De in 1937 in dienst gestelde torpedobootjager Suzukaze nam tijdens de Tweede Wereldoorlog deel aan de strijd om de Filipijnen en Nederlands-Indië tot het ernstig werd beschadigd. Na reparaties kon het schip deelnemen aan de strijd rond Guadalcanal en de Solomon eilanden tot het eind 1943 werd aangewezen voor patrouille- en escortediensten rond Truk. Tijdens het escorteren van een konvooi, werd de Suzukaze op 25 januari 1944 door een Amerikaanse onderzeeboot tot zinken gebracht.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Uraga Senkyo
Kabushiki Kaisha (Uraga Droogdok Maatschappij) Uraga |
9 juli 1935 |
11 maart 1937 |
31 augustus 1937 |
25 januari 1944 (getorpedeerd) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
? |
? |
24e
Torpedobootjagerdivisie, 4e Torpedobotjagereskader |
||
10 maart 1944 |
geschrapt van marine
registers |
De kiel voor de Shiratsuyu-klasse (1935) torpedobootjager Dai-74 werd op 9 juli 1935 gelegd op de scheepswerf van de Uraga Droogdok Maatschappij te Uraga. Het schip werd als Suzukaze op 11 maart 1937 te water gelaten en op 31 augustus 1937 afgeleverd. De naam Suzukaze betekende zoiets als "koele wind". Waar de eerste vier schepen van dezelfde klasse nog tijdens of na de bouw werden aangepast ten gevolge van het Tomozuru incident, werd de Suzukaze, al volgens de nieuwe specificaties gebouwd en ontving het een sterk gereduceerde bovenbouw. De Suzukaze was het tiende schip uit de klasse en het vierde dat werd gebouwd onder de Maru Ni Keikaku (2e cyclus Marine Bewapeningsprogramma). In plaats van de gangbare twee drievoudige torpedolanceerinstallaties ontving de Suzukaze twee viervoudige installaties. De overige bewapening bestond uit 2x2 en 1x1 127 mm / 50 kaliber, Type 3 geschut, 2x1 13,2 mm machinegeweren en twee dieptebommenwerpers. Het schip had een standaard waterverplaatsing van 1.685 ton en een maximale van 2.090 ton bij een lengte van 110 meter. De twee gasturbines en 3 boilers konden een vermogen genereren van 42.000 pk en daarmee een snelheid van 34 knopen (62,97 km/u). De gemiddeld 180 bemanningsleden hadden de beschikking over een Type 93 sonar en een type 93 Hydrofoon.[1][2][3]
In de jaren 1939-1940 werden de 13,2 mm mitrailleurs vervangen door 2x2 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweer. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific, maakte de Suzukaze deel uit van de 24e Torpedobootjager Divisie en was ingedeeld bij de Dai-ni Kantai (Japanse 2e Vloot). Vanaf 24 december 1941 nam het schip deel aan de invasievloot voor de Filippijnen, waarbij het de landingen bij Legaspi en in de Baai van Lamon ondersteunde.[4][5]
Vanaf 10 januari 1942 werd het schip ingezet bij de slag om Tarakan (1942) en de strijd rond Nederlands-Indië en werd voor patrouilleopdrachten ingezet in de Baai van Staring bij Sulawesi. Tijdens één van de patrouilles op 4 februari 1942 raakte de Suzukaze ernstig beschadigd door twee torpedo's, afgevuurd door de Amerikaanse onderzeeboot USS Sculpin (SS-191). Hierbij kwamen negen opvarenden om het leven en raakte het schip dusdanig beschadigd dat het in maart te Sasebo in reparatie moest. Na de reparaties kwam het schip vanaf 10 april 1942 terecht bij de Dai-ichi Kantai (Japanse 1e Vloot), voordat het op 14 juni terugkeerde bij de Dai-ni Kantai (Japanse 2e Vloot). Onderweg naar de eenheid, escorteerde het schip het vliegtuigmoederschip Chitose (1936) naar Truk. Vervolgens voegde het schip zich bij haar zusterschepen nabij Guadalcanal, waarna het schip deelnam aan de zogenaamde Tokyo Express transportoperaties en bombardementsmissies op Guadalcanal. Op 12 december bracht de Suzukaze, samen met de Kawakaze (Dai-73) de USS PT-44 bij Savo tot zinken. Gedurende december 1942 was het schip licht beschadigd en vertrok het op 5 januari 1943 via Rabaul en Truk naar Sasebo voor reparaties, waar het half februari 1943 aankwam.[6][7][8][9]
Rond het midden van juni 1943 waren de reparaties gereed en keerde de Suzukaze als escorte van de kruisers Kumano (1936) en Suzuya (1934) terug naar Truk en trok vervolgens naar Rabaul. Tijdens de slag in de Golf van Kula op 6 juli 1943, raakte het schip beschadigd en trok het naar Yokosuka voor reparaties. Eind juli kon het schip weer worden ingezet en ondernam het tot november escortemissies tussen Japan en Truk. In november ging het schip weer in onderhoud te Sasebo. Tijdens dit onderhoud werden het enkelvoudige 127 mm geschut, evenals vier reserve torpedo's verwijderd en werden 2x3 25 mm / 60 kaliber Type 96, 4x1 13,2 mm mitrailleurs en twee extra dieptebommenwerpers toegevoegd. Hiermee kwam het totaal aantal beschikbare dieptebommen op 36.[10][11]
Vanaf december 1943 werd het schip ingezet voor escortemissies tussen Truk en Ponape. Tijdens één van deze escortemissies van Truk naar Eniwetok, zonk de Suzukaze op 25 januari 1944 na te zijn getorpedeerd door de Amerikaanse onderzeeboot USS Skipjack (SS-184). Het schip werd op 10 maart 1944 van de marinelijsten geschrapt.[12][13]
Naam: | Dai-74 / Suzukaze |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Uraga Senkyo Kabushiki
Kaisha, Uraga |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager /
Shiratsuyu-klasse (1935) |
Waterverplaatsing: |
1.685 lt (1.712 t) |
Lengte: |
109,60 meter |
Breedte: |
9,90 meter |
Diepgang: |
3,50 meter |
Aandrijving: |
2 Kampon geschakelde
turbines 3 boilers 42.000 shp (31.000 kW) 2 schachten |
Snelheid: |
34 knopen (63 km/u) |
Bereik: |
7.400 km bij 18 knopen (33 km/h) |
Bewapening: |
2x2, 1x1 127 mm / 50
kaliber Type 3 geschut 2x 13.2 mm luchtafweergeschut 2x4 610 mm torpedolanceerbuizen 16 dieptebommen |
Bemanning |
180-226 |
Sho-sa
Yoshio Inoue (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
5 mei 1937 |
Chu-sa Masao
Tanaka (Kapitein-luitenant-ter-Zee) |
12 december 1938 |
Sho-sa Setsuji
Moriya (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
11 november 1939 |
Sho-sa Masao
Kamiyama (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
9 september 1940 |
Sho-sa Kazuo
Shibayama (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
4 april 1942 |
Sho-sa Masao
Yamashita (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
5 mei 1943 - 25 januari 1944
(omgekomen) |