Het vrachtschip met passagiersaccommodatie Sanuki Maru werd in 1939 afgeleverd voor de Nippon Yusen Kabushiki Kaisha en door de maatschappij ingezet op de route naar Europa. Het schip werd in augustus 1941 gevorderd door de Japanse Keizerlijke Marine en verbouwd tot vliegtuigmoederschip voor drijvervliegtuigen. In deze hoedanigheid nam het schip deel aan de strijd om de Filippijnen, Nederlands-Indië en Guadalcanal tot het schip in december 1942 weer werd verbouwd tot transportschip. Op 28 januari 1945 werd het schip getorpedeerd door een Amerikaanse onderzeeboot.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Mitsubishi
Zoshenso, Nagasaki |
29 augustus 1938 |
8 februari 1939 |
1 mei 1939 |
28 januari 1945 (getorpedeerd) |
Bouwnummer : 724 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1 mei 1939 |
17 augustus 1941 |
m.s. Sanuki Maru,
Nippon Yusen Kabushiki Kaisha |
||
17 augustus 1941 |
5 september 1941 |
vliegtuigmoederschip
Sanuki Maru, Japanse Keizerlijke Marine |
||
5 september 1941 |
25 september 1941 |
vliegtuigmoederschip
Sanuki Maru, Maizuru Marinedistrict |
||
25 september 1941 |
6 januari 1942 |
vliegtuigmoederschip
Sanuki Maru, 2e Basiseenheid |
||
6 januari 1942 |
augustus 1942 |
vliegtuigmoederschip
Sanuki Maru, 21e Luchtflottille |
||
28 augustus 1942 |
1 december 1942 |
vliegtuigmoederschip
Sanuki Maru, 11e Zeevliegtuig Tender Divisie |
||
1 december 1942 |
28 januari 1945 |
transportschip
Sanuki Maru |
||
10 maart 1945 |
geschrapt van
marinelijst |
Op 29 augustus 1938 werd aan de Nagasaki scheepswerf van Mitsubishi de kiel gelegd voor het tweede vrachtschip uit de Sakito Maru-klasse (1939), de Sanuki Maru. Het schip werd op 8 februari 1939 te water gelaten en op 1 mei 1939 afgeleverd aan de Nippon Yusen K.K. Het schip had een waterverplaatsing van 7.189 BRT. De twee Mitsubishi-Sulzer diesel motoren dreven twee schachten aan en leverden een totaal vermogen van 16.600 shp. Op 8 mei 1939 vertrok het schip uit Nagasaki voor haar eerste reis en op 2 juni vertrok het uit Yokohama om op 10 juli 1939 in Londen aan te komen.
De Sanuki Maru werd op 17 augustus 1941 gevorderd door de Japanse Keizerlijke Marine en vervolgens verbouwd tot vliegtuigmoederschip voor drijvervliegtuigen. Ter verdediging ontving het schip twee stuks 150 mm geschut, twee stuks 80 mm geschut en twee 13,2 mm machinegeweren. Op 5 september 1941 was het schip gereed en werd het ingedeeld bij het Maizuru Marinedistrict. Voor haar drijvervliegtuigen kreeg het schip de code IB-xx toegewezen, waarbij de xx voor een volgnummer stond. De lettercode voor de Sanuki Maru werd JGBN.
Operationeel werd de Sanuki Maru ingedeeld bij de 2e Basiseenheid binnen de Japanse 3e Vloot en kwam op 2 december 1941 aan in Takao, Taiwan. Hier ontving het schip haar vliegtuigen, bestaande uit acht Nakajima E8N2 watervliegtuigen van de Toko Marine Luchtgroep. Op 7 december vertrok de Sanuki Maru richting het eiland Batan, Filippijnen.
Tijdens de strijd om de Filippijnen nam het schip vanaf 8 december deel aan de invasie van het eiland Batan om vervolgens op 18 december te worden uitgerust met zes Mitsubishi F1M watervliegtuigen. Twee van de oudere Nakajima toestellen bleven in reserve aan boord. Op 21 december bevond het schip zich bij Vigan op Luzon voor het vestigen van een basis voor watervliegtuigen ter ondersteuning van de verdere strijd op de Filippijnen. Op 6 januari 1942 vestigde het schip zich aan de westkust van het eiland Samal.
De volgende dag vertrok het schip ter ondersteuning van de slag om Tarakan (1941) vanaf 11 januari 1942 en vervolgens vanaf 24 januari de invasie van Nederlands Borneo bij Balikpapan. Later i 1942 nam het schip deel aan de strijd rond Guadalcanal en lag enige tijd in Japan in onderhoud. Op 1 december 1942 werd de Sanuki Maru weer ingericht en in dienst gesteld als transportschip in welke hoedanigheid het werd ingezet in de gehele Pacific en het Verre Oosten.[1][2][3]
De Sanuki Maru vertrok op 6 januari 1945 met konvooi Hi-91 uit Moji om via Sasebo en Takao naar Singapore te varen. Op 28 januari 1945, onderweg naar Takao, werd het konvooi opgemerkt door de Amerikaanse onderzeeboten USS Spadefish (SS-411) en USS Pompon (SS-267). Het lukte de USS Spadefish om de Sanuki Maru te raken met drie torpedo's waarna het zonk. Het schip werd op 10 maart 1945 geschrapt van de marinelijst.
Naam: | m.s. Sanuki Maru (1939) |
Callsign/Registratie: |
JGBN / 45864 (1939) |
Bouwer: |
Mitsubishi Zosensho,
Nagasaki |
Bouwnummer: |
724 |
Type/Klasse: |
Vrachtvaarder / Sakito
Maru-klasse (1939) |
Waterverplaatsing: |
7.189 BRT (1939) 9.246 BRT (1941) 3.913 NRT (1939) 5.235 NRT (1941) |
Lengte: |
146,20 meter (1939) 147,10 meter (1941) |
Breedte: |
19,00 meter |
Diepgang: |
9,80 meter (1939) 12,50 meter (1941) |
Aandrijving: |
2x Mitsubishi-Sulzer
dieselmotoren 2 schachten 6700 nhp elk |
Snelheid: |
20 knopen (37,34 km/u) |
Bereik: |
? km bij ? knopen (? km/u) |
Bewapening: |
2x1 150 mm / 45 kaliber
geschut 2x1 80 mm geschut 2x1 13,2 mm Type 93 machinegeweren 8x Nakajima E8N2 watervliegtuigen vanaf 18 december 1941: 6x Mitsubishi F1M watervliegtuigen 2x Nakajima E8N2 watervliegtuigen 2 katapulten |
Bemanning |
? |
Dai-sa Senji
Tsuyuki (Kapitein-ter-Zee) |
5 september 1941 |
Dai-sa Rokukichi Takeda
(Kapitein-ter-Zee) |
2 juni 1942 |
Dai-sa Yoshizo Hasebe
(Kapitein-ter-Zee) |
13 april 1943 |
Dai-sa Kinnosuke
Kawahara (Kapitein-ter-Zee) |
25 juli 1943 |
? |
8 mei 1944 |
Dai-sa Kohyo Kamioka (Kapitein-ter-Zee) | 5 augustus 1944 - 28 januari 1945 |