Tussen 1931 en 1945 classificeerde de Royal Canadian Navy een reeks torpedobootjagers onder de River-klasse (Torpedobootjager), vanwege hun naamgeving. De veertien torpedobootjagers, 12 overgenomen van de Royal Navy en twee gebouwd voor de Royal Canadian Navy) waren A-klasse (2), C-klasse (5), D-klasse (2), E-klasse (1), F-klasse (2), G-klasse (1), H-klasse (1) en de twee zelfgebouwde schepen afgeleid van de Britse A-klasse.
HMCS Saguenay (D79) A(II)-klasse |
27 september 1929: kiellegging[1] 11 juli 1930: tewaterlating[2] 22 mei 1931: in dienststelling[3] 30 juni 1945: uit dienst genomen[4] |
HMCS Skeena (D59) A(II)-klasse |
14 oktober 1929: kiellegging[5] 10 oktober 1930: tewaterlating[6] 10 juni 1931: in dienststelling[7] 25 oktober 1944: gezonken[8] |
HMCS Assiniboine (D18) C-klasse flottieljeleider |
18 oktober 1930: kiellegging,
HMS Kempenfelt (I18)[9] 29 oktober 1931: tewaterlating[10] 30 mei 1932: in dienststelling[11] 19 oktober 1939: in dienststelling HMCS Assiniboine (D18)[12] 1940: HMCS Assiniboine (I18) 8 augustus 1945: uit dienst genomen[13] |
HMCS Restigouche (H00) C-klasse |
12 september 1930: kiellegging,
HMS Comet (H00)[14] 30 september 1931: tewaterlating[15] 2 juni 1932: in dienststelling[16] 15 juni 1938: in dienststelling HMCS Restigouche (H00)[17] 6 oktober 1945: uit dienst genomen[18] 1946: gesloopt[19] |
HMCS Ottawa (H60) C-klasse |
12 september 1930: kiellegging
HMS Crusader (H60)[20] 30 september 1931: tewaterlating[21] 2 mei 1932: in dienststelling[22] 15 juni 1938: in dienststelling HMCS Ottawa (H60)[23] 13 september 1942: getorpedeerd door U 91[24] |
HMCS St. Laurent (H83) C-klasse |
1 december 1930: kiellegging HMS
Cygnet (H83)[25] 29 sepember 1931: tewaterlating[26] 15 april 1932: in dienststelling[27] 17 februari 1937: in dienststelling HMCS St. Laurent (H83)[28] 10 oktober 1945: uit dienst genomen[29] 1947: gesloopt[30] |
HMCS Fraser (H48) C-klasse |
1 december 1930: kiellegging HMS
Crescent (H48)[31] 29 september 1931: tewaterlating[32] 1 april 1934: in dienststelling[33] 17 februari 1937: in dienststelling HMCS Fraser (H48)[34] 15 juni 1940: gezonken[35] |
HMCS Kootenay (H75) D-klasse |
25 juni 1931: kiellegging HMS
Decoy (H75)[36] 7 juni 1932: tewaterlating[37] 17 januari 1933: in dienststelling[38] 12 april 1943: in dienststelling HMCS Kootenay (H75)[39] 25 oktober 1945: uit dienst genomen[40] 1946: gesloopt[41] |
HMCS Margaree (H49) D-klasse |
12 juni 1931: kiellegging HMS
Diana (H49)[42] 16 juni 1932: tewaterlating[43] 21 december 1932: in dienststelling[44] 6 september 1940: in dienststelling HMCS Margaree (H49)[45] 22 oktober 1940: gezonken[46] |
HMCS Gatineau (H61) E-klasse |
24 maart 1933: kiellegging HMS
Express (H61)[47] 29 mei 1934: tewaterlating[48] 2 november 1934: in dienststelling[49] 3 juni 1943: in dienststelling HMCS Gatineau (H61)[50] 10 juni 1946: uit dienst genomen[51] |
HMCS Qu'Appelle (H69) F-klasse |
21 augustus 1933: kiellegging
HMS Foxhound (H69)[52] 12 oktober 1934: tewaterlating[53] 6 juni 1935: in dienststelling[54] 8 februari 1944: in dienststelling HMCS Qu'Appelle (H69)[55] 27 mei 1946: uit dienst genomen[56] |
HMCS Saskatchewan (H70) F-klasse |
25 juli 1933: kiellegging HMS
Fortune (H70)[57] 29 augustus 1934: tewaterlating[58] 27 april 1935: in dienststelling[59] 31 mei 1943: in dienststelling HMCS Saskatchewan (H70)[60] 28 januari 1946: uit dienst genomen[61] |
HMCS Ottawa (H31) G-klasse |
20 september 1934: kiellegging
HMS Griffin (H31)[62] 15 augustus 1935: tewaterlating[63] 6 maart 1936: in dienststelling[64] 20 maart 1943: in dienststelling HMCS Ottawa (H31)[65] 31 oktober 1945: uit dienst genomen[66] |
HMCS Chaudière (H99) H-klasse |
28 februari 1935: kiellegging
HMS Hero (H99)[67] 10 maart 1936: tewaterlating[68] 21 oktober 1936: in dienststelling[69] 15 november 1943: in dienststelling HMCS Chaudière (H99)[70] 17 augustus 1945: uit dienst genomen[71] |
De Canadese River-klasse (Torpedobootjager) is een samengestelde groep torpedobootjagers van Britse origine, die alleen in dezelfde klasse zijn geplaatst vanwege de Canadese naamgeving. Allen zijn naar een Canadese rivier genoemd.
De klasse werd samengesteld uit de torpedobootjagers van diverse Britse klassen. De HMCS Saguenay (D79) en HMCS Skeena (D59) waren twee voor de Canadese marine gebouwde torpedobootjagers die waren gebaseerd op de Britse Admiralty A-klasse torpedobootjagers[72]. De HMCS Assiniboine (D18) was een Britse C-klasse (1931) flottieljeleider en de HMCS Restigouche (H00), HMCS Ottawa (H60), HMCS St. Laurent (H83) en HMCS Fraser (H48) waren voormalige Britse C-klasse (1931) torpedobootjagers. Uit de groep Britse D-klasse (1932) torpedobootjagers kwamen de HMCS Kootenay (H75) en de HMCS Margaree (H49). Uit de E-klasse (1934) kregen de Canadezen de HMCS Gatineau (H61) en uit de F-klasse (1934) de HMCS Qu'Appelle (H69) en HMCS Saskatchewan (H70). Tot slot werden de HMCS Ottawa (H31) uit de G-klasse (1935) en de HMCS Chaudière (H99) uit de H-klasse (1936) geleverd.