Titel: | De oorsprong van het nazigeweld - een Europese genealogie |
Schrijver: | Enzo Traverso |
Uitgever: | Verbum |
Uitgebracht: | januari 2010 |
Pagina's: | 160 |
ISBN: | 978907427430 |
Omschrijving: |
Sommige gebeurtenissen in de geschiedenis zijn zo extreem dat ze loodrecht lijken te staan op alle andere ontwikkelingen in die tijd. De Holocaust is zo’n gebeurtenis: in het geciviliseerde Duitsland van de twintigste eeuw – een moderne, geïndustrialiseerde samenleving – werden circa 6 miljoen Joden het slachtoffer van genocide. Het lijkt een stap ver terug in de tijd, terug naar de barbarij van primitieve volkeren die elkaar afslachtten met speren en zwaarden. De uitroeiing van de Joden was echter allesbehalve primitief, zo betoogt de Italiaanse historicus Enzo Traverso, die werkzaam is als professor aan de Université de Picardie Jules Verne te Amiens. Evenmin was de Holocaust volgens hem een geïsoleerde gebeurtenis binnen de moderne geschiedenis, die volkomen losstaat van hetgeen eraan voorafging. Integendeel, de Holocaust sluit aan bij ontwikkelingen van de late negentiende en de twintigste eeuw en de massamoord werd uitgevoerd met behulp van moderne principes op het gebied van industrialisatie en management. Het essay waarin Traverso deze stellingname uiteenzet is door uitgeverij Verbum in boekvorm uitgebracht met als titel: "De oorsprong van het nazigeweld". Traverso ziet elementen van continuïteit in de geschiedenis waar veel andere Holocaustonderzoekers aan voorbijgaan. Zo haalt hij de genociden aan die plaatsvonden als onderdeel van het westerse kolonisatiebeleid. De zich superieur achtende westerse kolonisatoren maakten in totaal in de tweede helft van de negentiende eeuw 50 à 60 miljoen slachtoffers onder de oorspronkelijke bewoners van Azië en Afrika. "We zullen ze neermaaien als rijpe halmen", zo verkondigde de jonge Winston Churchill in 1898 aan de vooravond van de slachting van 11.000 Sudanese krijgers, die geen partij waren voor de met moderne machinegeweren bewapende Britten. In het begin van de twintigste eeuw vertoonden de Duitse koloniale oorlogen in Afrika volgens Traverso al kenmerken van de uitroeiingscampagne van de Einsatzgruppen in de Sovjet-Unie. In 1904 werd een "vernietigingsbevel" uitgevaardigd in de strijd tegen de Hereros in het huidige Namibië: er mochten geen gevangenen genomen worden en vrouwen en kinderen moesten aan hun lot overgelaten worden. De stam was een jaar later teruggebracht tot minder dan een kwart van de oorspronkelijke omvang. Generaal Von Trotha, de verantwoordelijke Duitse bevelhebber, noemde de uitroeiing van de Hereros een "rassenstrijd", waarbij het darwiniaanse recht van de sterkste gold boven het volkenrecht. Ook de slachtingen tijdens de Eerste Wereldoorlog ziet Traverso als een voorbode van het nazigeweld. 13 miljoen mensen werden het slachtoffer van een moderne oorlog waarin het doden teruggebracht was tot een machinale handeling. Een oorlogscorrespondent aan het westelijk front sprak van "een oorlog tussen industriële werkplaatsen [waarin] de loopgraven fabrieken zijn die vernieling produceren, vernieling van geest en lichaam, de regelrechte dood". Propaganda zorgde voor een ontmenselijking van de vijand en had niet zelden een racistische ondertoon, vergelijkbaar met de antisemitische propaganda van de nazi’s. Zo werd de Duitsers door de Britten een aangeboren barbaarsheid toegeschreven en werden de zwarte soldaten in de Britse en Franse legers door de Duitsers neergezet als kannibalen. De grenzen tussen het slagveld en de burgermaatschappij vervaagden: steden vielen ten prooi aan bombardementen en burgers van vijandelijke naties werden gedeporteerd en geïnterneerd in kampen die sterke overeenkomsten vertoonden met de latere concentratiekampen van het Derde Rijk. De ontmenselijking van de vijand en de onverschilligheid ten opzichte van het menselijke leven tijdens de Eerste Wereldoorlog vormden een belangrijke voedingsbodem voor de uitroeiingspraktijken van de nazi’s tijdens de daaropvolgende oorlog, zo luidt het standpunt van Traverso. Traverso plaatst het antisemitisme dat leidde tot de Holocaust ook in breder West-Europees perspectief. Het idee dat het Russische bolsjewisme geleid werd door de Joden, zoals beweerd werd door Hitler, was volgens hem gemeengoed binnen liberale en nationalistische heersende elites in verschillende West-Europese landen, waaronder Groot-Brittannië. In juni 1920 werd de Russisch-Joodse revolutionair Leon Trotski in The Times uit Londen afgeschilderd "als de dirigent van een Joodse Internationale die de planeet wilde veroveren". Churchill beschreef het Joodse element als "de kracht die zich achter elke subversieve beweging van de negentiende eeuw verschool". Nergens anders dan in Duitsland ontwikkelden dergelijke antisemitische ideeën zich echter tot een overheidsprogramma gericht op de uitroeiing van de Joden. Traverso concludeert daarom dat er in Duitsland sprake was van een unieke samensmelting van factoren. Daartoe rekent hij niet alleen de historische voorgeschiedenis (o.a. de koloniale oorlogen en de Eerste Wereldoorlog), maar ook bijvoorbeeld de uitvinding van de guillotine gedurende de Franse Revolutie (moord door middel van één machinale handeling), de invoering van de theorieën van autofabrikant Henry Ford op het gebied van productie en werkorganisatie (in de vernietigingskampen was er ook figuurlijk sprake van lopendebandwerk) en de ideeën op het gebied van eugenetica (rasverbetering). Al die factoren waren op zichzelf niet uniek voor Duitsland, maar elk afzonderlijk juist kenmerkend voor de Europese maatschappij van die tijd (ook buiten Duitsland was eugenetica bijvoorbeeld een geaccepteerde wetenschap). De basis van de Holocaust moet dus volgens Traverso niet gezocht worden in het afwijkende, maar juist in het normale. De vraag waarom deze unieke samensmelting van factoren nu juist in Duitsland plaatsvond en niet in bijvoorbeeld Frankrijk of Groot-Brittannië (waar eveneens sprake was van vergelijkbare factoren) blijft helaas onvoldoende beantwoord. Bij het beschrijven van de ontstaansgeschiedenis van de Holocaust beperken veel historici zich tot Duitsland. Vaak gaan ze daarbij ook niet verder terug in de tijd dan de Eerste Wereldoorlog. Traverso toont aan dat je voor een beter begrip verder terug moet in de tijd en dat je vanuit een meer internationaal perspectief moet kijken. Niet eerder werd de uitroeiing van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog zo expliciet in het perspectief geplaatst van de genocide van de koloniale oorlogen en de massaslachting tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook de internationale ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld oorlogsvoering, propaganda, industrialisatie en eugenetica werden er niet eerder zo direct mee in verband gebracht. Hét antwoord op de prangende vraag waarom de Holocaust nu juist in Duitsland tot stand kwam heeft Traverso ook niet, maar hij helpt wel bij het beter begrijpen ervan. Het boek is dus een originele aanvulling op hetgeen al over de ontstaansgeschiedenis van de Holocaust geschreven is. Helaas is het taalgebruik ingewikkeld en is het mede daarom moeilijk leesbaar voor lezers zonder voldoende voorkennis van het beschreven onderwerp. Dat is ontzettend jammer, want juist een boek met een dergelijke inhoud zou gelezen en begrepen moeten kunnen worden door een veel groter publiek. |
Beoordeling: | Goed |