George Wilson diende in het 7th Battalion, Seaforth Highlanders, 15th (Scottish) Infantry Division. In oktober 1944 was zijn divisie betrokken bij de bevrijding van Tilburg. Na die bevrijding werd de eenheid naar het oosten gestuurd, naar een gebied in Nederland genaamd 'De Peel'. Dit gebied werd gebruikt om turf te winnen als brandstof en heeft veel kanalen en moerassige gebieden. Op 27 oktober lanceerden Duitse troepen een tegenaanval in dit gebied dat werd verdedigd door de 7th US Armored Division. De divisie was uitgestrekt over een lang front en kon de Duitse aanval niet aan. De 15th Scottish Division werd vanuit Tilburg gestuurd om te helpen bij het afslaan van deze aanval. Dit is waar George Wilson het verhaal oppikt:
In de nacht van 27 op 28 oktober bevond de 15th Scottish Division zich nog in Tilburg. De Duitsers hadden Meijel aangevallen en ingenomen. De 7th US Armored Division werd teruggedrongen. De Duitsers waren al op de weg van Liessel naar Deurne en op de andere weg naar Asten. Het hoofdkwartier van het Second Army begon Helmond te verlaten omdat de Duitsers slechts 34 kilometer van Helmond verwijderd waren. Ze hadden Liessel omzeild, maar de Amerikanen boden nog steeds hevig weerstand.
Op 28 oktober werd de 227th (Highland) Infantry Brigade, met daarin de 10th Highland Light Infantry, 2nd Gordon Highlanders en 2nd Argyll and Sutherland Highlanders, naar Heeze gestuurd om te helpen voorkomen dat de Duitsers Asten zouden bereiken. De Duitsers bombardeerden Asten. Op de 29e was de rest van de 15th Scottish vanuit Tilburg onderweg naar Helmond. De 46th (Highland) Infantry Brigade werd doorgestuurd naar Deurne aangezien de Duitsers slechts 3 kilometer van die plaats verwijderd waren.
Ik herinner me dat ik Tilburg verliet, we passeerden het klooster waar het bier wordt gemaakt, de weg is op dat punt kaarsrecht. Als je denkt dat je door de hoofdpoort gaat, ga je scherp naar links. Omdat ik met ‘B’-echelon was, waren we de laatste die vertrokken. Er was dus geen haast bij, we moesten van de wegen blijven waar het reguliere verkeer op reed. Zo gingen we door Heeze op weg naar Asten. Daar werden we ingekwartierd in het huis van Van Stekelenburg - een deel van ons ‘B’-echelon bevond zich in Someren en zo kende ik de familie Hurkmans.
Volgens een boek over de 15th Scottish Division ontmoette op 29 oktober om ongeveer 06:00 uur de divisiecommandant de commandant van het 8th Corps en de 7th U.S. Armored Division bij Someren. De 15th Scottish moest posities innemen om de terugtrekking van de Amerikanen te dekken. Daarna moesten ze proberen de Duitsers terug te dwingen voorbij Meijel.
Op 31 oktober werden Liessel en Slot veroverd door de 46th Brigade. Van Asten gingen we naar Heusden maar ik kan me niet herinneren waar we logeerden. Toen we naar Meijel kwamen, kan ik me nog wel herinneren waar we logeerden. Later zijn we verplaatst naar Roggel en Heythuysen.
De 15th (Scottish) Infantry Division verbleef tot eind november in De Peel. De eenheid nam aan het einde van de maand deel aan operatie Nutcracker en maakte het gebied vrij tot aan de Maas.
Het huis van Van Stekelenburg in Asten is een beetje moeilijk te achterhalen. Het zou het huis bij molen 'De Oostenwind' kunnen zijn, dat werd gebruikt door de familie Van Stekelenburg. Al kunnen het misschien ook de woningen van het gezin zijn aan de huidige Burgemeester Wijnenstraat 98 en 100 in Asten. De molen werd gebruikt als hulppost voor de Amerikaanse soldaten die in het gebied gewond raakten.