"Panzers of the Wehrmacht" (2015) is de Engelse vertaling van "Panzer der Wehrmacht 1933-1945" (Typenkompass) van historicus Alexander Lüdeke. Het boek heeft honderdzevenentwintig bladzijden en geeft een overzicht van de belangrijkste Duitse tanks tussen 1933 en 1945. De inleiding van het boek gaat kort over ontstaansgeschiedenis en inzet van het Duitse tankwapen en geeft tevens een kort overzicht van alle Duitse afkortingen met betrekking tot gepantserde voertuigen. Zo is onder andere de afkorting van ‘Sonderkraftfahrzeug’ weergegeven. In feite is het boek een kleine encyclopedie.

De inhoud van de publicatie is ingedeeld in categorieën: van lichte en middelzware tanks tot zware tanks. Daarnaast worden niet alleen tanks behandeld, maar ook tankjagers als Jagdpanzer IV en de Jagdpanther. In technische termen is een tankjager geen tank. Het onderdeel ‘lichte tanks’ begint bij de Panzerkampfwagen I Ausf. A (uitvoering A) en eindigt bij Panzerkampfwagen II. Lichte tanks van vijandelijke mogendheden worden tevens vermeld (onder andere Panzerkampfwagen 38H). Het gedeelte dat middelzware tanks behandelt begint bij de bekende Panzerkampfwagen 35(t) en 38(t), van oorsprong Tsjechische tanks die in Duitse handen vielen en veelvuldig gebruikt werden tijdens de eerste campagnes van de Wehrmacht. Het deel vervolgt met Panzerkampfwagen III, IV en V versies. Panzerkampfwagen V (Panther) lijkt qua uiterlijk op een zware tank, maar valt onder de middelzware categorie.

Het gedeelte ‘zware tanks’ behandelt de Panzerkampfwagen VI Tiger versies (H1 en E), de Tiger II (Panzerkampfwagen VI Ausf. B Tiger II), de Panzerkampfwagen VIII Maus en de E-100 superzware tank. Dat deel telt negen bladzijden. ‘Tankjagers’ geeft een overzicht van de belangrijkste voertuigen die speciaal gebouwd waren om tanks uit te schakelen. Het begint bij de Panzerjäger I en eindigt met de zeventig ton wegende Jagdtiger. Naast deze categorieën worden aanvalskanonnen en stormgeschut (Stug III versies), houwitser-tanks en AA-tanks (antiluchtdoel) behandeld. Bekende tanks zoals de Flakpanzer IV Wirbelwind, Ostwind en Kugelblitz worden behandeld. De Duitsers maakten bij de constructie van tankjagers, houwitser-tanks en AA-tanks gebruik van verouderde tankonderstellen en rompen. Te denken valt aan de Wirbelwind die gebaseerd is op het onderstel en de romp van de middelzware Panzerkampfwagen IV. Bij elk voertuig staan gedetailleerde technische tabellen die specificaties weergeven. Elk voertuig is voorzien van een historische achtergrond. Het ‘wat’, ‘hoe’ en ‘waarom’ van elk voertuig komt aan bod.

Talloze boeken zijn geschreven over Duitse tanks uit de Tweede Wereldoorlog. Sommige publicaties hebben een academisch karakter, andere werken zijn populair-wetenschappelijk. Lüdeke weet een goed overzicht van de belangrijkste ingezette Duitse voertuigen weer te geven. Meer specialistische literatuur wat betreft Duitse tanks is tegenwoordig voorhanden. De meest gezaghebbende en complete is die van Peter Chamberlain "Encyclopedia Of German Tanks Of World War Two: The Complete Illustrated Dictionary of German Battle Tanks, Armoured Cars, Self-Propelled Guns and Semi-Tracked vehicles" (1999). "Panzers of the Wehrmacht" heeft niet zo’n compleet en gedetailleerd technisch karakter vergeleken met dat werk, maar heeft een rijk scala aan (gekleurd) beeldmateriaal. Diverse getekende modellen van tanks zijn aanwezig en worden vergezeld van kleurenfoto’s uit archieven.

Door de combinatie van tekst en diverse illustraties is het boek niet alleen geschikt voor de specialist, maar tevens voor een breed geïnteresseerd publiek. De publicatie weet technische diepgang en toegankelijkheid te combineren. Interessant is dat zeldzame voertuigen in het boek vermeld worden. Onjuistheden zijn niet veelvuldig aanwezig (op de 60 cm Mörser Gerät 40/41 ‘Thor’ na. Dat voertuig is geen tank, noch een tankjager of een stormgeschut maar een gemechaniseerd stuk artillerie). Andere kanttekeningen kunnen bij het boek geplaatst worden. De technische gegevens gaan bijvoorbeeld niet in op de zij- en achterkantbepantsering van voertuigen. Slechts minima en maxima worden weergegeven. Ook munitieaantallen zijn niet aanwezig. Dat zijn echter kleinigheden. Een groter minpunt van de publicatie is dat er geen literatuurlijst aanwezig is. Verantwoording van het illustratiemateriaal is echter wel aanwezig.

Concluderend: het boek is beknopt en toegankelijk. Geschikt voor specialisten, amateurhistorici en ‘leken’. Het geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste Duitse tanks en andere pantservoertuigen. Jammer is echter dat Lüdeke zijn geraadpleegde literatuur onvermeld laat.