Enkele korte verklaringen van Karl Dönitz aangaande Hitlers dood en de Duitse capitulatie. Dönitz was van 1943 tot het einde van de oorlog opperbevelhebber van de Kriegsmarine. Hij werd door Hitler in zijn testament benoemd als zijn opvolger als rijkskanselier. In mei 1945 bevond Dönitzs hoofdkwartier zich in Flensburg.
Duitse mannen en vrouwen, soldaten van de Duitse Wehrmacht!
Onze Führer, Adolf Hitler, is gevallen… Al vroeg had hij het vreselijke gevaar van het bolsjewisme herkend… Aan het einde van zijn strijd en zijn onfeilbare, rechtlijnige leven staat zijn heroïsche dood in de hoofdstad van het Duitse Rijk. Zijn hele leven stond in het teken van Duitsland. Zijn betrokkenheid bij de strijd tegen de bolsjewistische stormvloed gold daarenboven voor Europa en de hele beschaafde wereld.
De Führer heeft mij aangewezen als zijn opvolger. In het bewustzijn van deze verantwoordelijkheid neem ik leiding van het Duitse volk over in dit noodlottige uur. Mijn eerste taak is het Duitse volk te redden van vernietiging door de oprukkende bolsjewistische vijand. Alleen voor dit doel gaat de militaire strijd door. Voor zover en zolang de verwezenlijking van dit doel door de Britten en Amerikanen wordt gehinderd, zullen we onszelf tegen hen moeten blijven verdedigen en blijven vechten. De Anglo-Amerikanen zetten dan niet langer de oorlog voort voor hun eigen volk, maar alleen voor de verspreiding van het bolsjewisme in Europa.
Wat het Duitse volk in de strijd van deze oorlog vechtend heeft bereikt en thuis heeft doorstaan, is historisch uniek. In de nu komende tijd van ontberingen voor ons volk, zal ik trachten draagbare leefomstandigheden te scheppen voor onze dappere vrouwen, mannen en kinderen, voor zover ik daartoe in staat ben. Daarvoor heb ik uw hulp nodig. Geeft me uw vertrouwen, want uw weg is ook mijn weg.
Houd orde en discipline in stand in stad en land, laat eenieder op zijn post zijn plicht doen! … Als we doen wat we kunnen, zal God ons niet verlaten na zoveel leed en offers.[1]
"Duitse Wehrmacht! Mijn kameraden!" De Führer is gevallen… Met hem is een van de grootste helden uit de Duitse geschiedenis heengegaan… De Führer heeft mij aangewezen als zijn opvolger, als staatshoofd en opperbevelhebber van de Wehrmacht. Ik neem het bevel van alle delen van de Duitse Wehrmacht over met de wil om de strijd tegen de bolsjewieken voort te zetten totdat de vechtende troepen en totdat de honderdduizenden families van de Duitse Oostgebieden zijn gered van slavernij of uitroeiing. Tegen de Engelsen en Amerikanen moet ik doorgaan zo ver en zolang ze me de voortzetting van de strijd tegen de bolsjewieken beletten.
…Ik eis discipline en gehoorzaamheid. Alleen door de onvoorwaardelijke uitvoering van mijn bevelen worden chaos en ondergang voorkomen…
De eed van trouw die u aan de Führer hebt afgelegd, is nu zonder enig voorbehoud op mij van toepassing, als de opvolger die door de Führer is aangewezen.
Duitse soldaten, doet uw plicht. Het gaat om het leven van ons volk.[2]
Duitse mannen en vrouwen! In mijn toespraak op 1 mei, waarin ik aan het Duitse volk de dood van de Führer en mijn benoeming als zijn opvolger bekend maakte, beschreef ik het als mijn eerste taak om het leven van Duitse mensen te redden. Om dit doel te bereiken, heb ik in de nacht van 6 op 7 mei aan het oppercommando van de Wehrmacht opdracht gegeven de onvoorwaardelijke overgave van alle vechtende troepen op alle slagvelden te verklaren.
Op 8 mei om 23 uur zwijgen de wapens. De soldaten van de Duitse Wehrmacht, die hun waarde hebben bewezen in talloze veldslagen, slaan de bittere weg in naar gevangenschap en brengen zo hun laatste offer voor het leven van vrouwen en kinderen en voor de toekomst van ons volk. … We moeten de feiten helder onder ogen zien. De fundamenten waarop het Duitse Rijk was gebouwd zijn uiteen gevallen. De eenheid van staat en partij bestaat niet meer. De partij is afgetreden van het toneel van haar werkzaamheid.
Door de bezetting van Duitsland ligt de macht bij de bezettende mogendheden. Het ligt in hun handen of ik en de door mij benoemde rijksregering kunnen opereren. Als ik door mijn ambtelijke activiteit ons vaderland kan steunen en helpen, dan blijf ik in functie totdat de wil van het Duitse volk kan worden uitgedrukt in de benoeming van een staatshoofd, of wanneer de bezettende mogendheden het mij onmogelijk maken mijn ambt voort te zetten. Want alleen de liefde voor Duitsland en de plicht houden mij op mijn moeilijke post. …
We hebben allen een moeilijke weg voor ons. We moeten hem gaan in de waardigheid, moed en discipline die de herinnering aan onze gevallenen van ons vereist. We moeten hem gaan met de wil om al ons werk en onze prestaties aan te drijven zonder welke we niet in ons levensonderhoud kunnen voorzien. We willen hem gaan in de eenheid en gerechtigheid zonder welke we de ellende van de komende tijd niet kunnen doorstaan. We kunnen hem gaan in de hoop dat onze kinderen een vrij en veilig bestaan zullen hebben in een vreedzaam Europa. Ik wil niet bij u achterblijven op dit doornige pad. Als de plicht mij gebiedt om in functie te blijven, zal ik proberen u zoveel mogelijk te helpen.
Als de plicht mij gebiedt te vertrekken, dan zij ook deze stap een dienst aan volk en rijk.[3]