TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Geschiedenis

Toelichting:
Een onderdeel van het Directorium was het Munitiebureau, ingesteld op 18 oktober 1939, dat gevormd werd door de Directoriumleden D.M.L., D.A.I. en D.C.O.
Dit bureau was verantwoordelijk voor de aanschaffing van al het benodigde artilleriematerieel. Het Munitiebureau vergaderde daartoe zeer dikwijls met de minister van Defensie.

Aangezien de Marine-bedrijven en die der Luchtvaart in hoogste instantie in het Directorium waren vertegenwoordigd, konden die autoriteiten zelfstandig na bekomen machtiging en aanwijzing van het Directorium voor de aanschaffing van hun materieel zorg dragen.
Voor de Landmacht was na opdracht van het Directorium bij de aanschaffing van materieel overleg nodig tussen:
1) De D.C.O. voor de industriële orderverdeling.
2) De D.A.I. voor de technische en administratieve medewerking.
3) De D.M.L. voor het stellen van militaire eisen waaraan het materieel moest voldoen.
Deze onder 1, 2 en 3 genoemde autoriteiten vormden samen het Munitiebureau, waarvan de D.M.L. voorzitter was en die dus samen de Centrale Aanschaffings- en Voorlichtingsdienst van het materieel der Landmacht vormden.
Als permanent middelpunt van deze laatste organisatie was aan het Munitiebureau toegevoegd een algemeen gedelegeerde die, bijgestaan door een secretariaat en tevens door specialisten van de T.A.Vo., de leiding had over het bestellen en afleveren van het materieel. Voor dit laatste stond de Keuringsdienst van de A.I. te zijner beschikking. Tenslotte zij vermeldt, dat als producerende organen konden optreden:
a. Fabrieken en werkplaatsen der A.I.
b. De particuliere nijverheid in het binnenland.
c. Buitenlandse fabrieken.
Terwijl het C.O.W. als opname instantie voor het geleverde fungeerde.