Eind 1942 werden Britse eenheden in het Midden-Oosten uitgerust met de Amerikaanse M7 Priest. Dit was een gemechaniseerde houwitser die beschikte over een 105mm houwitser met Amerikaanse munitie. Deze munitie werd niet gebruikt door de Britten en daarom moest de Amerikaanse munitie apart aangevoerd worden, wat natuurlijk voor problemen zorgde in de bevoorrading. De Britse conventionele artillerie maakte veel gebruik van de 25 ponder houwitser. Daarom verzochten de Britten de Verenigde Staten om dit kanon te monteren op de M7 Priest. De Amerikanen voelden echter weinig voor de productie van een pantservoertuig dat ze zelf niet zouden gaan gebruiken. Daarom vroegen de Britten aan Canada of zij wel een 25 ponder houwitser konden produceren voor het Britse Leger. De Canadezen stemden wel toe en ontwierpen een gemechaniseerde houwitser op basis van de verouderde Ram middelzware tank, waarin al veel onderdelen opgenomen waren van de M3 Lee/Grant en de M4 Sherman. In 1943 ging de Sexton bij de Montreal Locomotive Company in productie. Ook werden al bestaande Ram tanks omgebouwd tot de Sexton.