Diepgang: |
4,30 meter |
Aandrijving: |
2 sets Zoelly, Parsons of
Rateau-Bretagne geschakelde stoomturbines 3 Du Temple boilers 33.000 pk 345 ton olie |
Snelheid: |
33 knopen (61,1 km/u) |
Bereik: |
3.982 km bij 14 knopen (25,9
km/u) |
Bewapening: |
4x1 130 mm /40 M1919 geschut 2x1 37 mm /50 M1925 geschut 2x2 13,2 machinegeweren 2x3 550 mm torpedolanceerbuizen 2 dieptebommenwerpers 2 dieptebommenrekken 32 dieptebommen |
Bemanning: |
142 |