De in 1924 in dienst genomen USS Marblehead Nam tijdens de Tweede Wereldoorlog deel aan de strijd rond Nederlands-Indië, eind 1941 en begin 1942. Later opereerde het schip in de Middellandse Zee voordat het voor trainingsdoeleinden werd ingezet. In 1945 werd de USS Marblehead uit dienst genomen en later gesloopt
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
William Cramp & Sons Shipbuilding Company[1], Philadelphia |
4 augustus 1920[2] |
9 oktober 1923[3] |
8 september 1924[4] |
1 november 1945[5] (uit dienst) |
Bouwnummer : 502[6] |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
8 september 1924 |
1 november 1945 |
Light Cruiser USS Marblehead (CL-12), US Navy |
De opdracht voor de Marblehead werd op 1 juli 1918 gegeven en op 24 januari 1919 werd de opdracht gegund aan William Cramp & Sons in Philadelphia. De kiel werd gelegd op 4 augustus 1920. Het schip werd op 9 oktober 1923 te water gelaten. Op 8 september 1924 werd de USS Marblehead (CL-12) in dienst genomen.[7][8]
Het 169 meter lange schip had een standaard waterverplaatsing van 7.050 lt en kreeg in vredestijd een bemanning van 429 manschappen en 29 officieren. Oorspronkelijk zou het schip tien stuks 150mm/53 kaliber geschut ontvangen, twee aan elke kant van de romp en acht ingebouwd in de bovenste structuur van het schip, een zogenaamde kazemat opstelling. Al tijdens de bouw werd besloten zowel op het voorschip als op het achterschip een koepel te plaatsen met twee stuks 150mm/53 kaliber geschut in elke koepel. De rest werd in kazemat opstelling in het voorschip en het achterschip in de opbouw aangebracht. De secundaire bewapening bestond uit twee stuks 76mm/50 kaliber luchtafweer geschut. Op het achterschip was de mogelijkheid aangebracht om 224 mijnen mee te voeren en als mijnenlegger te opereren. Twee drie loops en twee twee loops torpedolanceerinstallaties met 530 mm torpedolanceerbuizen complementeerde de bewapening. De drieloops installaties waren aan elke kant van de romp in het bovendek aangebracht, vlak achter de katapult installaties. De dubbelloops installaties waren op een lager dek aangebracht en konden vuren door luiken aan elke kant van de romp te openen. USS Marblehead ontving twee watervliegtuigen.[9]
Na haar in dienst stelling voer het schip een tour rond de wereld waarbij in 1924 het Engelse Kanaal en de Middellandse Zee werden aangedaan. In 1925 werden Australië en Oceanië bezocht waarna via de Galapagos naar Nicaragua werd opgestoomd. Tijdens de Chinese burgeroorlog werd in 1927 en 1928 de Amerikaanse aanwezigheid in China onderstreept samen met de USS Richmond (CL-9) en de USS Trenton (CL-11). Tussen augustus 1928 en januari 1933 was de USS Marblehead toegevoegd aan de Atlantic Fleet om van februari 1933 tot januari 1938 onderdeel uit te maken van de Pacific Fleet.[10][11]
In 1939 werd het schip naar de Filippijnen gezonden en opereerde van daaruit in de Zee van Japan en de zeeën rond Zuidoost China. In december 1941 bevond de USS Marblehead zich in de omgeving van Borneo. In het kader van de samenwerking tussen de Australische, Nederlandse en Amerikaanse marines, voegde de USS Marblehead zich bij de vloot van ABDACOM ter bescherming van Nederlands-Indië.[12]
Toen de Japanse invasievloot Balikpapan naderde nam het schip samen met Nederlandse schepen deel aan een aanval op deze vloot. Op 4 februari 1942 nam het schip deel aan de Slag in de Straat van Makassar. Hierbij werd de Marblehead geraakt door bommenwerpers. Twee bommen troffen haar en een derde sloeg vlak naast het schip in het water waarbij eveneens schade ontstond. Het lukte de bemanning de branden onder controle te houden en het luchtafweer gelukte het verdere aanvallers van zich af te houden. Bij de aanval kwamen 15 bemanningsleden om het leven en raakte 84 manschappen gewond. Na tijdelijke reparaties uitgevoerd in Tjilatjap voer het schip naar Trincomalee in Ceylon voor verdere reparaties. Vervolgens voer de USS Marblehead naar de Brooklyn Navy Yard in New York voor volledige reparaties.[13]
Nadat de USS Marblehead weer operationeel was, werd het toegevoegd aan de South Atlantic Force, opererend langs Zuid-Amerikaanse kusten en een enkele konvooidienst. In februari 1944 trok het schip naar de Noord-Atlantische wateren om door te varen naar de Middellandse Zee. Van mei tot juli 1944 werden diverse konvooidiensten gevaren en eind juli 1944 lag het schip in Palermo ter voorbereiding van Operatie Dragoon. Tijdens de landingen in Zuid-Frankrijk gaf het schip vuursteun aan de landende troepen.[14]
Na haar inzet in de Middellandse Zee werd de USS Marblehead teruggetrokken uit operationele operaties en ingezet als opleidingsschip. In 1945 werd het schip in Philadelphia uit de vaart genomen.[15]
Voor haar inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving de USS Marblehead twee campagnesterren.[16]
De USS Marblehead nam in ieder geval deel aan de volgende konvooidiensten:
Konvooi: |
Route: |
Data: |
TRIN 23 (escorte) |
Trinidad - verspreid op zee |
1 november 1942 - 3 november 1942 |
CU 24 (escorte) |
New York City - op zee
(Liverpool) |
12 mei 1944 - 23 mei 1944 |
UC 25 (escorte) |
op zee (Liverpool) - New York
City |
6 juni 1944 - 16 juni 1944 |
CU 30 (escorte) |
New York City - op zee
(Liverpool) |
2 juli 1944 - 11 juli 1944 |
Naam: | USS Marblehead (CL-12) |
Callsign/Registratie: |
NIRR / CL-12 |
Bouwer: |
William Cramp & Sons,
Philadelphia |
Bouwnummer: |
502 |
Type/Klasse: |
Light Cruiser /
Omaha-klasse (1920) |
Waterverplaatsing: |
7.050 lt (7.160 t)
standaard 9.508 lt (9.661 t) maximaal |
Lengte: |
169,32 meter |
Breedte: |
16,87meter |
Diepgang: |
4,11 meter |
Aandrijving |
12 Wite Forster Boilers 4 Parsons geschakelde stoomturbines 4 schachten 90,000 ihp (67,000 kW) |
Snelheid: |
35 knopen (65 km/u)
maximaal |
Bereik: |
19.000 km (bij 10 knopen) |
Bepantsering: |
Boiler en machinekamer: 76
mm kolenopslag: 38 mm dek: 38 mm |
Bewapening: |
Oorspronkelijk: 2x2 150 mm/53 kaliber geschut 7x1 150 mm/53 kaliber geschut 4x1 76 mm/50 kaliber luchtafweergeschut 2x3 en 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen 224 zeemijnen (spoedig verwijderd) 1941: 2x2 150 mm/53 6x1 150 mm/53 7x1 76 mm/50 2x3 533 mm torpedolanceerbizen 8x1 12.7 mm luchtafweergeschut 1945: 2x2 150 mm/53 6x1 150 mm/53 8x1 76 mm/50 2x3 533 mm torpedolanceerbizen 3x2 40 mm Bofors geschut 12x1 20 mm Oerlikon geschut |
Bemanning |
458 (vredestijd) |
Captain Chauncey Shackford
(Kapitein-ter-Zee) |
8 september 1924 |
Captain William Siebel Miller (Kapitein-ter-Zee) | 16 december 1925 |
Captain Harry Kimball Cage (Kapitein-ter-Zee) | 11 oktober 1927 |
Captain Ralph A. Koch (Kapitein-ter-Zee) | 1 juni 1929 |
Captain William Rea Furlong (Kapitein-ter-Zee) | 29 december 1930 |
Captain Charles Washburn Crosse (Kapitein-ter-Zee) | ? |
Captain Worrall Reed Carter (Kapitein-ter-Zee) | ? |
Captain Arthur Granville Robinson (Kapitein-ter-Zee) | 1941 |
Captain George Patton Kraker (Kapitein-ter-Zee) | 1944 |