Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werden in zes te onderscheiden klassen, gelijkwaardige schepen gebouwd, vaak aangeduid met V-klasse en W-klasse schepen. De eerste klasse die hierin werd besteld en gebouwd was een klasse van vijf flottieljeleiders die in april 1916 werden besteld. Ze verschilden van de standaard klasse schepen vanwege hun rol. Drie schepen uit deze groep namen nog deel aan de Tweede Wereldoorlog, waarbij HMS Vampire opereerde als HMAS Vampire bij de Royal Australian Navy.
Naam: |
Gegevens: |
HMS Valentine (F99) HMS Valentine (F30) HMS Valentine (D49) HMS Valentine (L69) |
7 augustus 1916: kiellegging 24 maart 1917: tewatergelaten 27 juni 1917: in dienst gesteld 15 mei 1940: aan de grond gezet na bombardement |
HMS Valhalla (F9A) HMS Valhalla (G25) HMS Valhalla (G45) HMS Valhalla (D44) |
8 augustus 1916: kiellegging 22 mei 1917: tewaterlating 31 juli 1917: in dienst gesteld 1931: sloop |
HMS Valkyrie (F83) HMS Valkyrie (F86) HMS Valkyrie (F05) HMS Valkyrie (D61) |
25 mei 1916: kiellegging 13 maart 1917: tewaterlating 16 juni 1917: in dienst gesteld 1936: sloop |
HMS Valorous (F92) HMS Valorous (G00) HMS Valorous (G20) HMS Valorous (D82) HMS Valorous(L00) |
25 mei 1916: kiellegging 8 mei 1917: tewaterlating 21 augustus 1917: in dienst gesteld 15 augustus 1945: uit dienst genomen |
HMS Vampire (F0A) HMS Vampire (G70) HMS Vampire (G50) HMAS Vampire (D68) HMAS Vampire (I68) |
10 oktober 1916: kiellegging 21 mei 1917: tewaterlating 22 september 1917: in dienst gesteld 11 november 1933: Royal Australian Navy 11 november 1933: in dienst gesteld 9 april 1942: gezonken (bombardement) |
De Admiralty V-class Leaders-klasse waren de eerste vijf bestelde schepen uit de V-klasse en W-klasse torpedobootjagers, welke in zes (of volgens sommige bronnen zelfs zeven) met elkaar te vergelijken klassen werden aangeschaft. De bestelling werd al in 1915 geplaatst maar door wijzigingen in het ontwerp pas april 1916 effectief.[1][2]
De eerste vijf schepen waren bedoeld als flottieljeleiders voor flottieljes R-klasse (I) torpedobootjagers en werden in april 1916 besteld. Deze schepen weken af van de vervolgseries. Het ontwerp was gebaseerd op de R-klasse (1916) torpedobootjagers. Ze waren iets groter dan deze schepen. Ten opzichte van de V- en W-klassen torpedobootjagers, kregen de flottieljeleiders een grotere brugopbouw, een hogere voormast en een achtermast die verder naar achter werd gepositioneerd. Vanwege het hogere aantal bemanningsleden kregen de schepen meer reddingsboten en was het zoeklichtplatform groter uitgevoerd om een extra kompas te kunnen plaatsen.[3][4]
De flottieljeleiders in de V-klasse (I) werden ontworpen voor een snelheid van 36 knopen (66,7 km/u) maar bereikten uiteindelijk 34 knopen (63 km/u). Net als alle V-klasse (I) en W-klasse (I) schepen was de voorste schoorsteen smaller en hoger dan de achterste schoorsteen. De schepen werden ruim 95 meter lang en hadden een standaard waterverplaatsing van 1.207 ton. De standaard bewapening bestond uit vier enkele stuks 102 mm QF Mark V geschut, een 76 mm 20 cwt luchtafweergeschut en 2x2 533 mm torpedolanceerinstallaties. HMS Vampire kreeg in afwijking tot haar zusterschepen twee sets van drie torpedolanceerbuizen.[5]
Alle vijf de schepen kwamen in de Eerste Wereldoorlog in dienst en werden volop ingezet. Ook tijdens het interbellum werden de schepen volop gebruikt, maar twee schepen, HMS Valhalla (D44) en HMS Valkyrie (D61) werden tijdens de jaren 1930 gesloopt. De overige drie schepen namen volop deel aan de Tweede Wereldoorlog, waarbij zij samen met de overige V-klasse (I) en W-klasse (I) die nog in dienst waren, voornamelijk werden ingezet als escorteschepen voor konvooidiensten. Eén schip, HMAS Vampire (I68) ging al vroeg tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren. De twee overige schepen, HMS Valentine (L69) en HMS Valorous (L00) werden volgens het zogenaamde WAIR programma verbouwd tot escortejagers met grotere luchtafweer capaciteit. Hierbij werden de schepen op hun schoorstenen na volledig gestript en opnieuw opgebouwd. met meer luchtafweergeschut en radar.[6][7]
Klasse: | Admiralty V-class Leaders-klasse |
Aantal in klasse: |
5 |
Land: |
Groot-Brittannië / Australië |
Type: |
Flottieljeleider Torpedobootjager |
Waterverplaatsing: |
1.188 lt (1.207 t) standaard 1.473 lt (1.497 t) maximum |
Lengte: |
95,10 meter |
Breedte: |
8,99 meter |
Diepgang: |
3,54 meter |
Aandrijving: |
3 Yarrow-type Water-tube boilers Brown-Curtis geared steam turbines 2 schachten 27,000 shp (20,134 kW) |
Snelheid: |
34 knopen (63 km/u) |
Bereik: |
6.500 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
4x1 102 mm H.V. Q.F. Mark V
geschut 2x1 76mm geschut (later 1x 76mm 20 cwt H.A. Mark III) 2x2 533mm Torpedolanceerbuizen (Vampire 2x3) |
Bemanning: |
134 |