De vier motorige Avro Lancaster werd waarschijnlijk wel de meest succesvolle zware bommenwerper van alle welke door Bomber Command van de RAF zijn gebruikt. Aanvankelijk ontworpen als de 2 motorige Avro Manchester, werd het verbeterde ontwerp voor de vier motorige Avro Lancaster een succes. De ongeveer 7300 gebouwde exemplaren vlogen maar liefst bij 59 squadrons en wierpen in de ruim 156.000 uitgevoerde vluchten meer dan 608.000 ton bommen af.
Toen het Britse Luchtvaartministerie de Specification P.13/36 uitvaardigde ten behoeve van een twee motorige bommenwerper voor langere afstanden, besloot de firma A.V. Roe Aircraft Co. (Avro) de strijd aan te binden met een ontwerp aangeduid als type 679. In februari 1937 werd het ontwerp van Avro geselecteerd, samen met dat van Handley Page (Handley Page Halifax). Avro kreeg in april 1937 opdracht tot de productie van twee prototypen, de L7246 en de L7247.[1]
De specificatie vroeg om een zware bommenwerper met zes bemanningsleden, twee aangedreven geschutskoepels, één in de neus (2 mitrailleurs) en één in de staart (vier mitrailleurs) een bereik van meer dan 3300 km met een topsnelheid van 445 km/u op 4,5 km hoogte. Het toestel moest 3600 kg aan bommenlast kunnen meevoeren en zou worden aangedreven door de Rolls Royce Vulture X motoren.[2] Door de langzame ontwikkeling en de grote problemen met deze motoren duurde de ontwikkeling van het toestel zeer lang. Op 25 juli 1939 maakte het prototype een eerste vlucht.[3] Het door twee Vulture X (vermogen van 1845 pk elk) aangedreven toestel had ondertussen de naam Avro Manchester gekregen. De motoren bleven echter problemen veroorzaken en het toestel was nagenoeg onbruikbaar. Operationele inzet in februari 1941 resulteerde in een debacle en tegen 1942 waren alle Manchester toestellen teruggetrokken uit operationele diensten.[4]
Na 202 gebouwde toestellen ontstond een ontwerp voor de Manchester Mk. II, met twee Bristol Centaurus motoren en de Manchester Mk. III, met vier Rolls Royce Merlin X motoren. Dit laatste ontwerp zag er zo veelbelovend uit dat een Manchester Mk. I als prototype werd omgebouwd. Het model kreeg een nieuw typenummer, type 683, en later een nieuwe naam, de Avro Lancaster. De eerste vlucht van het prototype BT308 vond plaats op 9 januari 1941 en het toestel voldeed voortreffelijk.[5] Nadat bij het tweede prototype in mei 1941 de spanwijdte van het staartstuk nog iets was vergroot, was de definitieve Lancaster B.I (Mk I) ontstaan. Het eerste productietoestel van de Lancaster, de L7527, vloog in oktober 1941.[6] De eerste toestellen kwamen in december 1941 in dienst bij No. 44 Squadron, Royal Air Force.[7] Op 3 maart 1942 zouden vier Avro Lancaster toestellen tijdens de eerste Lancaster missie mijnen leggen in Duitse wateren.[8]
De Lancaster zou hierna in diverse varianten worden gebouwd in Groot-Brittannië en in Canada. Het totale productieaantal is onbekend gebleven maar wordt op 7377 gehouden door de meeste auteurs.[9] Naast de bommenwerper werd direct van de Avro Lancaster een transportvliegtuig afgeleid, de Avro York waar er 250 van zouden worden geproduceerd. Een Mk I werd in 1942 volledig gestript van militaire materialen naar Canada gezonden en gebruikt voor de constructie van een passagierstoestel. Bij het Canadese Victory Aircraft werd zo de Avro Lancastrian Mk I ontwikkeld voor het vervoer van tien passagiers. De Royal Air Force bestelde 60 toestellen waarvan de helft naar BOAC gingen. Een grotere variant van de Avro Lancaster zou het licht zien als Avro Lincoln en na de Tweede Wereldoorlog zou vanuit de Avro Lincoln een maritieme verkenner worden ontwikkeld, de Avro Shackleton.[10]
Na de Tweede Wereldoorlog bleef de Lancaster nog dienst doen. Ze werden toen gebruikt voor fotoverkenning, als tankvliegtuig en voor transportdoeleinden. De laatste RAF Lancaster werd pas in 1956 uit dienst genomen. Canada, Frankrijk, Egypte en Argentinië hebben na de oorlog nog gebruik gemaakt van het toestel.
Avro 679 |
Ontwerp 2 motorige Avro Manchester |
|
Avro 683
Manchester III |
Ontwerp 4 motorige
Avro Lancaster |
|
Avro Lancaster Mk I |
||
Avro Lancaster B.I |
Productieserie met Rolls-Royce Merlin
XX motoren |
|
Avro Lancaster B.I
(Special) |
Aangepaste serie
voor transport en afwerpen Tallboy rn Grand
Slam bommen |
32 |
Avro Lancaster PR.1 |
Fotoverkenner op basis van de B.I |
|
Avro Lancaster B.I
(FE) |
Aan tropen
aangepaste B.I voor inzet in het Verre Oosten |
|
Avro Lancaster Mk II |
||
Avro Lancaster B.II |
Productieserie met
Bristol Hercules VI of XVI motoren |
300 |
Avro Lancaster Mk III |
||
Avro Lancaster
B.III |
Productieserie met door Packard
gebouwde Rolls-Royce Merlin XX motoren |
3030 |
Avro Lancaster
B.III (Special) |
Aangepaste serie voor transport en
afwerpen Upkeep springende bommen |
23 |
Avro Lancaster
ASR.III/ASR.3 |
B.III aangepast
voor Air-Sea Rescue missies |
|
Avro Lancaster
GR.3/MR.3 |
B.III aangepast
voor maritieme verkenningen |
|
Avro Lancaster Mk IV / Avro Lincoln Mk I |
||
Avro Lancaster B.IV |
Vergrote versie met Merlin 85 (binnen)
en Merlin 68 (buiten) motoren, werd Avro Lincoln B.1 |
|
Avro Lancaster Mk V / Avro Lincoln Mk II |
||
Avro Lancaster B.V |
Vergrote versie
met Merlin 85 motoren, werd Avro Lincoln B.2 |
|
Avro Lancaster Mk VI |
||
Avro Lancaster B.VI |
Variant met Merlin
85/87 motoren |
9 |
Avro Lancaster Mk VII |
||
Avro Lancaster
B.VII |
Laatste
productieserie met aangepaste rugkoepel |
230 |
Avro Lancaster B.VII (FE) |
Aan tropen aangepaste B.VII voor
inzet in het Verre Oosten |
|
Avro Lancaster B VII "Western
Union" |
Variant voor Frankrijk |
|
Avro Lancaster Mk X |
||
Avro Lancaster B.X |
In Canada
geproduceerde B.III |
430 |
Avro Lancaster Mk XV / Avro Lincoln Mk XV |
||
Avro Lancaster B.XV |
In Canada geproduceerde B.IV,
werd Avro Lincoln XV |
1 |
De eerste Lancaster Mk I vloog in oktober 1941 en op kerstavond van dat jaar kreeg Squadron 44 de eerste drie toestellen. De eerste operationele vluchten volgden in maart 1942. De Mk. I wad duidelijk afgeleid van de Manchester en was nagenoeg gelijk aan het tweede prototype. De van de Manchester overgenomen geschutskoepel in de buik bleek zo weinig te worden gebruikt dat deze in de praktijk vaak werd verwijderd.
Het vliegtuig bleek een groot succes te zijn voor de nachtelijke bombardementen door Bomber Command en werd gaandeweg de productie diverse malen aangepast aan eisen uit de praktijk. Zo werd het bommenruim vergroot, waardoor een bom van 3629 kg kon worden vervoerd. De toestellen met vergrote bommenlast, werden doorgaans Lancaster B. Mk.I genoemd maar een ander typeaanduiding werd aanvankelijk niet toegepast.[11] Dit werd later herhaald en na verwijdering van de bomluiken kon zelfs de 9979 kg zware Grand Slam-bom worden meegenomen. Ook de motoren werden gaandeweg aangepast. Werd aanvankelijk de Rolls Royce Merlin XX standaard, later werd dat de Merlin 22 en weer later de Merlin 24, waardoor natuurlijk de prestaties, zoals snelheid, bereik en mee te dragen bommenlast toenamen.
Het uiteindelijke toestel, dat in staat was de Grand Slam-bom te vervoeren werd aangeduid als Lancaster B. Mk. I (Special). Bij deze toestellen werd de rugkoepel en neuskoepel verwijderd. Twee 'specials' de HK541 en SW244 werden als test voorzien van een grote extra brandstoftank voor inzet in de Pacific.[12]
Het was uitgevoerd met verbeterde H2S navigatie radar en Merlin 24 motoren. Van dit type zijn er na augustus 1943 totaal 33 exemplaren gebouwd, welke alleen in Europa zijn ingezet.
In de herfst van 1944 kwam men op de gedachte om de Lancaster ook voor het Verre Oosten te gaan gebruiken. Hiertoe werd het toestel aangepast door onder andere de rugkoepel te verwijderen en extra brandstoftanks te plaatsen. Vanaf 1945 kon men de zo ontstane Lancaster B. Mk I (FE) inzetten. In tegenstelling tot de 7.7 vierling machinegeweren bij de B.I, ontving de B.I (FE) een Fraser Nash FN.82 staartkoepel met twee 12,7 mm machinegeweren.[13]
Een aantal als fotoverkenner ingerichte toestellen opereerde bij No. 82 Squadron en No. 541 Squadron. Hierbij was de gehele defensieve bewapening verwijderd en werd een hoog resolutie camera in het bommenruim geplaatst. Deze Avro Lancaster PR.1 werd ook na de Tweede Wereldoorlog ingezet bij No. 683 (PR) Squadron, welke pas in 1953 werd opgeheven.
Type: | Avro Lancaster B.Mk
I[14] |
Taak: |
Zware bommenwerper |
Bemanning: |
7 |
Spanwijdte: |
31,09 meter |
Vleugeloppervlakte: |
120,77 m2 |
Lengte: |
21,18 meter |
Hoogte: |
6,30 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 16.705 kg Max. gewicht: 31.751 kg |
Motor: |
4x Rolls Royce Merlin XXVI 12 cilinders 1.223 kW, 1.640 pk per motor |
Snelheid: |
Max. snelheid: 462 km/u |
Bereik: |
4.070 km (beladen) |
Plafond: |
7.470 meter |
Bewapening: |
8x 7,7 mm machinegewren 6.350 kg bommenlast 9.979 kg (Special) |
Productie: |
onbekend (ca 3.425) |
Eind 1941 ontstond er door de veelvuldige inzet, een tekort aan Rolls Royce Merlin motoren en werd gekozen voor de Bristol Hercules VI, met een vermogen van 1650 pk. Van de twee geplande prototypes werd er maar één gebouwd, die in november 1941 de eerste vlucht maakte. De prestaties waren vergelijkbaar met die van de Mk.I. Van dit type werden maar 300 exemplaren gebouwd door de Armstrong Whitworth-fabriek. Ook hier werden gaandeweg verbeteringen aangebracht, waardoor de Lancaster B.II oftewel Mk II met Bristol Hercules XVI motoren ontstond. Mede door inzet van in licentie gebouwde Merlin motoren in de Verenigde Staten bleef de aanvoer echter op peil en werden 300 B.II toestellen gebouwd.[15]
Nagenoeg gelijk aan de Mk I, echter met de in Amerika gebouwde Packard motoren ontstond de B.III oftewel Mk. III. Het eerste prototype was een omgebouwde Mk. I en vloog in augustus 1942. De eerste productietoestellen volgden nog in datzelfde jaar. Ook bij dit type werden door vergroting van het bommenruim versies ontwikkeld, aangeduid als Lancaster B. Mk III. Ook hier werd de buikkoepel later weggelaten. Voorts werden bij latere exemplaren de vier 7,7 mitrailleurs in de staart vervangen door twee 12,7 mm Browning machinegeweren.
In 1943 waren het 23 toestellen van dit type die werden uitgekozen om te worden verbouwd tot "Dam Busters". Uitgerust met een katapultsysteem, waarmee een cilindervormige, roterende bom werd neergelaten, werden de toestellen door 617th Squadron gebruikt om de dammen in de Eder, Schwelme, Möhne en Sorpe-rivieren te bombarderen. Hiermee werd getracht de elektriciteitsvoorziening van het industriële hart van Duitsland lam te leggen. Een opzet die gedurende korte tijd zeker succes had.
Na de Tweede Wereldoorlog werden verscheidene Mk III toestellen die de oorlog hadden overleefd, omgebouwd tot ASR.III / ASR.3 (Air Sea Rescue), GR.3 (Algemene verkenner) of MR.3 (Maritieme verkenner) toestellen.[16] De ASR toestellen kregen een reddingsboot gemonteerd in het bommenruim die kon worden afgeworpen boven zee.
Type: | Avro Lancaster B.Mk III |
Taak: |
Zware bommenwerper |
Bemanning: |
7 |
Spanwijdte: |
31,09 meter |
Vleugeloppervlakte: |
120,77 m2 |
Lengte: |
20,98 meter |
Hoogte: |
6,19 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 15.870 kg Max. gewicht: 28.570 kg |
Motor: |
4x Rolls Royce Merlin 28 of 38 12 cilinders 1.460 pk per motor |
Snelheid: |
Max. snelheid: 452 km/u Kruissnelheid: 365 km/u |
Bereik: |
3.570 km |
Plafond: |
6.450 meter |
Bewapening: |
6x 7,7 mm machinegewren 6.350 kg bommenlast |
Productie: |
3039 |
De geplande Lancasters Mk IV en V en de Canadese XV, werden pas na de oorlog geproduceerd. Deze versies weken zoveel af van het oorspronkelijke model dat ze geproduceerd werden onder een andere naam, de Avro Lincoln.
De Lancaster Mk IV kreeg een grotere vleugelwijdte en langere romp. De geschutskoepel was een Boulton Paul F koepel met twee 1,27 mm Browning machinegeweren. Drie prototypen (PW925, PW929 en PW932) werden gebouwd onder het Lancaster 'regime" voordat het toestel tot Avro Lincoln B.1 werd omgedoopt.
De Mk V was vergelijkbaar met de Mk IV maar werd aangedreven door Merlin 85s motoren. Dit toestel zou aangeduid worden als Avro Lincoln B.2
De Mk XV was gelijk aan de Mk IV en Mk V maar werd in Canada gebouwd als Avro Lincoln B.XV
De volgende Lancasterversie was de Mk VI. Voor deze versie werden vier Rolls Royce Merlin 85 motoren gebruikt met een vermogen van 1635 pk. Het was een conversie van MK. III, uitgebracht vanaf voorjaar 1944. Er werden maar negen studietoestellen verbouwd, waarvan er vier operationeel werden getest bij de No 7 en 635 squadron. De toestellen waren uitgerust met stoorapparatuur om vijandelijke radar te storen en zijn al in november 1944 weer teruggetrokken.[17]
Deze versie werd gelijk uitgevoerd als Lancaster B. Mk. VII en was bedoeld voor het Verre Oosten. De 180 gebouwde exemplaren kwamen daar echter pas na de oorlog aan. Het enige verschil met de Mk III was de rugkoepel een Amerikaanse Glenn Martin, die was uitgerust met twee Browning 12,7 mm mitrailleurs en verder naar voren was gemonteerd.[18]
Ook van de Mk VII werd een Far East oftewel B.VII(FE) versie ontwikkeld. In tegenstelling tot de 7.7 vierling machinegeweren bij de B.VII, ontving de B.VII (FE) een Fraser Nash FN.82 staartkoepel met twee 12,7 mm machinegeweren.[19]
De typeaanduidingen B.VIII en B. IX oftewel Mk VIII en Mk IX, werden gereserveerd voor eventuele toekomstige ontwikkelingen van de Lancaster. Deze werden echter nooit meer gebruikt.[20]
Dit was de aanduiding voor de in Canada gebouwde toestellen van de Lancaster B. III. In totaal bouwde de Victory Aircraft Co. 430 Lancaster B. Mk X. Dit type werd voorzien van een Amerikaanse Glenn Martin rugkoepel met 12,7 mm Browning machinegeweren.[21]
Na de Tweede Wereldoorlog werd de B.X als Mk 10 door de RCAF aangepast voor vele doeleinden, waardoor een aantal subtypen ontstonden. Voor verkenningsvluchten boven arctische gebieden, werden drie toestellen ingericht als Lancaster Mk 10AR (Area Reconnaissance). Dertien toestellen werden als Mk 10BR (Bomber Reconnaissance) uitgerust met extra ramen voor observatie. Twee B.X toestellen werden ingericht voor het in de lucht brengen en besturen van Ryan Firebee drones als Mk 10DC (Drone Controller). Voor maritieme verkenning werden tegen de 75 toestellen omgebouwd tot Mk 10MR (Maritime Reconnaissance, later MP voor Maritime Patrol) waarbij de rugkoepel werd verwijderd. Voor opleidingsdoeleinden werden vijf toestellen omgebouwd tot Mk 10N (Navigational Trainer). Voor testen van de Orenda straalmotoren werd de Mk 10O geproduceerd. Elf B.X toestellen werden verbouwd tot foto verkenners als Mk 10P. Voor de vervanging van de Mk 10BR en Mk 10MR, werden toestellen aangepast als Mk 10S&R (Search and Rescue). Tot slot werd nog een Mk 10S ingesteld als aanduiding voor standaard bommenwerpers met Merlin 224 motoren. Deze toestellen gingen voornamelijk in reserve voor gebruik in oorlogssituaties.