In 24 jaar tijd, maakte Mark Wayne Clark (1896 - 1984) een bliksemcarrière in het Amerikaanse leger en bracht hij het tot generaal. Toen hij in november 1942 bevorderd werd tot Lieutenant-General was hij de jongste driesterrengeneraal ooit in het Amerikaanse leger. In een biografie, uitgegeven door de U.S. Army, wordt gesteld dat Clark dit deels te danken had aan zijn professionele relatie met generaal George Marshall en zijn vriendschap met generaal Dwight Eisenhower. Eisenhower stelt echter dat Clark dit te danken had aan zijn geweldige capaciteiten.
Mark Wayne Clark werd geboren op 1 mei 1896 in New York. Het grootste gedeelte van zijn jeugd bracht hij door in de staat Illinois aangezien zijn vader, Charles Carr Clark, als infanterieofficier was geplaatst in Fort Sheridan. De moeder van Clark was huisvrouw. Zijn militaire loopbaan begon Clark met een opleiding aan de bekende militaire academie West Point. Reeds in juni 1913, op 17 jarige leeftijd werd hij toegelaten tot deze vierjarige opleiding. Tijdens zijn opleiding speelden verschillende ziektes hem parten, maar in 1917 studeerde hij af. Tijdens deze opleiding raakte hij bevriend met de latere generaal Dwight Eisenhower. Op het moment dat Clark afstudeerde, was de Eerste Wereldoorlog in volle gang. Zelf kwam hij in actie in de Franse Vogezen, waar hij in de strijd gewond raakte. Tijdens zijn revalidatie werd Clark overgeplaatst naar het hoofdkwartier van de "First United States Army", waardoor hij tijdens de Eerste Wereldoorlog niet meer in actie kwam aan het front.
In de periode tussen de twee wereldoorlogen bekleedde Clark diverse functies binnen het Amerikaanse leger en werd hij enkele malen bevorderd. Zo werd hij in deze periode van Captain bevorderd tot aan Lieutenant Colonel en diende hij voornamelijk als militair instructeur. Op 4 augustus 1941, enkele maanden voordat de Verenigde Staten gingen deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog, werd Clark bevorderd tot Brigadier-General. In augustus en september 1941, vonden er tijdens de zogenaamde Louisiana Maneuvers grootscheepse militaire oefeningen plaats in de Amerikaanse staat Louisiana. Aan deze oefeningen namen omstreeks 400.000 militairen deel, verdeeld over 19 divisies. Het immense oeffenterrein van maar liefst 8800 km2 ongebruikt land, werd geselecteerd door General Leslie McNair en Clark zelf. Eisenhower vertelde later dat zijn oude vriendschap met Clark door deze oefeningen hernieuwd werd. Over de kwaliteiten van Clark schrijft Eisenhower: "Hij en ik werkten voortdurend samen tijdens de vele fasen van de veldoefeningen waarvan wij beiden zo genoten, en ik kreeg een blijvende eerbied voor zijn kundigheden als ontwerper van plannen, als leider van manoeuvres en als organisator, die ik door geen andere officier heb zien overtreffen."
Toen Eisenhower in het voorjaar van 1942 van generaal Marshall bevel kreeg om in Groot-Brittannië de mogelijkheden voor de toekomstige organisatie van de Amerikaanse strijdkrachten te onderzoeken, vroeg hij toestemming om Clark mee te nemen. Dit verzoek werd gehonoreerd. In juni 1942 vertrok Clark naar Groot-Brittannië. In de maanden die volgden zou hij verscheidene functies bekleden. Zo werd hij in juli 1942 benoemd tot bevelhebber van het II Corps. Nog geen maand later stroomde hij door naar de functie Commanding General, Army Forces European Theater of Operations (bevelvoerend generaal van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa) en werd hij op 17 augustus 1942 bevorderd tot Major-General. Het duurde tot oktober van dat jaar tot hij opnieuw een nieuwe functie kreeg, die van Deputy Commander of Allied Forces, North Africa (plaatsvervangend opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Noord-Afrika). Clarks taken strekten zich uit tot het plannen en opdracht geven tot het trainen van de geallieerde strijdkrachten voor Operatie Torch. Eisenhower was tevreden met de keuze om Clark te benoemen als zijn plaatsvervanger: "Hij was betrekkelijk jong, doch een buitengewoon bekwaam beroepsofficier, die de kunst verstond uitstekende medewerkers te kiezen en het moreel van zijn staf op een hoog peil te brengen. […] Meer dan iemand anders was Clark de bewerker van de doeltreffende coördinatie der verschillende delen van dit eerste Geallieerde plan voor een amfibie-aanval in de Middelandse Zee." Hieruit blijkt dat Eisenhower alle vertrouwen had in de capaciteiten van Clark. Een deel van de voorbereidingen voor deze operatie betrof de onderhandelingen met Vichy-Frankrijk. Deze onderhandelingen waren noodzakelijk, omdat militaire troepen van Vichy-Frankrijk zich in Marokko bevonden. Clark vertrok enkele weken voor het begin van de operatie per onderzeeboot naar Cherchell in Algerije om te onderhandelen. Eisenhower koos hem persoonlijk uit om aan deze missie deel te nemen. De onderhandelingen vonden plaats op 21 en 22 oktober 1942. Tijdens deze missie ontvingen de geallieerden de belofte van Vichy-Frankrijk dat ze zouden meewerken. Na deze onderhandelingen werd Clark op 11 november 1942 gepromoveerd tot Lieutenant-General.
Op 4 januari 1943 werd het eerste Amerikaanse Leger overzee geformeerd. Dit leger werd het "Fifth United States Army" genoemd. Clark werd aangewezen als bevelhebber van dit leger. Zij hoofdtaak was het voorbereiden van de Amerikaanse troepen op Operatie Avalance, de landingen bij Salerno die plaatsvonden op 9 september 1943. De Duitse troepen boden hevig verzet. Enkele dagen na de landing, op 13 september, brak het Duitse verzet in alle hevigheid los. De Duitsers bouwden de druk in het centrum van het geallieerde bruggenhoofd zo zwaar op, dat de kans bestond dat de gecombineerde strijdkrachten in tweeën gedeeld zouden worden. Hierdoor was Clark genoodzaakt een voorlopig plan op te stellen om zijn hoofdkwartier weer in te schepen en zijn troepen van elders leiding te geven. Zover heeft het niet hoeven komen. Het is opvallend dat de Britten Clark slecht leiderschap verweten, terwijl Eisenhower stelt: "Hij toonde zich een prachtig leider in het gevecht; hij bevestigde volkomen het persoonlijke vertrouwen, dat mij er toe had gebracht hem op zulk een belangrijke post te benoemen." Hoewel er niet direct verbanden te leggen zijn met deze gebeurtenissen, is het wel opvallend dat enkele dagen later, op 16 september, Eisenhower op verzoek van Clark een van diens korpscommandanten ontsloeg. Eisenhower voldeed met enige schroom aan dit verzoek.
Over het optreden van Clark tijdens de Tweede Wereldoorlog bestaan er enkele controverses. Clark gaf op 15 februari 1944, tijdens de Slag om Monte Cassino, opdracht om de abdij te bombarderen. Het bevel dat afgegeven werd door Clark was gebaseerd op het bevel van een meerdere. Hierdoor wordt Clark door sommigen verantwoordelijk gehouden voor dit bombardement. In feite twijfelden Clark en zijn chef-staf Alfred Gruenther aan het strategische belang om Monte Cassino te bombarderen. Clark heeft zijn meerdere generaal Sir Harold Alexander onder druk gezet: "U geeft mij een direct bevel, en wij zullen dit uitvoeren." Clark ontving dit bevel, waarop hij het bombardement liet uitvoeren. Op 4 juni 1944 werd Rome door het U.S. VI Corps ingenomen. Dit is het bekendste wapenfeit van Clark geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Om Rome in te nemen, negeerde hij een bevel van generaal Alexander. Hierdoor slaagde hij er niet in om het gat in de Duitse linies, dat ontstaan was na de verovering van Monte Cassino, op te vullen. Een fors aantal Duitse eenheden wist hierdoor te ontsnappen, om uiteindelijk de Gotenlinie te versterken. Voor de bevrijding van Rome werd Clark persoonlijk bedankt door paus Pius XII.
In december 1944 verving Clark generaal Alexander als commandant van het 15e Legergroep, hij voerde vanaf dat moment het bevel over alle geallieerde grondtroepen in Italië. Op 10 maart 1945 werd Clark tot generaal bevorderd. Aan het einde van de oorlog was Clark bevelhebber van alle geallieerde strijdkrachten in Italië en in een later stadium U.S. High Commissioner in Oostenrijk.
Na de Tweede Wereldoorlog diende Clark in diverse functies binnen het Amerikaanse leger. In januari 1947 keerde hij terug naar de Verenigde Staten en kreeg het bevel over de 6th Army. Ruim twee jaar later werd hij opperbevelhebber van de Amerikaanse grondtroepen. Op 12 mei 1952, tijdens de Koreaanse oorlog, volgde Clark Matthew Ridgway op als bevelhebber van de strijdkrachten van de Verenigde Naties. In deze hoedanigheid ondertekende Clark een staakt-het-vuren met Noord-Korea in 1953. Deze overeenkomst is tot op de dag van vandaag van kracht.
Na zijn pensionering, werd Clark benoemd tot president van The Citadel, een militair college in South Carolina. Deze functie bekleedde hij van 1954 tot 1966. Eveneens schreef hij in deze periode zijn memoires.
Mark Wayne Clark stierf op 17 april 1984 op de leeftijd van 87 jaar.