TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

In Groningen stond ons huis

Titel:In Groningen stond ons huis - Roof, onrecht en restitutie
Schrijver:Blankenstein, Hubert van
Uitgever:Verbum
Uitgebracht:2023
Pagina's:304
ISBN:9789493028715
Omschrijving:

Voordat de Nederlandse Joden vanaf de zomer van 1942 werden gedeporteerd naar de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor, werden zij systematisch van al hun bezittingen beroofd. Woningen en bedrijven moesten in 'beheer' worden gegeven bij Duitse instanties. Joodse bedrijven kwamen vervolgens veelal in handen van Duitse concerns, terwijl onroerend goed na de deportatie van de Joodse eigenaren doorgaans via schimmige lokale (en regionale) netwerken van handelaren, makelaars en notarissen werd verkocht. Dankzij de publicatie van de originele Duitse 'Verkäufsbücher' door het tv-programma Pointer in 2020 is het mogelijk geworden om systematisch onderzoek te doen naar de roof van Joods vastgoed. Het door Pointer gegenereerde excel-bestand biedt een schat aan informatie over adressen, namen van beroofde Joodse eigenaren en gegevens over de daders – 'foute' huizenkopers en makelaars. Het blijkt dat dergelijke netwerken inderdaad veel NSB-ers bevatten en allerlei andere (soms Duitse) nazi's, maar toch niet uitsluitend – ook geldbeluste opportunisten bleken bereid om zich te verrijken aan de ellende van Joodse medeburgers. Vanaf volgend jaar, wanneer het Nationaal Archief in Den Haag het enorme archief van de naoorlogse bijzondere rechtspleging stapsgewijs zal digitaliseren en openbaar zal maken, zal een schat aan nieuwe gegevens beschikbaar komen.

Na de bevrijding volgde een proces van restitutie en rechtsherstel. De Duitse verordeningen werden ongeldig verklaard, de gewongen verkopen werden teruggedraaid en de weinige Joden die de verschrikkingen van de concentratiekampen hadden overleefd, kregen uiteindelijk hun woning en onderneming terug. In de praktijk bleek dit proces echter uitermate complex, tijdrovend en voor de benadeelde Joden vaak uitermate onbevredigend. Niet zelden kregen teruggekeerde Joden een kille ontvangst. Hun bedrijven bleken leeggeroofd en de inboedels van hun woningen waren naar Duitsland verscheept. Tijdens de bezetting was nauwelijks onderhoud gepleegd aan woningen. Daarin zaten inmiddels vaak huurders die niet zomaar uitgezet konden worden. Teruggekeerde Joodse eigenaren schoten er financieel flink bij in, ook omdat bij de 'foute' huizenhandelaren vaak weinig viel terug te halen. Dergelijke collaborateurs waren weliswaar achter de tralies terecht gekomen, maar de geïnde huurpenningen en verkoopwinsten waren in rook opgegaan.

Voor Joodse Nederlanders betekende de bevrijding spijtig genoeg nog niet het einde van hun ellende. Dit wordt pijnlijk duidelijk uit het boek van Hubert van Blankenstein. Zijn moeder bleek de enige overlevende van haar Joodse familie. De villa van haar ouders aan de Groningse Kamplaan bleef zelfs na de bevrijding nog onder beheer van de gemeente Groningen, waar ze dienst deed als ambtswoning voor de burgemeester. Weliswaar ontving de familie (een, naar later zou blijken, te lage) huur, maar zelf heeft de familie Van Blankenstein nooit meer kunnen terugkeren naar de eigen woning, die uiteindelijk met tegenzin aan de gemeente werd verkocht. Ook met het bedrijf van de familie (een verffabriek) liep het pijnlijk af. Tijdens de bezetting was de verffrabriek onder 'beheer' gekomen van een Duits concern, beheer dat in de praktijk neerkwam op plundering. Pijnlijk genoeg zou de verffabriek, die de vader van Van Blankenstein na de oorlog van de grond af aan opnieuw had opgebouwd, ten slotte via doorverkoop opnieuw deel worden van hetzelfde Duitse concern waar de fabriek ook tijdens de oorlog al mee was samengevoegd.

In 2021 en 2022 is door de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek verricht naar de gang van zaken rond de woning aan de Kamplaan. In juli 2022 heeft de Groninger burgemeester Koen Schuiling namens de gemeente excuses aangeboden aan de familie Van Blankenstein. Tevens is een schadevergoeding betaald, die door Hubert van Blankenstein is gebruikt ten behoeve van deze publicatie. Met dit boek bewijst Van Blankenstein eer aan de nagedachtenis van zijn ouders en grootouders, en hij plaatst daarin tevens enkele kanttekeningen bij het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze publicatie illustreert tevens hoezeer ook vandaag de dag – tachtig jaar na de bevrijding – het leed van de Tweede Wereldoorlog nog onvoltooid verleden tijd is.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Jan-Jaap van den Berg
Geplaatst op:
16-01-2024
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen