Andrei Ivanovich Yeryomenko (Nederlands: Andrej Ivanovitsj Jerjomenko) was een Sovjetgeneraal die bekendheid verwierd als commandant van verscheidene fronten (legergroepen), waaronder het Stalingradfront, en die na de oorlog de hoogste rang van maarschalk van de Sovjet-Unie zou behalen.
Yeryomenko werd op 14 oktober 1892 geboren in het dorpje Markovka in het zuidoosten van het huidige Oekraïne in een boerenfamilie. In 1913 ging Yeryomenko het leger in als soldaat. In de Eerste Wereldoorlog vocht hij als verkenner onder andere in het voorland van de Karpaten en in Roemenië en raakte hij twee maal gewond. Na de Oktoberrevolutie van 1917 sloot hij zich bij het Rode Leger aan. Onder Semyon M. Budjonny's beroemde Cavalerieleger vocht hij in de Burgeroorlog onder andere bij Tsaritsyn, het latere Stalingrad, tegen de troepen van het Witte Leger. Hij klom in deze periode op tot hoofd inlichtingen en later chef-staf van een cavaleriebrigade. Yeryomenko werd in de oorlog onderscheiden met de hoge Orde van de Rode Banier. Yeryomenko rondde in 1925 een hogere cavalerieopleiding af en in 1935 studeerde hij af aan de befaamde Militaire Academie Frunze. In de jaren hierna voerde Yeryomenko het bevel over diverse regimenten, brigades en divisies. In 1938 werd hij de bevelhebber van het 6e Kozakken-Cavaleriekorps, waarmee hij in 1939 het westelijke deel van Wit-Rusland en Oost-Polen binnenviel. Op 4 november 1939 werd hij bevorderd tot komkor (de derde opperofficiersrang) en op 4 juni 1940 volgde de bevordering tot luitenant-generaal. Datzelfde jaar kreeg hij ook het bevel over het 3e Gemechaniseerde Korps.
Op het moment van de Duitse invasie van de Sovjet-Unie voerde Yeryomenko het bevel over het eerste Rode Banierleger, maar op 30 juni 1941 kreeg Yeryomenko het bevel over het Westelijke Front. Diens vorige bevelhebber, legergeneraal Dmitry G. Pavlov, was namelijk ontheven van zijn commando wegens ‘incompetentie en lafheid’ en werd vervolgens geëxecuteerd. Op 18 augustus kreeg Yeryomenko het bevel over het Bryanskfront. Gedurende de gevechten bij Smolensk in 1941, waarbij hij de Duitse opmars tot staan wist te brengen, raakte Yeryomenko zwaargewond. Op 11 september werd hij gepromoveerd tot kolonel-generaal, waarna Yeryomenko het bevel over het 4e Stoottroepenleger kreeg. In de winter raakte hij opnieuw zwaargewond toen Duitse vliegtuigen zijn hoofdkwartier bombardeerden.
De volgende zomer openden de Duitsers een nieuw offensief, Fall Blau. Terwijl de Duitsers oprukten richting Stalingrad, nam Yeryomenko op 7 augustus het bevel over het Zuidoostelijke Front op zich, hoewel hij nog zeer moeilijk liep door zijn verwonding van de vorige zomer. Het front controleerde het zuidelijke deel van Stalingrad, terwijl het Stalingradfront het noordelijke deel onder zijn hoede had. Yeryomenko was van mening dat dit niet efficiënt was en verzocht Stalin hem het bevel over beide fronten te geven. Stalin weigerde, maar na aandringen van Yeryomenko keurde hij het plan toch goed. Luitenant-generaal Vasily N. Gordov, de opvliegerige bevelhebber van het Stalingradfront, werd nu Yeryomenko's plaatsvervanger.
Op 30 september vond er een nieuwe verandering plaats in de Sovjet-bevelstructuur. Tot nu toe lag de scheidslijn tussen Yeryomenko's Stalingradfront en Zuidoostelijke Front midden in Stalingrad. Om de bevelvoering efficiënter te maken doopte Stalin het Zuidoostelijke Front om in het Stalingradfront, terwijl uit het Stalingradfront het Donfront werd geformeerd onder commando van luitenant-generaal Konstantin K. Rokossovsky.
Het in Stalingrad standhoudende 6. Armee bond ondertussen nog zeven Sovjetlegers aan zich. Er moest een nieuw offensief worden gelanceerd met als doel het 6. Armee te vernietigen en zo de Sovjetlegers vrij te maken voor dienst aan andere fronten. Tot Yeryomenko's grote teleurstelling werd zijn Stalingradfront op Nieuwjaarsdag 1932 omgedoopt in het Zuidelijke Front, met als opdracht op te rukken naar Rostov, waardoor hij niet de mogelijkheid kreeg om de operatie bij Stalingrad helemaal af te ronden.
In 1943 kreeg Yeryomenko het bevel over het Kalininfront. Hier was het relatief rustig, totdat Yeryomenko in september een klein, maar succesvol offensief lanceerde. Hij werd op 27 augustus 1943 bevorderd tot legergeneraal en aanvaardde in februari 1944 het bevel over het Onafhankelijke Kustleger, waarmee hij samen met het 4e Oekraïense Front onder leger-generaal Fedor I. Tolbukhin de Krim heroverde. Wederom raakte Yeryomenko gewond. Hierna kreeg hij het bevel over 2e Baltische Front, waarmee hij Riga, Polen en Tsjechoslowakije heroverde. Omdat hij Praag heroverd had werd Yeryomenko ereburger van deze stad. Op 29 juli 1944 werd Yeryomenko benoemd tot Held van de Sovjet-Unie, de hoogste Sovjetonderscheiding. In maart 1945 kreeg Yeryomenko nog het bevel over het 4e Oekraïense Front, wat hij behield tot juli 1945.
Na de oorlog voerde Yeryomenko het bevel over verscheidene Militaire Districten. Op 11 maart 1955 werd Yeryomenko bevorderd tot Maarschalk van de Sovjet-Unie, de allerhoogste rang in het Sovjetleger. In 1958 werd hij Inspecteur-Generaal bij het Ministerie van Defensie, maar in datzelfde jaar ging hij met pensioen. In zijn carrière kreeg Yeryomenko talloze onderscheidingen, waaronder vijf keer de Orde van Lenin, vier keer de Orde van de Rode Banier en de Orde van de Oktoberrevolutie. Maarschalk van de Sovjet-Unie Andrei Ivanovich Yeryomenko overleed op 19 november 1970, op 78-jarige leeftijd, in Moskou. Hij werd daar bijgezet in de Kremlinmuur op het Rode Plein.