Direct afgeleid van de Avro Lancaster bommenwerper, werd in 1942 een transportvliegtuig, de Avro York ontworpen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het een bescheiden rol vanwege de voorrang in de productie voor bommenwerpers. Na de Tweede Wereldoorlog werd het toestel tot 1957 militair gebruikt. Ook bij de burgerluchtvaart werd dit toestel na de oorlog gebruikt.
De Britse constructeur Roy Chadwick besloot in 1942 van de door hem ontworpen Avro Lancaster, een transport variant te produceren[1]. De ingeving was in 1941 opgekomen bij Avro om een toestel voor de burgerluchtvaart te produceren.[2] Het toestel diende eenzelfde bereik te krijgen als de Lancaster maar een laadvermogen dat twee keer zo hoog zou liggen. Van het ontwerp van de Avro Lancaster nam Chadwick de vleugels, motoren, staartvlakken en het onderstel over. Hier tussen ontwierp hij een grote vierkante romp. Al op 5 juli 1942[3] kon een eerste prototype de eerste vlucht maken.
Het type kreeg de typeaanduiding Avro-685 en het eerste prototype serienummer LV626[4]. Tot grote productieaantallen zou het echter niet komen. Groot-Brittannië en de Verenigde Staten hadden op dat moment een overeenkomst dat transportvliegtuigen door de VS gebouwd zouden worden. Wel werden nog een drie prototypen[5] besteld door het Air Ministry alsmede een optie voor een aantal productietoestellen onder Specification C.1/42, als onderdeel van Operational Requirement OR.113.[6]
Het eerste prototype, de LV626, kreeg een nieuwe inrichting gekregen als vrachtvliegtuig dat zou dienen voor de productie van de Avro York C.II (ook wel Avro York Mk II of C Mk II). Het tweede prototype, de LV629[7], werd ingericht als passagierstoestel, De LV633, het derde prototype[8] ontving de naam "Ascalon" en werd speciaal voor Winston Churchill ingericht als vliegende werk - en vergader locatie. Het vierde prototype, de LV639[9], werd ingericht als transporttoestel voor parachutisten. Hiertoe werden luiken in de bodem aangebracht die geopend konden worden om parachutesprongen te maken. Dit laatste experiment bleek geen succes.[10] De vier prototypen waren nagenoeg gelijk aan elkaar. Het enige verschil was dat de eerste twee toestellen, net als de Lancaster, een staart met twee kielvlakken hadden en de laatste twee drie kielvlakken ontvingen. Dit bleek noodzakelijk vanwege het grote zijdelingse oppervlak van de romp[11].
Uiteindelijk zouden een aantal typen worden ontwikkeld en werden er 250 toestellen gebouwd. Het belangrijkste wapenfeit van de Avro York zou haar inzet in de Berlin Airlift in 1948 en 1949 worden.[12] Ten minste twee toestellen zijn bewaard gebleven. Avro York C.I, TS798 in het RAF Museum, Cosford en Avro York I, G-ANTK in het Imperial War Museum, Duxford.
Type: | Avro York 685 |
Taak: |
Tranportvliegtuig |
Bemanning: |
5 (56 passagiers) |
Spanwijdte: |
31,09 meter |
Vleugeloppervlakte: |
120,50 m2 |
Lengte: |
23,93 meter |
Hoogte: |
5,03 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 18.144 kg Max. gewicht: 29.484 kg |
Motor: |
4x Rolls-Royce Merlin 24 V-12
vliestofgekoeld 1.280 pk (950 kW) per motor |
Snelheid: |
Max. snelheid: 480 km/u |
Bereik: |
4.800 km |
Plafond: |
7.000 meter |
Bewapening: |
geen |
Productie: |
258 |
Avro 658 prototypen |
LV626 (later verbouwd voor C.II) LV629 (passagierstoestel) LV633 (speciaal toestel voor WInston Churchill) LV639 (test voor parachutisten dropping) |
1 1 1 1 |
Avro York I |
Passagierstoestel voor civiel transport |
45 |
Avro York C.I / Mk I |
Militair transportvliegtuig |
256 |
Avro York C.II / Mk II |
Variant met vier Bristol
Hercules XVI motoren |
1 |
Avro York C.I Canada |
Productietoestel Victory Aircraft Canada |
1 |
Vanaf 1944 werden in steeds grotere getale C.I toestellen in aanbouw afgeleverd als civiele toestellen voor de burgerluchtvaart. Deze werden aangeduid als Avro York I. Het eerste toestel, de G-AGJA (ex-MW103) werd op 21 februari 1944 geleverd aan British Overseas Airways Corporation (BOAC).[13] BOAC ontving uiteindelijk 25 toestellen op deze wijze. De overige 20 gebouwde toestellen gingen na de Tweede Wereldoorlog naar andere luchtvaartmaatschappijen.
Vanwege het grondstoffentekort in Groot-Brittannië, had bij Avro de productie van de Avro Lancaster absolute voorrang. Hierdoor mochten in 1943 slechts drie toestellen worden geproduceerd[14]. Nadat in maart 1943 het RAF Transport Command was opgericht, werd besloten grotere bestellingen te plaatsten. Aanvankelijk voor 200 toestellen waar later nog een bestelling voor 100 toestellen aan werd toegevoegd. In 1944 werd dit opgevoerd naar drie toestellen per maand.[15]
No. 24 Squadron[16] van de Royal Air Force was het eerste squadron dat werd uitgerust met de Avro York. Pas in 1945 was No. 511 Squadron het eerste eskader dat volledig was uitgerust met de Avro York. Uiteindelijk zouden tien eskaders met het toestel vliegen.[17]
Een aantal toestellen, waaronder de eerste twee productietoestellen, MW100 en MW101[18], werden ingericht als luxe transporttoestel en gebruikt voor het transport van Britse regeringsleiders naar Internationale conferenties. De Zuid-Afrikaanse Generaal Smuts maakte van de Avro York gebruik. Zijn eigen toestel drieg de naam "Oubaas"[19]. Ook Gouverneur-Generaal van Australië, de Duke of Gloucester, maakte gebruik van een Avro York (MW140), de "Endeavor"[20]. De MW102 werd ingericht als vliegend kantoor voor de Onderkoning van India en Commander in Chief South East Asia Command, Lord Mountbatten.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Avro York nog tot 1957 gebruikt door RAF Transport Command. Frankrijk kocht in 1954 vijf toestellen over van de Britten.[21] Diverse Avro Yorks werden overgenomen door burgerluchtvaart maatschappijen, Daarnaast werden diverse toestellen speciaal voor de burgerluchtvaart geproduceerd (Avro York I).
Van de Mk. I. werden totaal 256 toestellen geproduceerd. De firma A.V. Roe in Manchester produceerde 179 exemplaren terwijl er in Yeadon 77 werden gebouwd.
Op basis van het eerste prototype werd gepoogd een Mk. II versie te produceren. Dit type zou in plaats van de standaard Merlin motoren worden uitgerust met vier Bristol Hercules VI stermotoren van 1.650 pk elk[22]. Het bleef bij een proef aangezien er geen productietoestellen van de band zijn gerold.
Eén Avro York C.I toestel werd in Canada bij Victory Aircraft geproduceerd. Dit toestel had een horizontale cabinevloer. Aangezien deze derhalve niet naar achteren helde indien het aan de grond stond, waren de cabineramen geplaatst in één rechte lijn in plaats van de licht gebogen lijn bij de C.I. Het toestel, de FM400, vloog voor het eerst op 14 november 1944.