De Belgische veerboot Prinses Joséphine Charlotte, voor de veerdienst Oostende-Dover diende tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Royal Navy als Landing Ship Infantry (LSI) HMS Prinses Joséphine Charlotte. Na de Tweede Wereldoorlog keerde het schip terug naar de reder voor de veerdienst op Engeland tot het in 1950 werd gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
Afgebouwd/in
dienst |
Einde: |
Scheepswerf Cockerill, Antwerpen |
? |
28 juni 1930 |
januari 1931 |
1960 (Gesloopt) |
Bouwnummer: 644 |
||||
Indeling: |
? |
Regie voor Maritiem
Transport
(RMT) |
||
26 juni 1940 |
28 september 1940 |
War Ministry
(Troepentransportschip) |
||
29 september 1940 |
januari 1941 |
Admiralty |
||
16 mei 1941 |
september 1945 |
HMS Princess Joséphine Charlotte (LSI(S)-4238), Royal Navy |
||
25 oktober 1945 |
26 november 1950 |
Regie voor Maritiem
Transport
(RMT) |
Schip 644 werd bij Cockerill op stapel gezet. Op 28 juni 1930 werd de veerboot Prinses Joséphine Charlotte, een veerboot van het Ontwerp Plan No E, te water gelaten. Het schip was de laatste van een serie van vier schepen in haar klasse.[1]
De eerste lijndienst vanuit Oostende naar Dover vond plaats op 19 januari 1931[2]. Op 9 mei 1939[3] voer de Prinses Joséphine Charlotte haar laatste lijndienst voor de oorlog.
In verband met het verloop van de oorlog die op 10 mei 1940 voor België uitbrak, werd besloten om de schepen Prince Leopold, Prince Philippe en Prinses Joséphine Charlotte op 16 mei 1940 over te brengen van Oostende naar Folkestone. Vanuit Folkestone werd het schip ingezet voor de evacuatie van mensen naar Liverpool. Op 16 juni werd het schip nog ingezet als troepentransportschip naar Brest en Saint Nazaire.[4]
Toen het schip op 18 juni 1940 terugkeerde in Folkestone, was besloten dat het zou worden omgebouwd tot Landing Ship Infantry (LSI(S)). Op 26 juni 1940 nam het War Ministry het schip over en gebruikte het tot 28 september 1941 als transportschip langs de Engelse kust.[5] Het schip werd op 29 september 1940 over genomen door de Admiralty. De ombouw tot Landing Ship Infantry werd in januari 1941 afgerond. Op 16 mei 1941 werd het schip omgedoopt tot HMS Princess Joséphine Charlotte. Vanaf mei 1941 opereerde het schip vanuit Inverary.[6]
De HMS Princess Joséphine Charlotte lag op 7 juli 1941 voor anker in de Solent toen het schip werd aangevallen door een Duitse bommenwerper. Hoewel het een bom het schip trof, sloeg de bom door de zijkant weer naar buiten en ontplofte naast het schip. De schade die dit opleverde maakte dat het schip maanden buiten dienst was.[7]
In juni 1943 was de HMS Princess Joséphine Charlotte weer beschikbaar voor de op handen zijnde operaties in de Middellandse Zee.[8] Hier nam het deel aan de landingen bij Salerno.[9] In november liep het schip weer binnen in Falmouth en werd het tot maart 1944 uit de dienst teruggetrokken voor reparaties.[10] Vanaf dat moment werd het schip vooral ingezet voor troepentransporten. Hierbij nam het op 6 juni 1944 deel aan de landingen in Normandië. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog transporteerde het schip troepen naar Jersey en Duitse krijgsgevangenen naar Engeland.[11]
De HMS Princess Joséphine Charlotte werd op 1 oktober 1945 bij de Royal Navy uit de dienst teruggetrokken en keerde naar haar voormalige eigenaar in België terug.[12] Na ombouw keerde de Prinses Joséphine Charlotte op 25 oktober 1945 terug als veerboot. Vanaf oktober 1946 keerde het weer terug in de veerdienst tot het schip op 26 november 1950 voor sloop werd verkocht aan L. Engelen. Op 14 december 1950 werd het schip voor sloop afgegeven.[13]
Naam: | HMS Princess Joséphine Charlotte |
Callsign/Registratie: |
LSI(S)-4238 |
Bouwer: |
John Cockerill, Antwerpen |
Ombouw LSI: |
Naval Dockyard, Devonport |
Bouwnummer: |
644 |
Type/Klasse: |
LandingsschipInfanterie /
Princess Astrid-klasse |
Waterverplaatsing: |
2960/3250 ton |
Lengte: |
109,60 meter |
Breedte: |
14,48 meter |
Diepgang: |
? meter |
Aandrijving: |
6 Boilers 2 propellors Stoomturbines 14.000 pk |
Snelheid: |
23,5 knopen (43,52 km/h) |
Bereik: |
? km (bij ? knopen) |
Bewapening: |
2x1 7,62 cm kaliber luchtafweer
geschut 2x1 40 mm luchtafweergeschut 6x1 20 mm luchtafweergeschut |
Lading: |
8 LCA's/LCS(M)'s of LCP(L)'s 250 militairen |
Bemanning |
207 (als LSI) |
Lieutenant Commander Stuart
Erskine Crewe-Read (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
10 januari 1941 |
Commander Arthur Ian Robertson
(Kapitein-luitenant ter zee) |
3 oktober 1942 - 22 augustus 1943 |
Lieutenant John Evelyn Bromley
(Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie) |
1943 - 1945 |