Het Amerikaanse particuliere jacht Isabel werd in 1917 door de U.S. Navy overgenomen en als patrouilleschip in dienst genomen. Met een kleine onderbreking van half 1920 tot half 1921, bleef het schip in dienst van de U.S. Navy tot het op 11 februari 1946 uit de vaart werd genomen en in maart werd gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Bath Iron Works, Bath, Maine[1] |
1917[2] |
7 juni 1917[3] |
28 december 1917[4] |
25 maart 1946 (sloop)[5] |
Bouwnummer : 73[6] |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
28 december 1917 |
30 april 1920 |
USS Isabel (SP-521),
U.S. Navy |
||
18 juli 1921 |
11 februari 1946 |
Patrol Yacht USS
Idabel (PY-10), U.S. Navy |
||
26 februari 1946 |
Geschrapt uit Naval
Register |
De kiel voor het particuliere jacht de Isabel werd in 1917 gelegd bij Bath Iron Works[7] in opdracht van John North Willys[8] en op 7 juni 1917 te water gelaten.. Op 3 juli 1917 werd het in aanbouw zijnde schip aangekocht door de U.S. Navy en op 11 augustus 1917 door de werf afgeleverd. Hoewel de U.S. Navy het, door de eigenaar aangeboden, schip, niet echt geschikt vodn als patrouillevaartuig, had het bepaalde karakteristieken die gelijkwaardig waren aan de in die tijd gebruikte torpedobootjagers[9]. Op 28 december 1917 nam de U.S. Navy het schip als USS Isabel (SP 521) in dienst onder bevel van Lieutenant Commander Harry E. Shoemaker[10].
Op 28 januari 1918[11] werd de USS Isabel naar Frankrijk gezonden, waar het op 20 februari 1918 in Brest aankwam. Hier wed het schip als escorteschip voor konvooidienst ingezet. Tijdens deze werkzaamheden werd vier keer een aanval uitgevoerd op een Duitse onderzeeboot, zonder dat deze tot zinken werd gebracht. Het schip bleef zich aan deze taak wijden tot het op 16 december 1918[12] weer vertrok naar de Verenigde Staten waar het op 2 januari 1919 in Boston aankwam[13].
Nadat de Eerste Wereldoorlog was beëindigd raakte het schip buiten gebruik en werd het op 30 april 1920[14] buiten dienst gesteld. Op 17 juli 1920 werd het geclassificeerd als Patrol Yacht, PY-10 binnen de classificatie Patrol Yacht-groep (PY) om vervolgens een jaar later, op 18 juli 1921[15] aan de Philadelphia Navy Yard als USS Isabel (PY-10) weer in dienst te worden genomen. Opnieuw in dienst gesteld werd besloten het schip naar China te sturen als onderdeel van de Yangtze Patrol op de Yangtze rivier.
Op 21 augustus 1921 vertrok het schip vanuit Philadelphia naar China en kwam op 7 november 1921 aan in Hong Kong[16]. Na enige aanpassingen te Cavid, Filippijnen, werd de USS Isabel het vlaggenschip op de Yangtze rivier van de Yangtze Patrol met als basis Shanghai. Hierbij was het schip op 24 maart 1927 betrokken bij het Nanking Incident. Nadat vanaf 1928 speciaal voor dit doel gebouwde rivier kanonneerboten aankwamen, werd besloten de USS Isabel terug te trekken naar Manilla[17], waar het werd toegevoegd aan de Asiatic Fleet.
Te Manilla werd het achterste dekhuis van het schip verwijderd[18]. Tot in 1941 bleef het schip deel uitmaken van de Asiatic Fleet. In die tussentijd werd het luchtafweer op het schip uitgebreid. In december 1941 werd de USS Isabel naar het door de Japanners bezette Frans Indochina gezonden voor een verkenning[19]. Op 3 december 1941 vertrok het schip vanuit Manilla en na enkele dagen patrouille keerde het op 7 december terug naar Manila. Onderweg kreeg het op 8 december 1941 bericht dat Pearl Harbor aangevallen was (op dat moment was het 7 december op Hawaii).
Vanuit Cavite, Manilla, werd USS Isabel ingezet als escorteschip en maakte het op 10 december 1941 het Japanse bombardement op Cavite mee[20]. Met haar luchtafweer wist het schip een Japans vliegtuig neer te schieten. Hierna vertrok het met twee torpedobootjagers en twee onderzeeboot tenders naar Borneo. Aangekomen in Nederlands-Indië werd het schip ingezet als escortevaartuig tegen vijandelijk onderzeeboten[21]. Het schip bleef hier tot de val van Java, waarna het naar Australië vertrok[22]. Op 7 maart 1942 kwam het in Australië aan.
Vanuit Fremantle werd de USS Isabel ingezet als escorteschip en opleidingsschip voor de Amerikaanse onderzeeboten die daar waren gestationeerd[23]. Het schip bleef hier gestationeerd tot 27 augustus 1945 en kwam op 26 oktober 1945 aan in San Francisco[24].
Op 11 februari 1946 werd de USS Isabel definitief buiten dienst gesteld en op 26 februari[25] geschrapt uit het Naval register. Op 25 maart 1946 werd het voor sloop verkocht[26].
Naam: | USS Isabel |
|
Callsign/Registratie: |
GSWC (1919), NHF (1924), NASG
(Wo2) / SP-521 (Wo1), PY-10 (Wo2) |
|
Bouwer: |
Bath Iron Works, Bath, Maine |
|
Bouwnummer: |
Bouwnummer : 73 |
|
Type/Klasse: |
Patrouilleschip / geen klasse |
|
Waterverplaatsing: |
790 t (standaard)[27] 710 t (minimaal)[28] 797 t (1921)[29] 930 t (maximaal Wo2)[30] |
|
Lengte: |
74,77 meter[31] 74,89 meter (Wo2)[32] |
|
Breedte: |
8,50 meter[33] 8,00 meter (1921)[34] 8,49 meter (Wo2)[35] |
|
Diepgang: |
2,59 meter[36] 2,81 meter (1921)[37] |
|
Aandrijving: |
2x Normand express boilers 2x 4,200shp geschakelde Parsons stoomturbines[38] 2 schachten |
|
Snelheid: |
26 knopen (48,15
km/h)[39] 28,8 knopen (53,34 km/u) (1921)[40] |
|
Bereik: |
km (bij knopen) |
|
Bewapening: |
4x1 76mm /50 kal geschut 4x 53,34 cm torpedolanceerbuizen[41] vanaf 1921: 2x1 76mm /50 kal geschut[42] 2x1 76mm /23 kal luchtafweergeschut[43] Wo2: 2x1 76mm /50 kal dual purpose geschut 2x1 76mm /23 kal luchtafweergeschut 1x dieptebommenwerper[44] 2x 7,8mm Lewis Machinegeweren[45] |
|
Bemanning |
99[46] 112 (1921)[47] 103 (Wo2)[48] |
Lieutenant Commander
Harry Earl Shoemaker (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
28 december 1917 |
Lieutenant Lewis Wells Comstock (Luitenant
ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
24 juli 1918 |
Lieutenant Commander Ernest
Ludolph Gunther (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
1918 |
Commander Bert Blaine Taylor (Kapitein-luitenant
ter zee) |
1 februari 1919 |
Commander George Christian Logan
(Kapitein-luitenant ter zee) |
4 januari 1920 |
Lieutenant Commander Ellis Hugh
Geiselman (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
10 maart 1920 - 30 april 1920 |
Lieutenant Commander Ellis
Spencer Stone (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
6 juli 1920 |
Lieutenant Commander Frank
Loftin (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
18 juli 1921 |
Lieutenant Commander Robert Paul
Hinrichs (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
29 november 1921 |
Lieutenant Commander Carroll
Morgan Hall (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
22 juni 1923 |
Lieutenant Commander Julian
Burton Timberlake, Jr. (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
6 ferbuari 1924 |
Commander Ellis Spencer Stone
(Kapitein-luitenant ter zee) |
8 juli 1926 |
Lieutenant Commander Stuart Day
Truesdell (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
6 januari 1928 |
Lieutenant Commander
Lyman Knute Swenson (Luitenant ter Zee der 1ste
Klasse) |
29 juni 1929 |
Lieutenant Homer Louis Grosskopf
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
11 oktober 1930 |
Lieutenant Commander Avery
Harrison (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
25 november 1932 |
Lieutenant Commander Burton
Emery Rokes (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
1 juni 1934 |
Lieutenant Commander Thomas Lee
McCann (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
31 juli 1936 |
Lieutenant Commander
Peter Michael Money (Luitenant ter Zee der 1ste
Klasse) |
28 juni 1938 |
Lieutenant Edwin Warren Herron
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
14 september 1939 |
Lieutenant Commander
Henry William Goodall (Luitenant ter Zee der 1ste
Klasse) |
25 oktober 1939 |
Lieutenant Commander Walter
Ellsworth Linaweaver (Luitenant ter Zee der 1ste Klasse) |
10 april 1940 |
Lieutenant (JG) John Walker
Payne, Jr. (Luitenant ter zee der 2de klasse) |
1 december 1941 |
Lieutenant Franklin Duerr
Buckley (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
25 juli 1943 |
Lieutenant (JG) Kenneth Francis
Landis (Luitenant ter zee der 2de klasse) |
2 november 1943 |
Lieutenant Edwin Gerald Zacher
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
1 februari 1944 |
Lieutenant Gerald Charles
Mitchener (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
7 juni 1945 |
Lieutenant Richard Peter True
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
1 augustus 1945 |
Lieutenant Sears Robert Jayne
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
12 oktober 1945 - 11 februari
1946 |