TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Senja was een patrouilleschip van de Noorse Fiskerioppsynstjenesten (Visserijinspectie), die bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog door de Noorse Marine in gebruik werd genomen als patrouilleschip. Na de DUitse inval in Noorwegen, werd het schip als Wachboot Löwe door de Duitsers in gebruik genomen. In 1944 werd het schip Vorpostenboot Löwe. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het schip aanvankelijk via de Noorse Marine terug bij de Noorse visserijinspectie. Later werd het verkocht en als visserijschip in gebruik genomen tot het in de jaren 1970 uit de vaart werd genomen.

    Gegevens


    De Nordkapp, het zusterschip van de Senja Bron: Wilco Vermeer collection
    Gebouwd door:
    Kiel gelegd:
    Te waterlating:
    In dienst:
    Einde:
    Marinens Hovedvaerft Karljohansvern,
    Horten
    1937
    25 augustus 1937
    1937
    mei 1975
    (verschroot)
    Bouwnummer : ?





    Indeling:
    Datum in:
    Datum uit:
    Gegevens:

    1937
    april 1940
    Senja (1937) - Fiskerioppsynstjenesten

    april 1940
    april 1940
    Senja (1937) -  Noorse Marine

    21 oktober 1940
    15 mei 1944
    Wachboot Löwe (NN01) - Kriegsmarine

    15 mei 1944
    december 1944
    Vorpostenboot Löwe (V6315), 63. Vorpostenflottille, Kriegsmarine

    december 1944
    mei 1945
    Vorpostenboot Löwe (V6735), 67. Vorpostenflottille, Kriegsmarine

    mei 1945
    maart 1954
    Fischereischutzboot KV Senja - Noorse Marine

    juni 1957
    1960
    Visserijschip Torodd

    1960
    1 januari 1965
    Visserijschip R-226-A

    1 januari 1965
    oktober 1971
    Visserijschip R-637-K

    oktober 1971
    mei 1975
    Kustvaarder

    Definitielijst

    Kriegsmarine
    Duitse marine, naast de Heer en de Luftwaffe onderdeel van de Duitse Wehrmacht.

    Geschiedenis

    De Senja was een schip uit de Nordkapp-klasse, speciaal gebouwd als Inspectievaartuig voor Visserij voor de Fiskerioppsynstjenesten (Noorse Visserijinspectie). Op 25 augustus 1937 werd het schip tewatergelaten aan de Hovedvaerft Karljohansvern in Horten.[1]

    De oorspronkelijke bewapening bestond uit een 47 mm geschut op het achterschip. Dit werd in januari 1940 vervangen door een stuk 76 mm geschut. Toen de oorlog in april 1940 uitbrak werd het schip direct in gebruik genomen door de Noorse Marine als patrouillevaartuig en ingedeeld bij de 3. Sjöforsvarsdistrikt (3e Zeeverdedigingsdistrikt) en werd ingezet bij de Ofoten afdeling. Het schip was op 8 april in Narvik en inspecteerde van daaruit Duitse vrachtvaarders. Bij haar werk werd het schip op 9 april door de Duitse Torpedobootjager Anton Schmitt (Z22) gedwongen naar de haven van Narvik terug te keren, waar het om 06.30 uur door de Duitsers werd gevorderd en als Wachboot in gebruik werd genomen. In deze hoedanigheid werd het schip bij een bombardement door Fairey Swordfish toestellen van No. 818 Squadron van HMS Furious (47) op 12 april bij Nykaien tot zinken gebracht.

    Het schip werd door de Duitsers geborgen op 12 september 1940 en op 21 oktober in dienst gesteld als Wachboot NN01 Löwe bij de Hafenschutzflottille Narvik. In mei 1944 werd de flottielje omgevormd tot 63. Vorpostenflottille en ontving het schip het kenteken Löwe (V6315). In juli 1944 werd het overgeplaatst naar de 67. Vorpostenflottille met als kenteken Löwe (V6735). Deze laatste eenheid was geformeerd door omvorming van de Hafenschutzflottille Kirkenes en werd qua inzet verlegd naar Melbu.[2]

    In mei 1945 werd de Senja teruggevonden bij Bogen in de Kvaelfjord. Het werd in dienst gesteld bij de Noorse Marine. Na een verbouwing, waarbij de bewapening werd uitgebreid tot één 76/50 Mk 20/21 geschut, één 40/56 Mk 1/2 geschut en twee stuks 20/70 Mk 4 geschut, werd het schip als visserijinspectieschip KV Senja in dienst genomen.

    In maart 1954 werd de Senja buiten dienst gesteld en in 1956 verkocht. Omgebouwd tot 211 BRT grote visserijtrawler, werd het in juni 1957 als Thorodd in gebruik genomen. Buiten het visserijseizoen deed het schip dienst als vrachtschip. In 1960 werd het schip verkocht en ontving het visserijnummer R-226-A. Op 1 januari 1965 kwam het schip in gebruik bij de Kommune Karmoy onder nummer R-637-K. In oktober 1971 volgde een nieuwe verkoop, waarna het schip als kustvaarder in dienst werd genomen. Op 13 maart 1972 werd het schip door brand zwaar beschadigd en moest het worden afgeschreven. In 1975 werd het verkocht om te worden gesloopt en in mei 1975 daadwerkelijk gesloopt.

    Definitielijst

    Torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

    Technische gegevens

     Naam: Senja (1937)
     Callsign/Registratie:
    ?
     Bouwer:
    Marinens Hovedvaerft Karljohansvern, Horten
     Bouwnummer:
    ?
     Type/Klasse:
    Patrouilleboot / Nordkapp-klasse (I)
     Waterverplaatsing:
    243 ton standaard
    279 ton maximaal
     Lengte:
    39,80 meter
     Breedte:
    6,53 meter
     Diepgang:
    2,26 meter
     Aandrijving:
    Twee 6 cilinder 4 takt Sulzer Dieselmotoren von Sulzer
    580 pk
     Snelheid:
    13,7 knopen (24 km/u) bovenwater
     Bereik:
    5.150 km (bij 11 knopen)
     Bewapening:
    1x 47 mm geschut (tot 1940)
    1x 76 mm geschut (vanaf 1940)
     Bemanning
    23

    Noten

    1. Gogin, 2021, pag. 145
    2. Gogin, 2021, pag. 145

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    01-11-2021
    Laatst gewijzigd:
    25-07-2022
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    Marine 1939-1940
    The Battle for Norway
    Fighting Ships of World War Two volume 8