De Abukuma was een schip uit de Nagara-klasse en werd aanvankelijk als Minase op stapel gezet in 1920. De Abukuma nam als vlaggenschip van de Dai-ichi Suirai sentai (1e Torpedo Squadron) deel aan de aanval op Pearl Harbor. Het schip werd tijdens de Slag bij Leyte op 25 oktober 1944 zwaar beschadigd en werd later door vliegtuigen tot zinken gebracht.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Uraga Senkyo Kabushiki Kaisha |
8 december 1921 |
16 maart 1923 |
26 mei 1925 |
26 oktober 1944 (gezonken) |
Bouwnummer : |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
Gegevens: |
|
1932 |
Abukuma, Dai-san
Kantai (3e Keizerlijke Vloot) |
|||
november 1941 |
Abukuma,
Vlaggenschip, 1e Tropedobootjager Eskader |
De lichte kruiser Abukuma was het zesde schip in de reeks Nagara-klasse (1921) Lichte-kruisers van de Japanse Keizerlijke Marine. Eind 1920 werd opdracht gegeven tot de bouw van een tweede reeks van drie schepen van de verbeterde Kuma-klasse, formeel 5500-ton klasse Type II. Bij haar bouw was er rekening mee gehouden dat het schip zou gaan dienen als vlaggenschip voor eenheden torpedobootjagers. De kiel van het schip werd op 8 december 1921 gelegd bij de Uraga scheepswerf en op 16 maart 1923 werd het schip tewatergelaten. Door een aardbeving in de regio, duurde het nog tot 26 mei 1925 alvorens het schip gereed kwam. Van oorsprong had deze klasse schepen een hangar ingebouwd in de brugstructuur. Ten behoeve van het lanceren van een watervliegtuig was aanvankelijk een platform en later een katapult aangebracht boven toren No.2. Bij de verbouwingen in de periode tussen 1929 en 1934 werd dit verwijderd en de katapult verplaatst naar een positie tussen de geschutstorens No. 5 en No. 6.[1]
Tijdens vlootmanoeuvres op 20 oktober 1930, raakte de Abukuma haar boeg kwijt na een aanvaring met de kruiser Kitakami (1921). Op 22 november 1930 waren de reparaties gereed, echter werd te Kure tussen 1 april 1931 en 30 december 1931 een definitief nieuwe boeg aangebracht. Deze boeg had een iets ander ontwerp dan het oorspronkelijke waarmee het schip vanaf dat moment kon worden onderscheiden van de overige schepen uit haar klasse.
Vanaf 1932 opereerde de Abukuma bij de Dai-san Kantai (3e Vloot) langs de noordkust van China. Tijdens de Slag om Shanghai gaf het schip bescherming aan de troepentransporten. Tussen 1933 en 1936 werd de bewapening van het schip verbeterd, waarbij met name het luchtafweergeschut werd aangepast. De Abukuma kreeg tussen maart en mei 1941 een vierloops torpedolanceerinrichting voor de nieuwe Type 93 torpedo's. Op 26 november vertrok de Abukuma naar de Koerilen en diende als vlaggenschip voor het Dai-ichi Suirai sentai (1e Torpedo Squadron) ten bate van de aanval op Pearl Harbor.[2][3]
Vanaf januari 1942 opereerde de Abukuma met de Dai-ichi Suirai sentai (1e Torpedo Squadron) bij de invasies van Rabaul en Kavieng waarbij het opereerde vanuit Truk. Vervolgens nam het schip deel aan vloot voor de aanval op Port Darwin, de invasie van Java en de aanvallen op Colombo en Trincomalee. Op 11 april 1942 keerde de vloot waarin de Abukuma opereerde binnen in Singapore. In mei 1942 werd de Abukuma overgeheveld naar de Hokuto Homen Kantai (Noordelijke Vloot), waarmee het deelnam aan de invasie van de Aleoeten en opereerde tot eind 1942 rond de Aleoeten. Op 12 december 1942 liep het schip binnen op de werf in Sasebo voor een herinrichting. Bij deze herinrichting kreeg het schip twee drieloops Type 96 25 mm luchtafweergeschut, No 5. 14 cm/50 Type 3e jaar marine geschut geplaatst en werd de vierloops 13,2 mm machinegeweer voor de brug vervangen door een dubbelloops 13,2 mm. Na deze herinrichting keerde het schip in januari 1943 weer terug naar haar positie rond de Aleoeten.[4]
In maart 1943 nam de Abukuma deel aan de Slag om de Komandorski eilanden, waarbij de Japanse vloot zich gedwongen voelde terug te trekken. Vanaf april tot en met mei 1943 vonden er werkzaamheden aan het schip plaats in Maizun. Als eerste van de Nagara-klasse schepen ontving de Abukuma in 1943 een Type 21 radar. In juli was het schip weer operationeel en nam deel aan de evacuatie van Kiska. Licht beschadigd uit de strijd, ging de Abukuma van oktober tot en met november 1943 in dok te Yokosuka. Bij dit onderhoud werd gelijk geschutskoepel No. 7 verwijderd en werden een dubbelloops Type 98 /40 127mm HA geschut, een drieloops Type 96 25mm luchtafweergeschut en vier enkelloops 25 mm luchtafweergeschut geplaatst. Vanaf december 1943 opereerde het schip weer in het noorden rond de Koerilen. Op 21 juni 1944 liep het schip wederom binnen te Yokosuka voor een verder modernisering. Dit keer werden er een Type 22 radar, tien enkelloops Type 96 25 mm luchtafweergeschut en vijf enkelloops Type 93 13,2 mm luchtafweergeschut bij geplaatst. De werkzaamheden waren op 13 juli gereed, waarna het schip tot oktober in Japanse thuiswateren verbleef. Hierna vertrok het schip met haar Dai-ichi Suirai sentai (1e Torpedo Squadron) naar de Filippijnen.[5]
Tijdens de Slag in de Straat Surigao op 24 oktober 1944, werd de eenheid met de Abukuma aangevallen door een eskader Amerikaanse torpedoboten. De PT-137 vuurde een torpedo af op een Japanse torpedobootjager die te diep ging, maar hierdoor werd Abukuma om 03.25 uur geraakt nabij boiler kamer No. 1, waarbij 37 manschappen om het leven kwamen. Na tijdelijke reparaties lukte het de Abukuma om bij haar flottielje te blijven. Het schip was echter zwaar gehavend en lag diep in het water. De Abukuma zou samen met de torpedobootjager Ushio (1931) naar Dapitan varen voor reparaties. Op 26 oktober verlieten beide schepen Dapitan voor Coron, maar werden onderweg aangevallen door Consolidated B-24 bommanwerpers van 5th Group, 13th Air Force. Hierbij werd de Abukuma andermaal getroffen, dit keer bij No. 3 geschutstoren. Om 10.20 uur werd het schip weer vanuit de lucht aangevallen, dit keer door B-24 bommenwerpers van 33rd Squadron 22nd Group, 5th Air Force. Twee bommen troffen het schip waarop brand uitbrak. Om 10.37 uur ontploften vier Type 93 Torpedo's in de achterste torpedokamer. Het schip begon nu te zinken en de bemanning kreeg opdracht de Abukuma te verlaten. Om 12.42 uur zonk de Abukuma op 09.20N 122.32E met 250 van haar bemanningsleden. De torpedobootjager wist 283 bemanningsleden te redden. Op 20 december 1944 werd de Abukuma formeel geschrapt uit het Japanse marine register.[6][7]
Naam: | Abakuma |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Uraga Senkyo Kabushiki Kaisha |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Lichte-kruiser / Nagara-klasse (1921) |
Waterverplaatsing: |
5.659 BRT |
Lengte: |
162,10 meter |
Breedte: |
14,20 meter |
Diepgang: |
4,80 meter |
Aandrijving: |
4 schachten Gihon turbines 12 Kampon boilers 90,000 shp (67,000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
11.000 km (bij 14 knopen) |
Bepantsering |
Romp: 60 mm Dek: 30 mm |
Bewapening: |
Bij bouw: 7x 14 cm/50 3e jaar Type geschut 2x 8 cm/40 3e jaar Type geschut 8x 533 mm torpedo lanceerbuizen (4x2) 48 zeemijnen Uiteindelijk: 5x 14 cm/50 3e jar Type geschuts 2x 12.7 cm/40 Type 89 geschut 4x drieloops, 2x dubbelloops,24x enkelloops Type 96 25 mm luchtafweergeschut 10x Type 93 13.2 machinegeweren 8x 533 mm torpedo lanceerbuizen (2x4) |
Bemanning |
450 |
Kaigun-daisa Inosuke Tokuda (Kapitein) | 26 mei 1925 |
Kaigun-daisa Shiro Otani (Kapitein) | 1 december 1925 |
Kaigun-daisa Minoru Nagai (Kapitein) | 1 november 1926 |
Kaigun-daisa Teijiro Toyoda (Kapitein) | 15 november 1927 |
Kaigun-daisa Fuchitsune Irie (Kapitein) | 10 december 1928 |
Kaigun-daisa Shinji Nohara (Kapitein) | 30 november 1929 |
Kaigun-daisa Shichisaburo Koga (Kapitein) | 1 december 1930 |
Kaigun-daisa Seiichi Iwamura (Kapitein) | 1 december 1931 |
Kaigun-daisa Kentaro Kojima (Kapitein) | 15 november 1932 |
Kaigun-daisa Yoshiaki Kohashi (Kapitein) | 15 november 1933 |
Kaigun-daisa Takeo Kurita (Kapitein) | 15 november 1934 |
Kaigun-daisa Ruitaro Fujita (Kapitein) | 15 november 1935 |
Kaigun-daisa Iwao Shimizu (Kapitein) | 1 december 1936 |
Kaigun-daisa Katsuzo Akiyama (Kapitein) | 1 december 1937 |
Kaigun-daisa Kikumatsu Tanaka (Kapitein) | 1 december 1938 |
Kaigun-daisa Shakao Sakiyama (Kapitein) | 15 november 1939 |
Kaigun-daisa Seiroku Murayama (Kapitein) | 1 november 1940 |
Kaigun-daisa Shiro Shibuya (Kapitein) | 20 september 1942 |
Kaigun-daisa Konishi Kaname (Kapitein) | 18 augustus 1943 |
Kaigun-daisa Takuo Hanada (Kapitein) | 26 maart 1944 - 26 oktober 1944 |