Brits Catapult Aircraft Merchant schip s.s. Empire Franklin (1941)

Het koopvaardijschip s.s. Empire Franklin werd in 1941 afgeleverd. Kort na de aflevering werd het schip voorzien van een katapult en ingezet als één van de CAM-schepen. Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip verkocht en in de vaart gebracht onder de naam s.s. Hazelbank. In 1957 werd het schip wederom verkocht en in de vaart gebracht als s.s. Irinicos. In 1963 werd het schip andermaal verkocht waarna het onder de naam s.s. Iris II in de vaart werd gehouden tot de sloop in 1967.

De kiel voor de s.s. Empire Franklin werd in 1941, als bouwnummer 522, gelegd op de scheepswerf van John Readhead and Sons Ltd. te South Shields, Durham. Het schip werd gebouwd in opdracht voor het Ministry of War Transport (MoWT) en werd op 28 april 1941 te water gelaten. In juni 1941 werd het schip afgeleverd.

De Empire Franklin was een schip met een lengte van ruim 137 meter en een breedte van ruim 17,25 meter, met een waterverplaatsing van 7.393 BRT en 5.111 NRT. De diepgang kwam hiermee op 8,31 meter. De aandrijving werd geleverd door een John Readhead & Sons, 435 nhp stoommachine, die één schroef aandreef.^[1]

Het schip werd in dienst gesteld met registratienummer 168649 en roepletters BCMB als één van de zogenaamde Empire-schepen. Tot 1945 bleef het schip in eigendom van het Ministry of War Transport, maar werd in de vaart gehouden door de rederij Hall Brothers Steamship Co. Ltd.. Kort na de in dienststelling werd het schip op het voordek voorzien van een katapult met Hawker Sea Hurricane vliegtuig. Hiermee werd de Empire Franklin één van de CAM-schepen. Vervolgens kwam het in dienst bij de rederij Lamport Holt Line, waarbij het de gehele Tweede Wereldoorlog zou blijven. Op 26 juni 1941 maakte het schip haar eerste vaart. Het schip nam gedurende de Tweede Wereldoorlog deel aan een groot aantal konvooien. Medio 1943 werd de katapult verwijderd en werd de s.s. Empire Franklin weer een volwaardig koopvaardijschip.^[2]

Na de Tweede Wereldoorlog werd de Empire Franklin verkocht aan de Bank Line Ltd. die het schip omdoopte tot s.s. Hazelbank. Het schip vaarde in die tijd voor de A. Weir Shipping Trading Co Ltd. tot het in 1957 wederom werd verkocht. De Hazelbank kwam terecht bij de Compagnia Navigazione Nuevo Mundo SA. uit Panama City die het omdoopte tot s.s. Irinicos. Operationeel vaarde het schip onder de vlag van de Syros Shipping Co Ltd. uit Londen. De Irinicos werd in 1962 verkocht aan de Paleocrassos Bros., Piraeus in Griekenland, waarbij het bleef varen onder de vlag van Syros. In 1963 volgde verkoop aan de Salinas Compagnia Navigazione SA uit Panama die het schip omdoopte tot s.s. Iris II. Het schip bleef echter ook nu weer voor Syros varen tot het op 15 februari 1967 in Hong Kong door de Ming Hing Co. werd gesloopt.^[3]

Noten

1. Lloyd's, 1942
2. Mitchell, 1990, pag. 98
3. Mitchell, 1990, pag. 98