De in de Verenigde Staten gebouwde Landing Ship Tanks LST-80 kwam in 1943 in dienst bij de Royal Navy. Het schip nam deel aan operaties in de Middellandse Zee en aan de landingen in Normandië. In maart 1945 werd het schip voor de kust bij Oostende door twee Duitse mijnen dusdanig beschadigd, dat het uiteindelijk zonk.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Jeffboat, Jeffersonville, USA |
16 maart 1943 |
18 mei 1943 |
19 juli 1943 |
20 maart 1945 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
19 juli 1943 |
20 maart 1945 |
9th LST Flotilla,
Royal Navy |
De kiel voor het LST-1-klasse landingsschip LST-80, werd op 16 maart 1943 gelegd op de werf van de Jeffersonville Boat and Machine Co. in Jeffersonville, Indiana. De tewaterlating vond plaats op 18 mei 1943 en op 7 juli 1943 werd het schip afgeleverd. Korte tijd later werd de LST 80 overgedragen aan de Britse Royal Navy en aldaar op 19 juli 1943 in dienst genomen.[1]
De HMS LST-80, werd bij de Royal Navy ingedeeld bij het 9th LST Flotilla. Voor zover bekend werd de LST-80 op 16 augustus 1943 met konvooi UGS 15 overgebracht naar het Middellandse Zeegebied. Pas vanaf februari 1944 bevond het schip zich in Engeland en wel in Falmouth. In juni 1944 nam de HMS LST-80 deel aan Operatie Overlord, de landingsoperatie in Normandië.
Na de strijd in Normandië en nadat de geallieerden Oostende en Antwerpen hadden bevrijd, nam het schip deel aan lijndiensten tussen Londen, Oostende en Antwerpen. Hierbij liep het schip, terwijl het voer in konvooi ATM 97, op 19/20 maart 1945 nabij Oostende, België, op twee mijnen en zonk. De betreffende mijnen waren door Duitse E-boten (Schnellboote) gelegd. Tijdens de tocht van dit konvooi, liep het Liberty-schip s.s. Samselbu (1944) op een mijn en snelden LST-80 en LST-366 toe om overlevenden op te pikken. Dit werd om 19.00 uur afgerond, waarna de schepen verder voeren. Om 20.12 uur vond er onder de LST-80 een grote explosie plaats. Het schip had een mijn gedetoneerd. LST-366 kwam direct te hulp en nam verscheidene opvarenden over. De LST-80 bleef echter grotendeels drijven en de LST-366 besloot het schip op sleeptouw te nemen. Om 02.00 uur werd besloten de sleep alsnog te beëindigen en de LST-366 nam nog meer opvarenden aan boord. Veertien manschappen bleven aan boord om te wachten op de sleepboot HMS Antic (W 141). Om 08.30 uur kon de sleepboot de sleep aanvangen, tot om 09.00 uur wederom een explosie plaatsvond. De LST-80 had wederom een mijn gedetoneerd. Vier manschappen, inclusief de commandant kwamen hierbij om het leven. De overigen konden worden gered door de sleepboot. Het schip werd op 11 juli 1945 geschrapt van de marinelijst.[2][3]
Naam: | HMS LST-80 |
Callsign/Registratie: |
LST-80 |
Bouwer: |
Jeffersonville Boat and Machine
Co., Jeffersonville, Indiana |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Landingsvaartuig / LST-1-klasse |
Waterverplaatsing: |
4.080 lt (4.145 ton) vol beladen 2.160 lt (2.190 ton) tijdens landing |
Lengte: |
100 meter |
Breedte: |
15 meter |
Diepgang: |
2,49 meter (voor), 4,29 meter
(achter) (vol beladen) 1,19 meter (voor), 3,00 meter (achter) tijdens landing |
Aandrijving: |
2x Electro-Motive Diesel 12-567A
(a 900 pk (670 kW)) 1x Falk versnellingen 2 schachten 1.700 shp (1.300 kW) |
Snelheid: |
12 knopen (22 km/h) |
Bereik: |
44.000 km bij 17 knopen (17
km/h) |
Bewapening: |
standaard: 2x2 40 mm Bofors 4x1 40 mm Bofors 12x1 20 mm Oerlikon |
Bemanning |
117 |
Acting Lieutenant Commander
Claude Burnaby Onslow Shorter (waarnemend Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
14 oktober 1943 |
Temporary Acting Lieutenant
Commander Alfred George Palmer (tijdelijk waarnemend Luitenant-ter-Zee
1e Klasse) |
18 maart 1944 |
Temporary Lieutenant Thomas
Herbert Lowe (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
augustus 1944 |
Temporary Acting Lieutenant
Commander Frederick Arthur Smyth (tijdelijk
waarnemend Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
augustus 1945 - 20 maart 1945
(omgekomen) |