Het Noorse Pantserschip Harald Haarfage was een kustverdedigingsschip van de Tordenskjold-klasse. Ten tijde van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog diende het schip als depotschip. Na de Duitse invasie van Noorwegen werd het schip door de Kriegsmarine verbouwd en in dienst gesteld als drijvende flakbatterij Thetis. Na de oorlog namen de Noren het schip in dienst als verblijfs- en transportschip voor Duitse krijgsgevangenen en als drijvende barak tot het in 1948 werd gesloopt.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Armstrong,
Whitworth & Co, Low Walker |
18 maart 1896 |
4 januari 1897 |
21 maart 1898 |
1948 (sloop) |
Bouwnummer : 648 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
21 maart 1898 |
eind jaren 1930 |
Kustverdedigingsscip
KS Harald Haarfagre |
||
eind jaren 1930 |
mei 1940 |
Depotschip KS Harald
Haarfagre |
||
1 februari 1941 |
mei 1945 |
Flak-Batterie Thetis |
||
1946 |
1947 |
Verblijfsschip KS
Harald Haarfagre |
Het Pantserschip KS Harald Haarfagre werd door de Noorse Marine in Groot-Brittannië besteld als tweede schip binnen de Tordenskjold-klasse. De kiel van het schip werd op 18 maart 1896 als bouwnummer 648 gelegd aan de werf van Armstrong, Whitworth & Co te Low Walker. Op 4 januari 1879 werd het schip te water gelaten en op 21 maart 1898 afgeleverd. Het schip wed vernoemd naar Harald I, de eerste koning van het grootste deel van de Noorse kustgebieden.[1]
De Harald Haarfagre en haar zusterschip KS Tordenskjold werden, samen met de Kustverdedigingsschepen KS Eidsvold en KS Norge besteld om een eventueel Zweeds ingrijpen in de verzelfstandiging van Noorwegen uit de Noors-Zweedse unie te weerstaan. Het Noorse parlement bestelde de schepen in 1905 in Engeland. Voorheen werden schepen voor de Noorse Marine in Zweden gebouwd maar vanwege de spanningen tussen de twee uniegenoten werd tot bestelling in Engeland besloten. De bouwopdracht gold voor twee schepen van 3.500 to met twee geschutstorens met een enkel 21 cm geschut (bepantsering 203 mm) en een 12 cm geschut in een midden opgestelde batterij. Het schip was een typisch pantserschip uit de pre-Dreadnought tijd. Het ruim 92 meter lange schip met een 3.435 ton waterverplaatsing werd aangedreven door twee stoommachines van 4.500 pk. Deze samenstelling kon een snelheid bereiken van bijna 17 knopen (31,5 km/u). DE bewapening zou uiteindelijk bestaan uit twee enkelloops torens met elk een 21 cm geschut, zes stuks 12 cm geschut, zes stuks 76 mm geschut, zes stuks 37 mm/43 kaliber snelvuurgeschut en twee onder de waterlinie aangebrachte 450 mm torpedolanceerbuizen. Het pantserdek en de pantsergordel waren beide uitgevoerd in 178 mm dik pantserstaal. Het schip had een bemanning van 245 manschappen.[2][3]
Tot ver in het interbellum werd de Harald Haarfagre ingezet tijdens patrouilles langs de Noorse kust, werd et ingezet bij buitenlandse bezoeken en als escorte voor schepen die het Noorse koningshuis vervoerden tijdens buitenlandse reizen. De bedoeling was dat beide schepen uit de Tordenskjold-klasse worden vervangen door de in 1912 in Groot-Brittannië op stapel gezette pantserschepen uit de Bjorgvin-klasse. Vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden deze schepen echter door Groot-Brittannië in beslag genomen en ingezet bij de Royal Navy. De Harald Haarfagre bleef samen met haar zusterschip hierdoor de ruggengraat van de Noorse Marine tot ver in de jaren 1930. Gedurende de tweede helft van de jaren 1930 werd het schip uit de vaart genomen en opgelegd. Haar hoofdgeschut werd verwijderd en gebruikt als kustbatterij. De aandrijving bleef wel aanwezig en het schip werd voornamelijk als depotschip gebruikt.
Na de Duitse invasie in Noorwegen tijdens Weserübung-Nord, werd het schip door de Kriegsmarine buitgemaakt en overgebracht naar de Deutschen Werke in Kiel. Hier werd het schip omgebouwd tot varende luchtafweerbatterij. Op 1 februari 1941 werd het schip als Thetis bij de Kriegsmarine in dienst gesteld.[4]
Naam: | KS Harald Haarfagre |
Callsign/Registratie: |
? / ? |
Bouwer: |
Armstrong, Whitworth & Co,
Low Walker |
Bouwnummer: |
648 |
Type/Klasse: |
Pantserschip, Depotschip /
Tordenskjold-klasse |
Waterverplaatsing: |
3.435 ton (gebouwd) 3.380 ton (standaard) |
Lengte: |
92,70 meter |
Breedte: |
14,80 meter |
Diepgang: |
5,38 meter |
Aandrijving: |
3 cilinderketel 2 x drieweg-stoommachine 4.750 Pk 2 schachten |
Snelheid: |
16,9 knopen (29,63 km/h) |
Bereik: |
9.260 km bij 10 knopen (18,52
km/h) |
Bewapening: |
2x1 210 mm-L/45 geschut 6x1 120 mm-L/45snelvuurgeschut 6x1 76 mm geschut 6x1 37 mm/43 snelvuurgeschut 2x1 450 mm torpedolanceerbuizen |
Bemanning |
225 |
Nadat het schip als Thetis in 1941 in dienst van de Kriegsmarine kwam, had het een waterverplaatsing gekregen van 3.858 ton. De bewapening bestond uit zes stuks 10,5 cm Flak 38 geschut, twee stuks 40 mm Bofors luchtafweergeschut en 14 stuks 20 mm Flak 30 geschut. De aandrijving was behouden waardoor het schip, als één van de weinige tot Flak-Batterie omgebouwde schepen, zich zelfstandig kon verplaatsen.[5][6]
De Thetis werd ingezet in de fjorden van noord Noorwegen. Hierbij diende het onder andere als luchtafweer voor het slagschip Tirpitz in de Altafjord. Vanaf herfst 1944 vestigde de Kriegsmarine een U-Boot basis in de Kilbotnbocht, ten zuiden van Harstad. Hier werd de Thetis naartoe gezonden als luchtafweer. Een zware luchtaanval door de RAF op deze basis op 4 mei 1945, onder de codenaam Operatie Judgement, vernielde diverse schepen en installaties op de basis, maar de Thetis bleef onbeschadigd. Het schip lag op dat moment op een moeilijker bereikbare locatie aan de westoever.
Hierdoor kwam het schip onbeschadigd in handen van de Noorse marine toen Noorwegen bevrijd werd. Het schip ontving opnieuw haar naam Harald Haarfagre. Het luchtafweergeschut werd verwijderd en door de Noorse Marine ingezet in de kustverdediging. De romp van het schip werd verbouwd tot verblijfsschip. Ook dit keer werd de aandrijving behouden. Naast haar functie als verblijfsschip werd de Harald Haarfagre ook ingezet voor het transport van Duitse krijgsgevangenen. In 1947 werd de Harald Haarfagre afgeschreven en verkocht voor schroot. De sloop vond in 1948 plaats.[7]
Naam: | Thetis |
Callsign/Registratie: |
? / ? |
Bouwer: |
Deutschen Werken, Kiel (ombouw) |
Bouwnummer: |
nvt |
Type/Klasse: |
Flakschiff, Flak-Batterie |
Waterverplaatsing: |
3.858 ton (standaard) |
Lengte: |
92,70 meter |
Breedte: |
14,80 meter |
Diepgang: |
? meter |
Aandrijving: |
3 cilinderketel 2 x drieweg-stoommachine 4.750 Pk 2 schachten |
Snelheid: |
14 knopen (25,93 km/h) |
Bereik: |
? km bij 10 knopen (? km/h) |
Bewapening: |
6x110,5-cm-Flak 38
luchtafweergeschut 2x1 40 mm Bofors luchtafweergeschut 14x1 2-cm-Flak 30 luchtafweergeschut |
Bemanning |
? |