Titel: | Een Duits leven - Het confronterende verhaal van de secretaresse van Joseph Goebbels |
Schrijver: | Brunhilde Pomsel en Thore D. Hansen |
Uitgever: | Xander Uitgevers |
Uitgebracht: | 2017 |
Pagina's: | 240 |
ISBN: | 9789401607483 |
Omschrijving: |
De laatste jaren verschenen er boeken van mensen die in het gevolg van Adolf Hitler en andere leidinggevende nazi’s hadden gewerkt en geleefd. Denk daarbij aan de memoires van Rochus Misch. Er zullen niet veel boeken van oud-medewerkers meer verschijnen aangezien de meesten reeds overleden en de anderen op zeer hoge leeftijd zijn. Een van de laatste boeken is van-en over Brunhilde Pomsel, secretaresse van propagandachef Joseph Goebbels. Op intrigeerde wijze vertelt Pomsel over hoe zij door toeval en door connecties als onervaren en naïef meisje tot in het hart van het nazisysteem kon doordringen. In het boek kijkt zij terug op de tijd van toen en probeert verklaringen te zoeken voor haar handelen in die tijd. Pomsel was apolitiek. Zij omschrijft zichzelf als een meeloper met een opportunistische inslag. Haar baan, haar plichtgevoel en haar verlangen om erbij te horen beïnvloedden haar keuzes.Wat opvalt, is dat Pomsel aangeeft dat zij haar beroep "een baan als alle anderen" vond en dat zij geen idee had van de Holocaust. Zij vertelt dat zij pas na de oorlog iets vernomen heeft over de concentratiekampen en de ongekende massamoord op o.a. Joden. Ja, zij wist wel dat Joden als paria’s bestempeld werden. Zij wist ook dat Joden van het ene op het andere moment verdwenen uit het straatbeeld (ook één van haar beste vriendinnen), maar verder dacht Brunhilde Pomsel er niet over na. De lezer kan zich afvragen wat erger is; de medeplichtigheid aan de Holocaust of het stuitende desinteresse in het lot van een goede Joodse vriend. Brunhilde Pomsel wast haar handen in onschuld. Zij geeft aan dat een soldaat ook zijn plicht moet doen. Op bevel. Dat gold voor haar ook. Zij deed haar plicht, waarvan zij achteraf zegt; "ik zou mijzelf eigenlijk alleen iets kunnen verwijten als ik iemand ten onrechte veel leed zou hebben bezorgd. En zoiets kan ik mij niet herinneren". Net zoals ze zich ook veel andere zaken niet kan herinneren. Pomsel geeft aan dat zij in een klein kringetje leefde, zonder contact met de rest van de wereld. Een kringetje vól met egoïsten en dommeriken. Zij heeft het allemaal niet geweten. Verder zegt ze dat er na 1933 niets meer aan te doen was. Het was te laat. Ze was machteloos. "Maar dat betekent niet dat ik schuldig ben. Ik heb immers niets gedaan, ik voel me niet schuldig". Het tweede deel van het boek is het veel te uitgebreide nawoord van Thore D. Hansen. Hansen schiet compleet uit de bocht en overspoelt de lezer met zijn theorieën en visies op de actualiteit, op basis van het verhaal van Pomsel. In plaats van dat hij een objectieve historische duiding geeft, maakt hij op tenenkrommende wijze vergelijkingen tussen heden en verleden. De politieke ideeën van Hansen worden overduidelijk en dat is niet iets waarop de neutrale lezer op zit te wachten. |
Conclusie: | Het is nog maar iets meer dan 70 jaar geleden dat Pomsel door de Russen werd gearresteerd in de ruïnes van het Derde Rijk. Het verhaal van Pomsel zal bij veel lezers verschillende emoties oproepen: van veroordelend tot begripvol. Het is een tijdsdocument dat ook door de jeugd gelezen zou moeten worden. Delen van de tekst zouden bijvoorbeeld in lesmateriaal verwerkt kunnen worden. Het véél te lange en drammerige verhaal van Hansen doet enorm afbreuk aan de intrigerende memoires van Pomsel die eigenlijk geen enkele uitleg behoeven. De lezer kan zélf wel conclusies trekken. Door de inbreng van Hansen is het rauwe, pure verhaal van Pomsel ondergesneeuwd. En dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. |
Beoordeling: | Redelijk |