De Kinugasa Maru werd in 1936 gebouwd en kwam in 1938 als vliegtuigmoederschip voor drijvervliegtuigen in dienst van de Japanse marine. In 1939 werd het schip weer teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar, om in 1941 weer bij de marine in dienst te komen, dit keer als transportschip. De Amerikaanse onderzeeboten USS Baya (SS-318) en USS Hawkbill (SS-366) brachten het schip tot zinken op 7 oktober 1944.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Kawasaki, Kobe | 10 augustus 1935 |
26 december 1935 |
28 februari 1936 |
7 oktober 1944[1] |
Bouwnummer : 591 |
||||
Indeling: |
Data: |
Naam: |
Eigendom: |
|
28 februari 1936 |
No. ? |
Kokusai Kisen, K. K. |
||
14 augustus 1937 |
Kinugasa Maru |
Japanse Keizerlijke Marine |
||
oktober 1939 |
Kinugasa Maru |
Kokusai Kisen, K. K. |
||
5 november 1941 |
Kinugasa Maru |
Japanse Keizerlijke Marine |
De kiel voor het vrachtschip Kinugasa Maru, een schip van de Kashii Maru-klasse, werd op 10 augustus 1935 gelegd aan de scheepswerf van Kawasaki in Kobe. Het schip was bedoeld voor de Kokusai Kisen K. K. maatschappij. Nadat het op 26 december 1935 te water was gelaten, werd het op 28 februari 1936 in dienst genomen en ingedeeld op de route van New York naar Europa.[2]
Op 14 augustus 1937 werd de Kinugasa Maru door de Japanse Keizerlijke Marine in dienst genomen als transportschip voor het Yokokosuka Marine District. Hierna werd het schip gebruikt voor transporten tussen Japan en China. Op 27 september 1937 werd aan de Yokosuka Marinewerf begonnen met de ombouw van het schip tot moederschip voor drijvervliegtuigen. Hiertoe ontving het schip zes stuks 120 mm/45 cal geschut, vier Type 94 Kawanishi E7K2 "Alf" en acht Type 95 Nakajima E8N2 "Dave" verkenningsvliegtuigen. De staartcode voor de vliegtuigen van de Kinugasa Maru werd "15-xx". Na de verbouwing werd het schip ingedeeld bij het Kure Marine District. Vanaf 15 oktober 1937 werd de Kinugasa Maru ingedeeld bij het hoofdkwartier van de Dai-ni Kantai (2e Vloot). Wederom volgde hierna inzet langs Chinese kustgebieden tot het schip op 1 december 1937 werd ingedeeld bij de Dai-yon Kantai (4e Vloot) als onderdeel van de Dai-Yon Kokutai (4e Marine Luchtgroep).[3][4]
Ook binnen deze eenheid volgde inzet langs de Chinese kusten. Vanaf 10 januari 1938 nam de Kinugasa Maru deel aan de invasie van Tsingtao en de luchtaanval op Nan Hsiung op 24 februari 1938. Tot haar terugkeer in Kure in april 1938 opereerde het schip wederom regelmatig langs de Chinese kusten. Op 28 april 1938 werd de Kinugasa Maru weer als transportschip aangemerkt en ingedeeld bij het Kure Marine District. Ook in deze hoedanigheid werd het schip vooral langs de Chinese kusten ingezet, evenals routes tussen Japan en China. Hierbij nam het op 5 november 1938 deel aan de Japanse landingen in de baai van Hangzhou tijdens de slag om Shanghai.
In februari 1939 werd deelgenomen aan de landingen en de inname van het eiland Hainan. De Kinugasa Maru werd op 10 mei 1939 in Yokosuka binnen genomen voor aanpassingen en reparaties. In juni 1939 werd de Kinugasa Maru toegewezen aan de 5e Mijnenlegger Divisie, waarna het in oktober 1939 weer werd teruggegeven aan haar civiele eigenaars. De Kinugasa Maru nam vervolgens haar koopvaardijtaak weer op zich, maar werd eveneens regelmatig door de Japanse Keizerlijke Marine gecharterd.
Op 5 november 1941 werd de Kinugasa Maru wederom door de Japanse Keizerlijke Marine ingelijfd. Vanaf 10 november werd het schip hiertoe weer ingericht aan de scheepswerf van Nippon Kokan K.K. en op 20 november kwam het als transportschip weer in de vaart. Vanaf 20 december nam de Kinugasa Maru deel aan operatie M, de invasie van de Filippijnen, bij Davao en op 22 december bij Jolo. Terug in Japan begin januari 1942 vertrok het schip begin maart 1942 naar Singapore om deel te nemen aan Operatie T, de invasie van Noord Sumatra en later aan Operatie D, de invasie van de Andaman eilanden. Na haar inzet in de Nederlands-Indische archipel, werd de Kinugasa Maru naar Japan gezonden waar het schip op 25 april 1942 te Nagoya in het dok ging voor onderhoud.
In mei 1942 was het schip weer operationeel en werd het vanaf 17 mei ingezet ten bate van de invasie van de Aleoeten. Na deze periode volgde inzet bij transporten rond de Japanse eilanden en vanaf december 1942 tot januari 1943 gevolgd door kustverdedigingsopdrachten. Vanaf februari 1943 werd de Kinugasa Maru voornamelijk ingezet in de zuidwest Pacific voor allerlei transporten waarbij meestal in konvooidienst werd gevaren. Tussendoor werden regelmatig de Japanse thuiswateren aangedaan.[5]
Op 1 oktober 1944 vertrok de Kinugasa Maru om 08.000 uur met konvooi HI-77 uit de haven Moji in Japan en gaat op weg naar Singapore. Op 6 oktober wordt het konvooi gesignaleerd door een groep Amerikaanse onderzeeboten, bekend staand als de "Holz Cats" bestaande uit de onderzeeboten USS Baya (SS-318), USS Becuna en USS Hawkbill (SS-366). Op 7 oktober 1944 om 22.00 uur werd de Kinugasa Maru geraakt door een torpedo van één van de onderzeeboten. om 22.24 uur viel USS Hawkbill het schip vanaf de oppervlakte aan waarbij meer treffers werden geplaatst. Ook de USS Baya vuurde enkele torpedo's op het schip af. Om 22.27 uur zonk de Kinugasa Maru op 14.30N, 114.446E. Bij het treffen met de onderzeeboten kwamen tien passagiers en 33 bemanningsleden om het leven, waaronder de commandant Honjo Ken.
Naam: | Kinugasa Maru |
Callsign/Registratie: |
JHEJ / 41285 |
Bouwer: |
Kawasaki, Kobe |
Bouwnummer: |
591 |
Type/Klasse: |
Vrachtschip,
Vliegtuigmoederschip, Troepentransportschip / Kashii Maru-klasse |
Waterverplaatsing: |
6.808 BRT(als vrachtschip) / 8.407 BRT (bruto als vliegtuigmoederschip) |
Lengte: |
139,00
meter |
Breedte: |
18,60 meter |
Diepgang: |
9 meter |
Aandrijving: |
1x 7 cylinder 2SCDA Man diesel motor 1 schacht 1.850 nhp / 7.600 shp |
Snelheid: |
16,5 knopen (29,63 km/u) |
Bewapening: |
6x 120 mm/45 cal geschut 4x Type 94 Kawanishi E7K2 "Alf" 8x Type 95 Nakajima E8N2 "Dave" |
Bemanning: |
? |
Tsunejiro Katahara |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
18 augustus 1937 |
15 november 1937 |
Taijiro Aoki |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
15 november 1937 |
28 april 1938 |
Toraji Hidai |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
28 april 1938 |
1 december 1938 |
Yuzo Ishido |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
1 december 1938 |
15 juni 1939 |
Arimatsu Kioka |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
15 juni 1939 |
7 mei 1942 |
Naoshi Arima |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
7 mei 1942 |
20 juli 1942 |
Ken Honjo |
Kaigun-daisa (Kapitein) |
? |
7 oktober 1944 (omgekomen) |