Een regiment infanterie was onderverdeeld in:
- Groep (10-11 man),
- Sectie (30-34 man=3 groepen),
- Compagnie (plusminus 160 man=4 sectiën+staf),
- Bataljon (plusminus 750 man=3 compagnieën+staf),
- Regiment (plusminus 2.500 man=3 bataljons+staf),
Organiek had het 5e Regiment Infanterie in 1939/1940 de gewenste sterkte en samenstelling van een infanterieregiment; ongeveer 2.500 man. De kern van het regiment was de gevechtsgroep bestaande uit 10-11 man met een lichte mitrailleur. Het 1e behoorde tot de "lagere nummers", het had een staf en drie bataljons; I-5 R.I. II-5 R.I. en III-5 R.I. Het regiment had eigen vuurondersteuning in de vorm van mortieren, pantserafweergeschut en 6-veld; respectievelijk de 5e Mortiercompagnie, de 5e Pantserafweercompagnie en de 5e batterij 6-veld.
In het dagelijks taalgebruik gebruikte men bij de infanterie-eenheden een vaste aanduiding, bijvoorbeeld 1e-2-II-5 R.I.. Het eerste cijfer was het nummer van de sectie (soms werd ook links, midden of rechts gebruikt), dan het nummer van de compagnie, dan het Romeinse cijfer van het bataljon en tenslotte het nummer van het regiment gevolgd door RI Kort gezegd was 1e-2-II-5 R.I. dus de eerste sectie van de tweede compagnie van het tweede bataljon van het 5e Regiment Infanterie.
Tabel
Kaart
Tabel