Titel: | Bomhond, showhond of poulet - Honden en kynologie tijdens de Tweede Wereldoorlog |
Schrijver: | Heuzer, A. |
Uitgever: | Dogzine |
Uitgebracht: | 2021 |
Pagina's: | 342 |
ISBN: | 9789493060036 |
Omschrijving: | "Niemand zou het gezelschap van een hond niet moeten kennen. Het is nergens mee te vergelijken." Deze aan de Britse oorlogspremier Winston Churchill toegeschreven wijsheid zal elke hondenliefhebber beamen. Het citaat is goed op zijn plek in het door journalist en communicatieadviseur André Heuzer geschreven boek over honden en kynologie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is het eerste deel in een serie over honden in de geschiedenis die uitgegeven wordt door het tijdschrift DogZine. De auteur is een van de oprichters en vaste medewerker van het tijdschrift. In het boek gaat Heuzer uitvoerig in op een breed scala aan kynologische onderwerpen die speelden tijdens de Duitse bezetting. Daarnaast komen tal van verhalen aan bod over honden en hun bazen wereldwijd en over honden in militaire dienst gedurende de Tweede Wereldoorlog. Over kynologie in oorlogstijd is niet eerder zo uitgebreid geschreven. Dit boek voegt daarmee een dimensie toe aan de geschiedschrijving over de oorlogsjaren in Nederland. Wat opvalt is het grote contrast: terwijl hondententoonstellingen gedurende de eerste bezettingsjaren gewoon doorgingen, werden al in de maanden na het begin van de bezetting grote aantallen honden en andere huisdieren afgemaakt. De schrijver citeert uit een krant waarin zelfs werd gesproken van een "groote afslachting" in juni en juli 1940. De reden dat huisdiereigenaren deze akelige beslissing namen, was hun vrees dat ze hun hond niet konden voeden in de tijd van grote schaarste die voor hen lag. Naar het massale euthanaseren van huisdieren in het Verenigd Koninkrijk, ook wel het British pet massacre genaamd, is al veel onderzoek verricht. Heuzer heeft zijn best gedaan om ook over de vergelijkbare situatie in Nederland zo veel mogelijk informatie te verzamelen en hij gaat tevens uitgebreid in op de voedseldistributie voor honden. Merkwaardig genoeg constateert Heuzer dat er omstreeks 1943 in Nederland toch een toenemende vraag was naar honden als huisdier. "Een hond koopt U ook voor ’t leven, niet voor ’n paar maanden", is een tijdloos citaat uit het weekblad Margriet van 2 april 1943 dat de schrijver aanhaalt. Daar tegenover staat dat de viervoeters, zeker gedurende de Hongerwinter, vaak in de pot belandden. Volgens oorlogschroniqueur Loe de Jong verdween tijdens de oorlog de helft van de huisdieren, waarvan een vijfde door de eigenaren werd opgegeten. "We hadden niets te vreten", zo wordt iemand geciteerd die als jongen tijdens de oorlog vlees stal van een politieman. "Thuis kwam ik met de stukken vlees. Moeder zei dat het hond was. Maakt niks uit! Dat kwam op tafel! Dat was een feest! We hebben heel langzaam gegeten. Die botten die kregen we ook kapot, maakte moeder meel van." Behalve Nederlandse honden komen ook hun buitenlandse soortgenoten aan bod. Zo wordt bijvoorbeeld ingegaan op hun inzet in de Duitse en geallieerde legers. Hondenliefhebbers zullen met afgrijzen lezen over de zogenoemde bomhonden die door het Rode Leger werden ingezet. De dieren werden afgericht om met explosieven op hun lijf onder Duitse tanks te duiken om deze dan tot ontploffing te brengen. Het was nog niet zo makkelijk om de honden te trainen, want hoe moesten ze vijandelijke tanks herkennen? Tijdens de opleiding werden Sovjettanks gebruikt die op diesel reden, terwijl de Duitse benzine gebruikten. Het gevolg was dat de bomhonden meermaals onder de eigen tanks renden in plaats van onder de Duitse die naar benzine roken. Wat betreft niet-bomhonden is de geschiedenis van een gevecht tussen vijfhonderd Sovjetgrenswachten met hun honden tegen een heel Duits regiment opvallend. Dit vond plaats op 30 juli 1941 in het Oekraïense dorp Lededzino. Door de inzet van de dieren werden de Duitsers twee dagen opgehouden, zo vertelt Heuzer. Het aantal onderwerpen dat verder aan bod komt is bijna eindeloos. Van de honden van Hitler en de geallieerde leiders tot een Amerikaans experiment met ‘moordhonden’ dat – of all places – op Cat Island plaatsvond. Gruwelijk, maar wel met compassie geschreven, is een hoofdstuk over de honden die door de nazi’s in de concentratie- en vernietigingskampen werden ingezet. Meer dan eens werden gevangenen verscheurd door angstaanjagende waakhonden. De schrijver benadrukt terecht dat de honden niets te verwijten viel, het waren hun bazen die ze tot dit bloeddorstige gedrag aanzetten. Ontroerend is het verhaal dat wordt aangehaald over een vrouwelijke kampoverlevende die in haar leven nog één keer een Deense dog wilde knuffelen, omdat ze tijdens haar nazi-gevangenschap een opmerkelijke vriendschap sloot met een hond van dit ras waar alle andere gevangenen doodsbang voor waren. De spontane band tussen mens en hond, daar hadden ook de nazi’s niet altijd invloed op, al haalt Heuzer wel aan dat de tegenwoordige angst van sommige Joden voor honden voortkomt uit de Holocaust en de verhalen daarover. ‘Bomhond, showhond of poulet’ staat vol anekdotes, verhalen en feiten waaraan eerder niet veel aandacht is besteed. Zowel de mooie kanten, zoals de troost die honden boden in oorlogstijd, als de eerdergenoemde duistere kanten worden objectief beschreven. Dat maakt het een uniek boek dat zeker voor hondenliefhebbers lezenswaardig is. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de fragmenten over specifieke kynologische onderwerpen, zoals hondenshows, -voer en -ziekten, voor de gemiddelde lezer niet zo interessant zijn. Ze zijn soms ook voorzien van lange citaten die niet dezelfde vaart hebben als de teksten van de schrijver zelf. Ook op de opmaak en de tekst valt door de kritische lezer wel wat aan te merken. Dit neemt echter niet weg dat André Heuzer ruim is geslaagd in het bewerkstelligen van zijn doel, het creëren van een papieren monument voor honden in de Tweede Wereldoorlog. "Zij konden niet kiezen", met die indringende woorden sluit hij zijn boek af dat hij met zichtbare affectie voor het onderwerp heeft geschreven. |
Beoordeling: | Goed |